Deel dit artikel:

Gravel Series Zuid-Limburg: ‘Liberation Ride’

Het meest zuidelijke deel van Nederland viert, of is het herdenkt, de bevrijding in september. Dat doet men ondermeer met een uit de kluiten gewassen gravel evenement vanuit Banholt, op een paar pedaalslagen van de Belgische grens. Brede grindwegen, glooiende paden met prachtig uitzichten en een nazomerzon: het zijn de ingrediënten voor een bevrijdende off-road ervaring. Samen met draaipoortjes, krentenbollen en een tête-à-tête met drie koeien.

Heading East

Zeven uur in de ochtend. Heading East vanuit Oost-Vlaanderen. Ik steek vandaag de grens over, in Coronatijden altijd een beetje avontuur. Er wacht me een autorit van een tweetal uur om de startplek in Nederlands Limburg te bereiken. De verwachtingen zijn torenhoog. De sfeerschepping staat op punt. Koffiebeker in de drankhouder geïnstalleerd, enkele sandwichen op de passagierszetel en een bijpassend rustig muziekje om de dag te beginnen. In het dorpje Banholt, mijn bestemming, viert men dit weekend 76 jaar bevrijding. Het was op 12 september 1944 dat de geallieerden Nederland binnenkwamen via Mesch even verderop. Zuid-Limburg was dus iets eerder bevrijd, en zo viert men er in het jaar van 75 jaar bevrijding… een jaartje extra. Voorbij Antwerpen lacht de zon me reeds toe in het verlengde van de snelweg.

Magistraal begin

Ik parkeer me op een droge weide naast de startlocatie. Hier hebben daags voordien tweehonderd kinderen de dag van hun leven gehad in diverse mountainbikewedstrijdjes. Rond strobalen, over een jeep of door een wagon. De mensen van Crossborder Cycling proberen er altijd wel iets moois van te maken. Zelf geniet van ik van een kartonnen cup Il Magistrale terwijl enkele belangrijke mensen een korte speech geven. De toespraak gaat, uiteraard, over bevrijding en hoe we daar nu elke dag de vruchten van plukken. Meer nog, dat het pijnlijk duidelijk wordt hoe vrij we wel zijn, nu door Covid enkele van die vrijheden beperkt worden. Als Belg ben ik vandaag vooral blij dat ze in Nederland wel nog evenementen organiseren. Naar ik vermoed zijn de Vlamingen hier herkenbaar aan hun mondmasker. “Er kwamen trouwens heel wat inschrijvingen vanuit België binnen, toen de boel bij jullie op slot ging”, vertelt organisator George Deswijzen me.

Veteranen

Ik schrik me een hoedje. “De veteranen worden geëerd tijdens het tweedaags evenement. Ze worden ook een gratis deelname aangeboden.”, gaat George verder. In mijn hoofd zie ik bijna honderdjarigen een graveltocht tot een goed einde brengen. Hier klopt iets niet. George Deswijzen legt echter uit hoe de vork in de steel zit: “Samen met Bert en Lars Toma spelen we al langer met deze gedachte. Wij hebben onze vrijheid en veiligheid in het verleden maar zeker ook in het heden te danken aan de mannen en vrouwen die zich hier in Nederland en ver daarbuiten ingezet hebben. Wij willen iets terugdoen nu dat kan. Het Liberation thema van de Gravel Series leent zich uitstekend om deze geste te kunnen doen. Veteranen hebben dienst gedaan in vredesmissies zoals Srebrenica, Irak, Afghanistan en Mali. Het gaat dus veel verder dan WO II. Van de 450 deelnemers die we mochten verwelkomen, waren er tachtig veteraan. Al dan niet met zichtbare sporen van hun heldendaden.”

Ergens tussenin

Zoals ze dat bij Crossborder Cycling wel vaker doen, is de start gemeenschappelijk. Om de grote massa te vermijden, werd er wel voor gekozen om de verschillende afstanden op een verschillend tijdstip te laten starten. Logisch, al zou een individuele start natuurlijk een nog meer verspreid veld tot stand brengen. Zo een gezamenlijke start heeft echter het voordeel dat je in dat eerste deel veel medefietsers over het gravel ziet zoeven. Stofwolken, kleine groepjes. Ik start in de groep van 125 km, wat wil zeggen dat de mensen die zich aan de 180 km willen wagen al bijna anderhalf uur op pad zijn. Zij zullen tot helemaal onder Aachen fietsen. De 125 km slaat voorheen linksaf richting Camerig. Zelf start ik met het idee van een tussenweg. Tot bij het Drielandenpunt, goed voor pakweg 145 km. De eerste twintig kilometer zijn uitgepijld, nadien is iedereen op de toegestuurde gpx aangewezen.

