De Colnago V4 die op onze redactie aankwam, springt er niet echt uit qua kleurstelling, dus kwam het volledig aan op de rijervaringen. Ook op dat vlak kon de meer betaalbare variant binnen het Colnago-gamma de testers niet volledig begeesteren, en wel door één bepaald onderdeel.

Begrijp ons niet verkeerd: het is geen verkeerde fiets en ook zeker geen tank, maar we vonden hem met twee testers, onafhankelijk van elkaar, gewoon een beetje … braaf. Het is daardoor eerder een fiets voor wie niet graag voor verrassingen staat en voor wie ‘normaal doen al gek genoeg is’. Voor mensen die niet per se hoge gemiddeldes najagen of hun vrienden de nek proberen af te rijden op de terugweg naar het terras, maar voor mensen die gewoon willen genieten van het fietsen an sich. En dat op een fiets die wel een zekere klasse en standing uitstraalt.
Natuurlijk – en daar zijn we weer – spelen die verduivelde instapwielen de V4 parten. Dit is een van de vele mooie fietsen die we binnenkrijgen, waarbij er bespaard is op de wielen én waarbij dat de rijervaring compromiteert. Terwijl een goede wielset de natuurlijke rijeigenschappen van een frame in de verf zet, maskeert een setje zwaardere, logge wielen die. En laat er geen misverstanden over bestaan: Fulcrum weet wel degelijk hoe het snelle of lichte wielen moet bouwen, maar deze wielen behoren niet tot die categorie. Ze dienen om de prijs binnen de perken te houden. Daardoor kan je een Colnago kopen voor ruim onder de 6000 euro. Hoewel ik liever zou hebben dat de fiets een tikkeltje meer kost en dan wél over goede wielen beschikt, heb je daardoor wel nog de ruimte om meteen een wielupgrade toe te voegen aan jouw bestelling bij de fietsenmaker. (En ja, ook wij weten als testredacteur dat 5690 euro op zich al geen kleine prijs is.)



Naast de marktconforme prijs – kijk maar eens bij de andere grote merken of je een model met Ultegra Di2 onder de 6000 euro ziet – vind ik het ook wel positief dat de fiets wel heel erg goed op de topmodellen lijkt. Colnago blijft een merknaam als een klok en straalt iets uit. De framevormen van de V4Rs of de nieuwe V5Rs zijn niet de meest intrigerende – daarvoor hebben de Italianen de Y1Rs in het gamma – maar ze zijn wel wat de meerderheid van de sportieve fietsers momenteel van een racefiets wenst en verwacht. En de andere kleuren dan het grijs (wit, rood of blauw) zijn al een stuk blitser. Ook over de afmontage met Shimano Ultegra Di2 valt weinig verkeerd te zeggen. De combinatie van een losse stuurpen en stuur is prima op een fiets als deze, evenals de carbon zadelpen en het Selle Italia-zadel. Het gewicht is met zijn 8,1 kilo niet sensationeel laag, maar ook op dat vlak kan een wielupgrade een doorslaggevende rol spelen.

Ook goed: de V4 vraagt weinig aanpassingsvermogen. Je hebt hem meteen in de vingers, want hij voelt totaal niet nerveus aan. Het is een fiets die op dat vlak erg in balans is. Ook de zithouding voelt voor mij meteen goed aan. Het stuur ligt aangenaam in de hand en de stuurbreedte is oké. Kortom: het is een allemansvriend.
Colnago zegt op zijn website dat de V4 dezelfde ’thrills’ biedt als de V4Rs, maar dat durf ik toch in twijfel trekken. Het verschil in rijsensaties met een echt topmodel is toch nog relatief groot. Dat soort fietsen smeekt om snelle acceleraties en voelt superspeels aan. Dat miste ik net op de Colnago V4. Ik had vrij hoge verwachtingen, maar die zijn niet volledig ingelost. De voornaamste boosdoener kennen we en daar valt gelukkig iets aan te doen.
Conclusie

De V4 is een meer betaalbare en marktconforme Colnago, maar wel eentje die smeekt om goeie wielen. Het is in deze donkere uitvoering geen superspannende verschijning, maar wel klassevol. Het rijgedrag is ook niet flitsend, maar de V4 boezemt wel een zeker vertrouwen in. Het comfort en de zithouding zullen veel fietsers aanspreken, ook degene die zich niet meer kunnen samenplooien als een taco. Daardoor mag je dit op verschillende vlakken een toegankelijke Colnago noemen, en daar is helemaal niets verkeerd mee.
Prijs: 5690 euro