Deel dit artikel:

100% Getest: Trek Madone SLR 9 eTap

Aero fietsen worden niet alleen sneller, ze worden ook lichter. Profs rijden al even niet meer op fietsen van 7 à 9000 euro. Tegenwoordig gaat dat vlotjes boven de 10.000 euro. Trek hield zich voor de nieuwe Madone niet in en ging daar nog een paar duizend euro boven. Maar levert dat ook iets extra op als je op de pedalen staat? We zochten het uit.

De nieuwe Madone verdeelde de meningen onder de meerijdende racefietsers. Een groot aantal materiaalfreaks wilde hem vanuit elke mogelijke hoek bekijken, terwijl anderen het maar een vreemd vehikel vonden. Dat komt natuurlijk door die hap die uit de zadelbuis is genomen. Die diamantvormige verbinding tussen bovenbuis, staande achtervork en zadelbuis is er voor het comfort en voor de aerodynamica, want de centrale opening die wordt gevormd, moet de luchtstroom vlotter door de fiets geleiden. Als je het effect uitvergroot kan je stellen dat die opening de lucht eigenlijk door de fiets zuigt.

Vanuit elke hoek kan je de IsoFlow-uitsnijding bewonderen.

Deze zevende generatie van de Madone is aerodynamisch geperfectioneerd door de bovenbuis horizontaler te houden, dus minder te laten afbuigen, door optimaal gebruik te maken van de nieuwe UCI-regels, die toelaten om ruimtes meer in te vullen dan vroeger het geval was, en door vlakke en brede buizen te gebruiken. Kijk daarvoor maar naar de onderbuis, de zadelbuis die het achterwiel omsluit, de voorvork en staande achtervork, en de zadelpen. Trek slaagde erin om het zijaanzicht heel kenmerkend te maken en niet alleen door die IsoFlow-uitsnijding maar ook door de mooie symmetrie tussen onderbuis en staande achtervork.

Een van de belangrijkste doelstellingen voor de Madone was eveneens om hem lichter te maken. De frameset verloor zo’n 150 gram, terwijl er evenveel kon worden gewonnen op de cockpit. Het grootste gewichtsverlies op het frame komt er dankzij de vervanging van IsoSpeed door IsoFlow. Het scharnierpunt kon inderdaad voor meer comfort zorgen als je in het zadel bleef zitten en over oneffenheden reed, maar het probleem was dat dit systeem voor extra gewicht en complexiteit zorgde, terwijl de meeste profrenners gewoon de hardste comfortinstelling verkozen. Oplossing: het nieuwe IsoFlow-systeem zonder instellingsmogelijkheden. De zadelpen hangt nu voor een stukje vrij, waardoor de elleboog die wordt gecreëerd, wat kan doorbuigen en zo een deeltje van de klappen kan opvangen. Dat comfortniveau zou zowat gelijk moeten zijn met de hardste instelling van de IsoSpeed van weleer, maar zonder het extra gewicht.

De cockpit zorgde voor een aanzienlijke gewichtswinst.

Zoals we uit de begeleidende tekst konden afleiden, was de Madone niet al te vergevingsgezind, maar toch deed hij het beter dan we hadden verwacht. We moesten even terugdenken aan onze testperiode met de Émonda SL (dus niet de duurdere SLR-variant, red.), want met die fiets hadden we het gevoel alsof we tot stilstand werden getrild op kasseien. Het leek net alsof die klimfiets van Trek slecht en opvallend houterig reageerde op de trillingsfrequentie van slecht wegdek. Dan hield deze Madone SLR zijn snelheid veel beter vast op kasseistroken. Oké, we voelden de klappen wat harder doorkomen dan bij de Propel, en al zeker dan bij een Trek Domane of andere comfortfiets, maar we vielen niet stil en daar draait het toch om bij een racefiets.

In deze tijden van bredere banden viel het op dat Trek het hield bij 25 millimeter. Wil je het comfortniveau wat opschroeven, dan kan je dus eenvoudig wat dikkere banden monteren. De limiet ligt op 28 millimeter, maar dat lijkt een zeer behouden leidraad, want er lijkt nog voldoende ruimte om nog wat breder te gaan. Bontrager voorziet de Madone van de soepele R4’s, die met hun lichtgekleurde flanken wel mooi maar niet tubeless-ready zijn.

Over de onderdelen niets te klagen.