Toscane

In mijn hoofd ben ik van bij de start vrij. Bij het afdraaien van de weide rijd ik meteen op een prachtige gravelstrook, weg uit Banholt. In de ruime regio rond de startplek waan je je in het Toscane der Nederlanden. Desolate grindwegen door een glooiende groene natuur. Gravel pur sang, bredere paden, kleine groepjes en indien nodig probleemloze inhaalmanoevers. Er zijn fietsen met drie bidons, camel Bags, rugzakken en stuurtassen. Aan de kant van de weg her en der een fotograaf, of iemand met een lekke band. Ik herinner me plots de woorden van de speaker bij de start: “Voor een lekke band rukken we niet uit. Voor al uw andere problemen waarmee je niet verder kan, wel.” Ik reed nog nooit lek met mijn tubeless banden, en een plug heb ik nog nooit van dichtbij gezien. Stress. Ik heb gelukkig wel een binnenband onder mijn frame hangen. Al zou dat een zootje zijn, met die antilekvloeistof. Even rijd ik rond met het vooruitzicht op een DNF.

Gedeukte moraal

Hier en daar is het iets technischer. De eerste wat smallere afdaling langs een bospad is enkel gevaarlijk als je je wat laat opjagen door achterliggend verkeer. Bij het uitdraaien is iemand zonder erg tegen de vlakte gegaan. Toch maar opletten… De Loorberg, de Alpe d’Huez van Nederland, gaan we omhoog via de alternatieve Rode Kruisweg en Flabberweg, twee steile nepen. Het weer is goed, ik passeer wandelaars en honden. Er ligt een boomstam in de weg en brede dreven wisselen af met lastige bospaden. Een stoeipartij met de grens is hier ingezet. België, Nederland of Duitsland, het is me lang niet altijd duidelijk waar ik me bevind. Net voor ik het parcours van de 125 km wil verlaten, gaat het bijna mis. In een afdaling met groeven, dreig ik de controle te verliezen. Ik stuur naar uiterst rechts waar ik wel tot stilstand kan komen, maar enkel na leunen op de schuine berm. Die vol brandnetels blijkt te staan. Mijn rechterkant staat in brand. Mijn moraal krijgt een deuk.

Avontuur

Ik begin aan het ommetje op mijn route. Ik volg de langste route tot net voorbij het Drielandenpunt. De eenzaamheid stelt me in staat even te bekomen van wat bijna misging. Bovenop … zit een man met zwaar beladen fiets. Ik knoop een gesprek aan. “Even bijkomen”, begint de man in een sappig Hollands. “Ik fiets een bikepacking trip rond Nederland. Zeven dagen geleden ben ik vertrokken in Amsterdam, en straks ga ik de Keutenberg nog op.” We bevinden ons samen op de grens tussen Belgie en Nederland. Onder ons een bunker en Chateau Buesdael. Naast ons een monument ter nagedachtenis van de oorlog. De oorlog is hier vlakbij. Het is tevens de locatie van de befaamde Westwall, die goed 75 jaar terug over een lengte van meer dan 630 km bunkers en versperringen aan elkaar knoopte. Even verderop sta ik blok. Niemand om me voor te tonen hoe het moet natuurlijk. Er is een draaipoortje en een prikkeldraad, mijn route loopt over de wei. Ik zet mijn fiets eerst op de wei, loop door het poortje, en pik mijn tweewieler aan de andere kant terug op. Samen rijden we door de wei naar beneden. Ik zie een spoor, dus ik ga ervan uit dat ik goed ben. De wei is leeg. Terwijl ik het traject bergaf volg en mijn blik opricht, rijd ik aan hogere snelheid recht een stal binnen. Oog in oog met drie koeien die de situatie klaarblijkelijk niet begrijpen. Ik haast me onder de prikkeldraad rechts van me en fiets op een boerenerf verder. De hond is niet tevreden. Snel verder naar beneden. Terug een poortje, terug prikkeldraad. Na een korte verkenning de enige juiste weg naar een Ravel. “Ja, Lars durft wel even de grens opzoeken”, zei men mij over de route. Wist ik veel dat het ook figuurlijk bedoeld was. Hike-your-bike, weliswaar erg kort, geeft deze tocht dat extra pigmentje ‘avontuur’ mee. Wat volgt is stevig op en af rond het Drielandenpunt, het hoogste punt. Fysiek uitdagend bevalt me meer dan technisch uitdagend. Niks nieuws onder de Limburgse zon.

