“Zin om twee dagen rond het Markermeer te fietsen? We kunnen het zien als generale repetitie voor LEJOG”, had ze gevraagd. Leek me leuk, tot de gpx-bestanden in mijn mailbox landden. Twee keer tweehonderd kilometer rond het Markermeer. Meer moet dat echt niet zijn. Ik fiets exact zoals ik dat ook in de UK wil gaan doen. Ook al is het maar voor één nacht en zijn het er aan de overkant van de Noordzee een pak meer.
Mindset
Op de kaart lijkt het alsof de zee diep het land instroomt. Wie goed kijkt merkt echter dat er twee smalle landengtes zijn die de Noordzee scheiden van IJsselmeer en Markermeer. Dijken. Is het dan nog een zee, of toch meer een meer? Beide zijn zoet water geworden dus we houden het op een echt meer. Een gravelfiets met 32mm banden, stuurtas en zadeltas. Zo ga ik op pad.
Die eerste vijftig kilometer vallen we een beetje tegen. Het loopt niet echt vlot. Ik ‘pack’ dan wel ‘light’, de vinnige gravelfiets die ik gewoon ben, herken ik niet meer. Even rechtop staan om na de bocht te versnellen zit er niet meer in, zittend trappen wordt de boodschap. Nog voor ik een druppel van het Markermeer heb gezien, is het al duidelijk: er dringt zich een andere mindset op. Het draait niet langer om snelheid en wat spielerei, het gaat om de verplaatsing. Het rondkijken en onderweg zijn. De eerste hindernis om te overwinnen is een mentale.
Dam dam dam
Dat rondkijken kan alvast bij de eerste trekpleister van de tweedaagse. Rond Breukelen, het Latem van Amsterdam, lijkt de tijd even te hebben stilgestaan. Kleine weggetjes langs het water, bootjes en sluizen. We stoppen er voor koffie en appeltaart, en een vrolijke fietser komt enthousiast vragen wat we net besteld hebben. Amsterdam laten we links liggen, want we gaan voor ‘dam à volonté’. Met Frans moet je in Nederland sowieso niet uitpakken, want behalve jus d’orange begrijpen ze niks. Veel dammen dus. Dam dam, di doe bie doe bie dam dam. Zeg eens meisje…
Durgerdam, komt al eerste aan bod. Kleine gekleurde huisjes bij het meer. Altijd een geparkeerde auto ervoor, wat de fotogeniekheid van het dorp niet te goede komt. Een miljoen euro voor een stekje hier, laat ik me vertellen. Niet weinig voor een uit de kluiten gewassen tuinhuis. Woningen kosten in Nederland wel iets meer dan bij ons, deze blijken vooral in trek bij kunstenaars en bekende mensen. De dorpjes dienen als rustmoment. Even aan laag tempo rondkijken, als pauze tussen het meters maken. Terwijl ik een fotomoment inlas, vraagt men mij spontaan of ik hulp nodig heb met mijn lekke band.
Paard van Marken
We fietsen door naar het dorpje dat zijn naam uitleent aan het meer. Marken. Vroeger was dit een eiland maar via een recente ‘dam’, kan je er nu heen fietsen. Dwars door de vliegen. Mondje dicht en brilletje op is de boodschap, of je hebt hier al een volwaardig menu binnen voor je de groene huisjes van Marken bereikt. Ijsselmeervliegjes zijn het, iets waar ook de zeilers horendol van worden op de windstille dagen. Ik fiets nog even door naar een schiereiland op het voormalige eiland. Daar staat het ‘paard van Marken’, een kerkje / vuurtoren die van ver het uitzicht van een paard zou hebben. Met wat verbeelding en een dosis goede wil, inderdaad. Het lijkt het einde van de wereld. Zonder overkant, lijkt een meer al gauw een zee. Bij de haven gaan we in een lounge op terras. De schoenen even uit en de benen languit. Ik ben tenslotte een bikepacker. Onderweg en eigenzinnig. Die mindset komt goed. Broodje met Old Amsterdam. Niet à volonté.
Toch beter pasta
Nog dammen? Zeker. Monnickendam. Een terrasje laten we hier nog even links liggen, gezien er enkel champagne op tafel staat op het eerste zicht. Uitdam. Volendam. We houden er halt bij het monument ter ere van de slachtoffers van de ramp op oudejaar 2000. Toen lieten veertien mensen het leven bij een brand in Café De Hemel, ook wel ’t Hemeltje. Vele anderen hielden er brandwonden aan over. De Hemel werd er een hel. Op die plek is nu de Volendam Experience, je kan er een foto kan laten maken waarbij het lijkt dat je de typische klederdracht draagt. Fietsen is er moeilijk wegens bijzonder toeristisch en veel mensen op en rond de terrassen die de dijk kleur geven. Er is kaas, klompen, Hollandser dan dit wordt het wellicht niet meer. Er zijn ook dijkversterkingen, omleidingen en het schooltje van Dik Trom.
