Deel dit artikel:

Verkenning: KBK Cyclo opent seizoen met verrassend parcours

Het Coppa Grinta! Recon Squad trekt voor jou dit jaar op verkenning. Elk van de zeven toertochten uit de Coppa Grinta! wordt door een van de teamleden aan een grondige test onderworpen. Kuurne-Brussel-Kuurne mag dan wel de tweede koers zijn van het openingsweekend, voor ons, wielertoeristen, is KBK Cyclo de opener van het seizoen. Wij kozen meteen voor de langste afstand en dat bleek een goede zet.

In vergelijking met vorig jaar zit de Taaienberg er niet meer in, maar voor het overige is het parcours niet al te zeer veranderd. De start is in Kuurne, bij Kubox, en daarna gaat het via verrassend verkeersluwe wegen zo snel mogelijk weg van de drukkere regio rond Kortrijk, richting Tiegem. Net zoals de profrenners neem je de Tiegemberg, maar dan niet via de Hellestraat maar de Bomstraat. Over 1,6 kilometer overwin je daar al je eerste 50 hoogtemeters. Veel kruit wil je hier nog niet verschieten, want het zwaartepunt van het langste van de vier parcoursen (een goed gespreide 65, 85, 105 en 130 km) ligt een eind verderop.

Een stukje Vlaamse Ardennen

Wie niet verlegen zit om een kasseitje, zal blij zijn dat er een klein stuk van de Varent op hen zit te wachten. Eens over de Schelde laat je de Kwaremont links (of eigenlijk: rechts) liggen een ook het zicht op de Koppenberg moet geen schrik inboezemen. In de plaats van die ronkende namen is het de smalle en bochtige Kortekeer die de rol van scherprechter mag vervullen. Wie zijn klimbenen dit jaar nog niet heeft aangesproken en ook de rollen nauwelijks heeft bekeken, zal hier letterlijk en figuurlijk zweten – in ons geval kwam er zelfs wat puffen bij …

De typische betonwegen horen bij deze streek.

De gemakkelijkere zijkant van de Taaienberg zorgt ervoor dat je hier de benen van Boonen nog niet nodig hebt. Een wagen van Belgian Cycling verraadt dat we de voet van Berg ten Houte, waar MTB bondscoach Filip Meirhaeghe woont, hebben bereikt. Daarvan weten we dat het steilste stuk rond de eerste en de tweede bocht van het kasseigedeelte ligt. Even pompen en je kan de rest relatief op het gemakje doorkomen.

Stevig drieluik in Pays des Collines

Net voor we de N48 kruisen, steken we ook de grens met Wallonië over. Zo gaat het enkele kilometers rustig golvend richting Ellezelles. Even verder rijden we tussen glooiende weilanden en bossen. Hier wordt het echt mooi en mag je niet vergeten rond te kijken. Na dit opwarmertje volgt een stevig drieleuk, dat ook in de profkoers zit, met als opener de potige Hameau des Papins die even de 13% aantikt. Het wegdek ligt er niet overal even proper bij – dat hoeft niet te verbazen, na al de regen en ook nog eens op een uitgeregende dag – maar mooi is het hier wel. Na een afdaling kom je in het troosteloze Frasnes-lez-Buissenal. Zo aangenaam en lieflijk als het in de heuvels was, zo grauw is het in dit dorpje. Je bent er al snel voorbij en erg rouwig zal je daar niet om zijn.

Je bent er nog maar net letterlijk het hoekje om als de weg opnieuw oploopt. De straatnaambordjes laten misschien een belletje rinkelen: ‘Bourliquet’ staat erop te lezen. Inclusief uitloper is die Bourliquet zo’n 2 km lang en de steilste strook heb je relatief snel achter de kiezen. Daarna is het gewoon zaak om te volharden in de boosheid tot je boven bent aan La Croisette. De afdaling naar Saint-Sauveur toont weidse uitzichten. Geniet ervan, want daar beneden wacht het klapstuk van het drieluik.

De Mont Saint-Laurent klinkt chic en luxueus, maar hier staat je nog wat te wachten. Het begint nog relatief rustig over betonplaten maar na de flauwe linkse bocht gaat de weg over in puntig opstekende kasseien. Gecombineerd met het pittige steigingspercentage haalt dat de snelheid er volledig uit. Een goeie 400 meter aan zo’n 11% moet je zien te verteren over die stenen, vooraleer je opnieuw over gladder wegdek kan verder rollen. Vanaf de top daal je heel geleidelijk af naar de Schelde. Daarbij doorkruis je enkele deelgemeentes van Mont-de-l’-Enclus en zie je de Kluisberg constant aan je rechterkant liggen. Zelf moeten we toegeven dat we het niet erg vonden om die klim deze keer gewoon te omcirkelen en niet te moeten beklimmen. Door de constante regen zijn de benen sneller vermoeid geraakt dan gehoopt.

West-Vlaamse uitloper

Eens je in Escanaffles de brug over de Schelde oversteekt, word je verwelkomd in Avelgem met een bord dat je West-Vlaanderen binnenrijdt. Daar mag je de autodrukte vermijden dankzij het jaagpad tot in Outrijve, waar je terug naar binnen knijpt over rustig slingerende wegen tot voorbij Moen. De brug van het kanaal Kortrijk-Bossuit over en je mag nog een lusje tot aan Sint-Denijs maken. In deze passage kan je zelfs wijngaarden spotten en opnieuw zijn de uitzichten de moeite. Op een van de glooiingen staat een belvédère, zo meldt een bordje. Dat wekt onze nieuwsgierigheid en Google leert dat het gaat om Den Hul, een 18de eeuws buitenverblijf van de bisschop van Doornik. Je zit hier dan ook in een meer welgestelde buurt dan eerder op de dag. De blik die je even later krijgt op de stevig uitgebouwde villa’s bevestigt dat. Het laatste klimwerk heb je achter de rug als je de molen van Ter Claere achter je laat. Van daar gaat het in licht dalende lijn terug naar het kanaal en zo richting Kuurne.

Het West-Vlaamse lusje ontgoochelt niet.

Wie deze 130 km, inclusief 1050 hoogtemeters, zo vroeg op het jaar zonder verpinken heeft volbracht, weet dat het goed zit met de conditie. Wij voelden na afloop de benen toch wat tintelen. Wie kiest voor de kortere 105 km, ruilt het pittige Waalse drieluik in voor de Oude Kruisberg en Hotond, ook allebei aanwezig in de profversie van Kuurne-Brussel-Kuurne. Deelnemers aan de 85 km snijden nog eerder af en beklimmen de Nieuwe Kwaremont, terwijl de 65 km ten noorden van de Schelde blijft. De twee kortere afstanden krijgen één bevoorrading, de twee langere kunnen twee keer stoppen om bij te tanken. Tot en met 18 februari geldt nog het voordeeltarief, daarna geldt de dagprijs.

Meer info en inschrijvingen >>

De kalender van de Coppa Grinta! >>