Deel dit artikel:

Verkenning: Belgian Cycling Ride

De Coppa Grinta! Recon Squad trekt voor jou dit jaar op verkenning. Elk van de zeven toertochten uit de Coppa Grinta! wordt door een van de teamleden aan een grondige test onderworpen. Op zaterdag 4 mei vertrekt vanuit Tubeke de Belgian Cycling Ride. Jip: aan het bondsgebouw, zeg maar het hart van de Belgische wielerwereld. Je hebt er keuze tussen drie afstanden op de weg en één gravelrit. Wij trokken op verkenning door de verrassend mooie heuvels net over de taalgrens.

Druppels tikken tegen het autoraam. We zitten al een kwartier te wachten tot het stopt met regenen. Wat zeg ik? Een kwartier? Zeg maar de voorbije vier maanden. We beseffen dat wortel zitten schieten geen zin heeft en stappen uit de auto. Regenvestje: check! Spatbord: check! Omdat we bang zijn voor te verzadigde grond op het gravelparcours, kiezen we voor de wegrit.

Aan het hoofdkantoor van Belgian Cycling zijn de hekken dicht. Het is zaterdag. Ook de bedrijfskantoren ernaast zijn verlaten. Achter ons raast het verkeer non-stop langs de grijze steenweg. Een sexy vertrek is het niet. Maar daar moet je even doorbijten. Na een paar honderd meters sla je een klein weggetje in en kom je in een andere, groenere wereld terecht. Het ene moment waan je je nog in stedelijk gebied, twee seconden later sta je op ‘den boerenbuiten’. Weg zijn de autogeluiden. Daar zijn de bollende akkers, vogelzang en dansende boomkruinen in de (alweer strakke) wind.

Tjielp tjielp

We hebben geluk. Al na enkele kilometers liggen de wegen droog. We blijven ons verbazen over de hoeveelheid kleine weggetjes en de explosie aan groen op relatief korte afstand van de Brusselse drukte. We passeren boomgaarden waarvan stilaan de laatste bloesems op de grond dwarrelen. We zien een kwetterende merel die zich opwarmt in de zon op een paaltje van een wijngaard op een heuvelrug. Dit stukje Wallonië net onder het Pajottenland verrast. Waarom kwamen we hier nog niet eerder fietsen?

Een riviertje is een tijdlang onze compagnon de route. La Senne, of de Zenne in het Vlaams. We wanen ons heel even diep in de Ardennen.  De groene oevers en het kabbelende water snijden in een kronkelige beweging door het landschap. De meanders leiden ons onderdoor een stenen brug met prachtige bogen. Het weggetje is zo smal dat we wat verderop in de berm gaan staan als een vrachtwagen ons wil kruisen. De chauffeur zwaait vriendelijk bedankt. Van vijandig gedrag van andere weggebruikers merken we de hele rit niets. Dat komt misschien omdat ze in dit deeltje Wallonië weinig wielertoeristen gewoon zijn. We zijn nog geen enkele andere fietser tegengekomen. Best wel fijn, het geeft ons een pioniersgevoel. Ook al weten we dat op 4 mei honderden fietsers dezelfde rit zullen rijden.

Keuzestress

Op een verweerd bord lezen we ‘Steenkerque’. Een dorp met, jawel, een stenen kerk. Af en toe tref je ook oude natuurstenen huisjes met felgekleurd schrijnwerk. De bijzondere schrijfwijze van de naam geeft me het gevoel in Frans-Vlaanderen te zijn. Toch zitten we in Henegouwen. Op 4 mei vind je hier een bevoorrading. Het is meteen ook waar het parcours van de 80 en de 120 kilometer splitsen. We twijfelen. De buienradar wordt gecheckt. Hm, nu nog even droog, maar binnen enkele uren nadert een nieuwe hevige buienzone. Anderzijds: de belofte om dieper Henegouwen binnen te trekken met een extra heuvelzone klinkt aanlokkelijk. Op het parcours van de 120 kilometer krijg je 1140 hoogtemeters voorgeschoteld met enkele langere en pittigere beklimmingen.

We kiezen toch voor de kortere optie. De laatste tijd hebben we al te veel in natte omstandigheden getraind. Vandaag liever niet. We zullen op de 80 kilometer in totaal ook 700 hoogtemeters overwinnen. En we vermoeden dat we de meeste ervan nog moeten trotseren. Tot nog toe ging het er lichtglooiend aan toe. De Garmin duidt aan dat er drie keer fiks geklommen moet worden en tot nog toe dook er nog geen noemenswaardige échte klim op.

Door de bomen

Dat verandert na Braine-le-Comte. Echt steil is de Rue du Pire niet. Het gezwoeg wordt meer dan voldoende gecompenseerd door de prachtige omgeving. We rijden het Bois de la Houssière binnen waar op sommige plekken de boshyacinten mooi blauw kleuren onder statige woudreuzen. We blijven een tijdje tussen de bomen op deze hoogte fietsen, met links onder ons zicht op het dorp Henripont.

Ik vraag me af of we ook het Hallerbos zullen doorkruisen, maar dat blijkt niet het geval. Dat is alleen weggelegd voor de gravelaars op 4 mei die eerder de grindwegen in het Pajottenland en de Brabantse wouden opzoeken. Bovendien verkennen ze in primeur een deel van het parcours van het WK gravel in oktober van dit jaar.

Scheepslift

Een zalige lange afdaling brengt ons op een open vlakte. In de verte doemt een gigantisch bouwwerk op. Goed wetende dat het onmogelijk kan, moet ik aan de IJzertoren van Diksmuide denken. Deze monoliet is ranker, maar domineert wel het landschap. ‘Ronquières’, lees ik op een bord. Ach! Het hellend vlak van Ronquières! Daar fietsen we inderdaad naartoe. Dat hellend vlak is een scheepslift die een hoogteverschil van 60 meter op het kanaal Brussel-Charleroi overbrugt. Om alle sluizen te doorlopen, leggen de schepen een traject van twee kilometer af. Best indrukwekkend, al ziet het bouwwerk er wat aftands uit. De liften waren de voorbije jaren vaak buiten dienst door pannes.

Onderaan de lift steken we een brug over om vervolgens lange tijd langs het water te rijden. En ineens zijn ze daar: andere fietsers. Het alleen-op-de-wereld-gevoel is eensklaps voorbij. Geef een Belg water en er ontstaat spontaan zachte recreatie. Nochtans worden we twee keer langs het vlakke jaagpad verdreven voor telkens een pittig klimmetje. Het zijn de laatste hoogtemeters. Daarna mogen we uitbollen langs het jaagpad. Al vergt het einde toch nog enige concentratie. Het jaagpad is best hobbelig. Dan toch liever de kleinere baantjes in de heuvels.

Op een kilometer van het einde verlaten we het water. We zijn in Lembeek, het enige ietsiepietsie stukje Vlaanderen dat we te zien krijgen. Voor de rest maakten we de hele trip kennis met heerlijke, onbekende stukken Wallonië. Ik keer zeker nog eens terug voor de langere rit. Misschien tot op 4 mei?

Belgian Cycling Ride praktisch

Cyclo: 50, 80, 120km

Gravel: 75km (enkel op gpx, enkel met voorinschrijving)

Starten kan tussen 8 en 12u (tot 10u voor de langste afstand)

Tickets: 7 euro met licentie van Cycling Vlaanderen (9 euro zonder)

Voorinschrijving is één euro goedkoper en kan tot vrijdagmiddag 3 mei

www.belgiancycling.be/belgiancyclingride/Met dank aan Northwave en Giro voor perfecte uitrusting om het wispelturige lenteweer te trotseren.