Onverwachte steun

Eens hier voorbij ben ik officieel op de terugweg. In de afdaling over asfalt -dacht ik- rijd ik in mijn enthousiasme de afslag voorbij. Terug omhoog en een technische klim over grote keien waar ik ook nog eens voet aan grond zet. Even later volgt echter een zeer lange goedlopende en ultra plezante zachte afdaling tot op de top van de Camerig. De bevoorrading met krentenbollen en zoete ontbijtkoeken is Nederlands, coronaproof (individueel verpakt in pastic zakjes) en hartverwarmend. Man, die smaken. “Nou, dat lijkt me toch vooral lastig voor de benen, dat fietsen.”, stelt de blondine even verderop. “Nou, wat een wijsheid jongedame.”, denk ik in alle stilte. “Hoeveel km heb jij al?”, vraagt een andere dame die deelneemt. “Zeventig, maar ik deed een ommetje bij de 125 km”. Ze rijdt zelf de langste afstand van 180 km. “Nou, daar heb ik niks aan…”, gaat ze verder. Nederlanders denken niet in stilte. Tijd om te gaan. Had ik tot hiertoe al brede paden en boswegen, met zelfs enkele haarspeldbochten in gravel, dan komt nu een meer open stuk met veldwegels. Ik fiets langs de windmolens die je vanop de Gulperberg zo mooi ziet, over traktorsporen en grasvelden. Een vering vooraan is hier een meerwaarde. Heb ik echter niet. Af en toe herken ik een locatie, zoals plots op de Kruisberg, en door Wahlwiller. Ik passeer Gasterij A Gen Kirk, waar ik in het verleden al eens Limburgse vlaai at. Voorbij Mechelen, met overvolle terrassen, gaat het langs een wijngaard. Meer en meer zijn er mensen die de eenzame fietser aanmoedigen. Zo een stuurbordje, zeker in dit formaat, is herkenbaar. Het helpt wellicht dat ze denken dat ik de laatste man onderweg ben. Erger nog, dat is wellicht ook zo, door mijn omweg. “Kop op!”, “Respect hoor!”, “Succes!”. Het doet deugd, ik geniet ervan. Nederlandse spontaniteit is heerlijk als je aan het fietsen bent. De kilometers gaan traag, het verlangen om me op een terras neer te vlijen en een Limburgse Vlaai te bestellen kan maar ternauwernood bedwongen worden. En ik heb nog een ommetje langs Valkenburg te gaan. Bekend om de Cauberg en de mergelgroeven.

Ondergronds

Door de eeuwen heen ontstonden ruim 200 kilometer aan gangen in de ondergrond rond Valkenburg. Omdat de mergelgrotten op sommige punten 20 meter ondergrond liggen, verscholen de inwoners van de stad zich in de grotten toen de vijand voor de deur stond. Zes lange dagen. Met houtskool begonnen ze te tekenen en te schrijven op de lichte, zandstenen muren. Die tekeningen en notities staan nog steeds in de mergelgrotten. Het themabezoek dat aan de hand van de notities en tekeningen aantoont welke rol de grotten speelden in de Tweede Wereldoorlog, lijkt me een aanrader.

8301 kruisjes

Richting Valkenburg worden de off-roadpaden terug rasechte gravelwegen. Niet bijzonder lastig, goedlopend en een wijds uitzicht. Na een korte tweede stop aan het Shimano center (nog meer krentenbollen!) fiets ik de Cauberg off-road in het zog van twee heren. Ik kom boven aan het colbordje. Van daaruit komt Banholt aardig dichtbij en die finale is werkelijk super mooi. Om met wiskundige zekerheid niet als laatste het terrein op te draaien, versnel ik in die laatste kilometers. Er zit nog wat stamp op, merk ik. In Margraten is er een militair kerkhof. Een indrukwekkende groene zee van gras en bomen, en witte kruisjes met een Davidster. 8301 jonge mensen die hun leven gaven voor onze vrijheid. Een indrukwekkend en beklijvend zicht. Eén van hen, Joseph Fletcher Hill, is in 2001 op verzoek van zijn dochter teruggebracht naar Amerika. Zijn graf is nu leeg. Het eventterrein is al in staat van ontbinding. Aan de tafeltjes zit er echter nog redelijk wat mensen in wielerplunje van een pasta te genieten. Ik praat nog even na met de organisator, kap twee cola’s achterover en eet met smaak een bordje pasta op.

Heading West

Veel tijd om te treuzelen is er echter niet, want de dag is na zeven fietsuren al vergevorderd, en de terugweg is best lang. Heading west in de avond, en de zon alweer op weg naar haar ondergang. De radio staat hard, het hoofd is vrij. Leve de vrijheid. Want vrijheid… is niet vanzelfsprekend.

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE