Lagere bandendruk
Steek bredere banden, bijvoorbeeld van 28 millimeter. Daarmee neemt het comfort toe, volgens een partij als Continental zelfs met 80 procent (in vergelijking met een smallere band van 23 millimeter). Kies ook voor een iets lagere bandendruk (5 tot 6 bar). Dat voorkomt dat je van steen naar steen ‘stuitert’ en de fiets minder goed bestuurbaar wordt.
Extra stuurlint
Omdat je op een hobbelige kasseistrook heel wat klappen krijgt, kan het slim zijn om een extra stuurlint te wikkelen. Ook zijn er speciale linten verkrijgbaar die een betere padding hebben. Het comfort neemt zo toe.
Handen losjes
Rijd je niet zo vaak over een kasseistrook, dan ben je misschien wat angstig en pak je het stuur krampachtig vast. Niet doen! Leg de handen losjes boven op het stuur en laat de fiets het werk doen.
Het juiste verzet
Het juiste verzet kiezen, is een kwestie van gevoel. Je rijdt doorgaans wat zwaarder, maar zeker niet te zwaar (en al helemaal niet te klein). Het gewicht ligt wat meer aan de achterkant van het zadel en je probeert de snelheid er zo goed mogelijk in te houden. Zo ga je gemakkelijker over het oneffen kasseienpad.
Over de rug
Fiets bij voorkeur over de (bolle) rug van de kasseienstrook. Daar zijn de kasseien doorgaans het minst beschadigd door landbouwvoertuigen en is het pad het schoonst. Op de lager gelegen randen spaart vuil zich op en is de kans op een lekke band groter. En dat willen we natuurlijk niet.
Kijk vooruit
Richt je ogen niet op de eerste meter voor je wiel, maar kijk verder vooruit. Je kiest zo slim je lijnen en voorkomt dat je door diepere kuilen en over schots en scheef liggende kasseien rijdt.