Na bijna tweehonderd kilometer fietsen bereiken we Hoorn, een dorp rond een haven die me heel hard doet denken aan Friesland. Niet verwonderlijk want aan de andere kant van het IJsselmeer tref je de Elf Steden aan. We slapen er in een oude gevangenis, en eten in de haven met zicht op de vele masten van de zeilboten. Ossenhaas en friet. Glaasje wijn erbij. Gezellig. Geen top beslissing voor de bikepacker die daags nadien terug tweehonderd kilometer in het zadel moet, leer ik later. Werkpuntje. Een tweetal kledingstukken zullen de eindselectie niet halen. De inhoud van mijn tassen staat op punt.
Vliegen
Het Hemelvaartweekend 2024 staat te boek als het droogste en zonnigste weekend van de lente 2024, denk ik. Van bij de vroege start na het ontbijt, is de zon van de partij. Op de dijken is het bijzonder rustig. De wind waait bovendien zachtjes in de rug. De mensen zijn op onze trip trouwens erg vriendelijk, het merendeel van de fietsers zegt vriendelijk goedendag of maakt een klein gebaar. In tegenstelling tot gisteren rijden we vandaag wel erg lang op een dijk met zicht op het water. De Houtribdijk, aangelegd in 1975, brengt ons via een weg los door de zee (of tussen twee meren) richting Lelystad. Ook hier wemelt het van de vliegen. Ruim 26 kilometer rechtdoor tot we het vaste (Flevo)land aan de overkant bereiken. Met op het einde vol meewind, ook wij vliegen. Ik rijd dertig; dat bevalt me dan weer wel. Hopen op meewind in Engeland.
In België hebben we de Mercator, en in Nederland hebben ze de Batavia. Die Batavia is echter een replica van een schip dat in 1627 in Amsterdam werd gebouwd en gebruikt werd op weg naar de hoofdstad van de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië: Batavia. Dat is nu Jakarta. Ik ontmoet er een solo bikepacker die de trip in omgekeerde richting doet. Ik verwittig hem voor een stukje tegenwind en vliegen onderweg. Bikepackers hebben een connectie.
Lovely day
Na vijftig kilometer lijkt een koffiestop leuk, we beslissen echter nog even door te rijden. Wat volgt zijn dijken, dijken en dijken. Er valt aan deze kant van het meer (de Oostkant) geen dam te bespeuren. Zelfs een boom voor een pitstop is geen evidentie. Laat staan een koffiebar. Het natuurpark waar we doorfietsen noemt Het Nieuwe Land. Dit gebied werd ingepolderd, vroeger was hier gewoon water. De dorpen noemen hier Almere en Lelystad. Veel goedkoper dan de andere kant van het meer, begrijp ik. Voor we enig teken van leven vinden in de vorm van een brasserie, geeft de fietscomputer 95km aan. Koffie, cola, broodje. Bijtanken. Wanneer ik wil betalen hoor ik achter me de dienster zingen van ‘Just one look at you. ‘And I know it’s gonna be…’. Help, geef me maar Paul Severs. Dam dam, die doe bie…
Het mag dan wel een ‘lovely day’ zijn voor mevrouw, ik betaal en maak me snel uit de voeten daar. Bikepackers blijken te gegeerd. Ik fiets verder en doorkruis Utrecht. De tegenstelling met de rust op de dijken is intens. Er schuiven nog wat molens voorbij die het plaatje compleet maken. Helemaal op het einde van twee dagen Nederland in zijn puurste vorm, is er… Italiaans ijs. Een Belg en een Nederlandse met Italiaans ijs, klaar voor Engeland en Schotland. Zo is er toch een beetje Europapa in Nederland.
Praktisch
Een rondje Markermeer kan reeds in 150 kilometer. We vertrokken in Breda waardoor de ritten een stuk langer uitvielen. Wil je ook het IJsselmeer erbij fietsen zit je al gauw aan driehonderd kilometer. Wegens werkzaamheden aan de Afsluitdijk moet je dat echter niet plannen in de zomer van 2024 (en 2025). De westzijde is de ‘dammenkant’, aan de oostzijde fiets je vooral op dijken. Kan trouwens prima gecombineerd worden met een dagje Amsterdam. Neem je ook de Zaanse Schans mee, heb je nog een extra trekpleister van de noorderburen.
Overnachting
www.hotel-oostereiland.nl