De wielen dragen dezelfde merknaam en hebben velghoogtes van zo’n 50 millimeter, wat uiteraard uitstekend past bij zo’n aero racer. De Bontrager RSL 51 weegt maar 1410 gram en heeft tubeless-ready velgen met een binnenbreedte van 23 millimeter, wat perfect samengaat met bredere banden. Het binnenwerk van de naaf is de DT Swiss 240s, wat zoals altijd boterzacht loopt en zeer snel aangrijpt als je terug aanzet. Ze helpen het directe gedrag van de Madone SLR vooruit, want bij een switch naar een andere wielset merkten we telkens een kleine achteruitgang van de vinnigheid. Dat maakt de RSL-wielen een waardige, zij het redelijk dure, upgrade voor gelijk welke fiets die je wil injecteren met wat extra snelheid.

Genoeg gepalaverd over comfort en andere ‘bijzaken’, want je wil natuurlijk weten of deze fiets er niet alleen uitziet als een snelheidsmonster maar ook zo rijdt. We kunnen je meteen geruststellen: we voelden ons er niet bepaald traag mee. De Trek Madone blijft overduidelijk een agressieve hengst die zich richt op de snelle mannen en vrouwen onder ons. Het acceleratiegevoel en de directheid in het stuurgedrag zijn fenomenaal. Je kan er niet omheen dat dit een pure koersfiets is. Door de stijfheid en het spartaanse comfortniveau ben je nauw verbonden met de ondergrond, wat dit meer een fiets maakt voor wie op zoek is naar die kick. Wij hielden er enorm van, maar we kunnen ons inbeelden dat niet iedereen fan is van die intensiteit. Uiteraard kan je dat wat verzachten door wat bredere banden te monteren maar het is nu eenmaal het karakter van deze aero Trek.

Wat zeker bijdraagt aan die directheid, is het stuur. De carbon cockpit is namelijk smal aan de bovenkant, waar we maar 38 centimeter meten, en bereikt pas zijn breedte van 42 centimeter in de beugels, die wat breder uitstaan. Zo kan je een aerodynamische positie aanhouden met je handen op de remgrepen en kan je in afdalingen, bochten of sprints de extra controle en houvast gebruiken van de onderkant van het stuur. Wie zich wat onzeker voelt in groep, zal hier niet meteen mee gediend zijn, maar het is wel een stuurvorm die we vaker zien in het profpeloton en op die manier al zijn nut heeft bewezen. De carbon cockpit heeft een puntig middenstuk, vermoedelijk om de wind wat te ‘breken’, en buigt iets naar achter. De virtuele stuurpenlengte van 100 millimeter op onze maat 56 is niet te agressief, waardoor veel mensen bij de standaard cockpitmaat zullen kunnen blijven.

Deze Madone het doet met de intuïtieve schakelmethode van de draadloze SRAM Red eTap AXS, met een 12-speed-cassette achteraan en met de Quarq-powermeter. De Madone SLR is trouwens nog met andere groepen en in andere kleuren leverbaar. Trek kiest hier opnieuw voor een T47-schroefbracket, dat de kwaliteiten van een BSA-bracket met dat van een pressfit moet verenigen.

Het Bontrager Aeolus-zadel is al langer een aangename compagnon voor ons en was dat ook nu weer, al zouden we wel opteren voor de bredere 155 millimeter variant in de plaats van de 145. Een extra pluspunt geven we aan de betrouwbare zadelpenklemming. Je kan de klem op twee posities zetten, zodat je het zadel altijd hoog of laag genoeg krijgt.

Conclusie

De Madone is een volbloed die met zijn aparte aanblik en vlijmscherp rijgedrag de ware coureurs zal aanspreken. De geometrie is niet zo agressief dat enkel profrenners na de nodige rugoefeningen erop kunnen passen maar erg vergevingsgezind is hij niet. Dat zal dan ook niet de voornaamste kwaliteit zijn die geïnteresseerde kopers zullen zoeken. Alleen de prijs kan dan nog roet in het eten gooien.

Met zo’n bracketpartij weet je dat er geen energie verloren gaat.

Trek Madone SLR 9 eTap

Frame/vork: 800 Series OCLV Carbon, IsoFlow, Madone KVF
Groep: SRAM Red eTap AXS met powermeter
Wielen: Bontrager Aeolus RSL 51
Banden: Bontrager R4 320 25 mm
Cockpit: Madone geïntegreerde stuur/stuurpen, OCLV Carbon
Zadel: Bontrager Aeolus P2 RSL
Zadelpen: Madone aero carbon interne seatmast cap
Maten: 47, 50, 52, 54, 56, 58, 60, 62 cm
Gewicht: 7,33 kg (excl. pedalen en bidonhouder)
Prijs: € 15.699

Info: www.trekbikes.com

Gerelateerde artikels