Deel dit artikel:

GETEST: Wilier Rave SL

GRAVELBIKE VAN HET JAAR - DEELNEMER 2 // Op onze Gravelbike van het Jaar-testdag krijgen de juryleden traditiegetrouw heel wat moois onder de bips geschoven. Maar naar het ritje met de Wilier Rave SL werd door het merendeel van de testers toch extra uitgekeken. Niet enkel omwille van zijn sexy, glossy bruin lakwerk, maar ook door onze ervaringen met de Filante SL die Wilier vorig jaar instuurde voor de Racefiets van het Jaar-verkiezing…

Wilier is een van die tot de verbeelding sprekende fietsmerken. Het Italiaanse ‘powerhouse’ is momenteel heel erg zichtbaar in het profpeloton, met Mark Cavendish die onlangs op een Filante SLR richting zijn 35ste Touretappe knalde. Historisch was dat: het record van Eddy Merckx eindelijk verbroken! Maar ook in het gravelracen heeft Wilier met Ivar Slik een mooie ambassadeur. De Nederlander werd in de aanloop naar Unbound Gravel jammer genoeg aangereden door een auto, anders had die in Kansas allicht één en ander kunnen forceren met zijn knappe Rave SLR.

Die Rave SLR is het duurdere broertje van deze Rave SL. Het veel duurdere broertje. De prijs voor een Rave SL begint bij 4200 euro, voor een SLR-versie tel je al snel minstens het dubbele neer. Nochtans zie je met het blote oog amper verschil: de geometrie van de fietsen en de framevormen zijn exact dezelfde. Waar dat ridicule prijsverschil dan wel verstopt zit? Onder het lakwerk! Om een Rave SL te bouwen, wordt een ander (lees: goedkoper) type carbon gebruikt. Wilier beweert dat een SL-frame 140 gram zwaarder is dan een SLR-variant, maar specifieert niet in welke maat dat is. Deze Rave SL klokt alleszins af op 8,74 kilo in maat M. Netjes! Want met een Sram Rival groepset en aluminium Miche-wielen aan boord is dit geen verderliche afmontage.

Aan ‘bodyshaming’ doe ik niet mee: ik wil niet gezegd hebben dat wat extra gewicht per se ook betekent dat je een lompe, slome fiets in handen krijgt. Dat heeft Wilier me onlangs trouwens ook al aan den lijve doen ondervinden met z’n Filante SL. Die fiets deed vorig jaar een gooi naar de titel van Racefiets van het Jaar 2024. Het gewicht viel wat tegen waardoor hij al bij het begin veel punten verloor. Maar dankzij z’n heerlijk vinnige rijgedrag maakte deze fiets heel wat plaatsen goed en strandde hij in de subtop. Maar wél met een eervolle vermelding van de jury.

Zo komt het dat ik eind mei in Petegem met torenhoge verwachtingen plaatsneem op het San Marco Shortfit-zadel van de Wilier-testfiets. Het glossy bruin met beige accenten kan me wel bekoren. De gekke ‘uitstulping’ onderaan de bovenbuis van deze gravelracer biedt plaats aan de zadelpenklem en is iets waar ik geregeld mensen op hoor afknappen. Ik neem het detail al een tijd voor lief. Voor een reportagereeks in Grinta! magazine mocht ik lange tijd rondfietsen met een Rave SLR en dus merk ik dat ondingetje nog amper op.

Zoek op deze gravelbike trouwens niet naar bevestigingspunten voor allerhande gekke tassen of spatborden. Vaak zijn het enkel de topframes die van perforaties gespaard blijven, terwijl op de ‘instapmodellen’ wel een en ander voorzien wordt voor wie z’n fiets als een soort Zwitsers zakmes wil gebruiken. Nog iets wat in de racefilosofie achter deze fiets past, is de beperkte maximale bandbreedte van 42 mm. Met een clean frame zonder een ijzerwinkel aan boutjes en vijsjes kan ik perfect leven, maar wat extra ‘tyre clearance’ had ik toch geapprecieerd. In de Vlaamse Ardennen durf ik ’s winters mijn gravelbikes al eens te misbruiken in de modder en dan komt breder rubber goed van pas. Al moet het gezegd: ook de 38 mm brede Vittoria Terreno Mix-banden op deze testfiets bijten zich op onze doorregende testdag goed vast in de drassige ondergrond van de Scheldevallei.

Over de verdere afwerking van deze gravelbike valt ook weinig te klagen. De remleidingen worden vanaf het 40 cm brede Ritchey Comp Ergomax-stuur netjes de semi-geïntegreerde stuurpen ingeleid, de achtervork van het frame krijgt bescherming van een stevig stuk rubber en de carbon zadelpen helpt bij het dempen van trillingen. Wilier monteert deze Rave SL zoals reeds aangehaald af met aluminium Miche Graff XL-wielen en een elektronisch geschakelde 12-speed Sram Rival XPLR groepset met 40-tands crank en een 10-44 cassette achteraan.

Je leest het, niks mis met deze fiets. Hij ziet er knap uit, is netjes afgewerkt en hij biedt bij het sturen veel stabiliteit en zekerheid. Een soortement ideale Italiaanse schoonzoon dus. Maar wanneer je op zo’n testdag de ene gravelbike kort na de andere test, dan wil je meteen die kriebel in de buik voelen. Je wil al in de eerste hectometers een stamp onder je cohones krijgen waardoor je haast automatisch als een bezetene steigert. Je wil meer rock ’n roll. In dit geval dus iets meer Måneskin en wat minder Eros Ramazotti. Zeker bij een gravelracer!

Conclusie

Qua pure snelheid en acceleratievermogen stak de Rave SL er dus niet echt met kop en schouders bovenuit. Het algemene gevoel was heel positief: bij alle leden van de jury scoorde hij in deze afmontage mooie punten. Maar niemand plaatste hem echt op het podium en stak overtuigd de loftrompet. Anders dan met de Filante SL racefiets, werd ik niet op slag verliefd, maar merkte ik toch een verschil in responsiviteit met de Rave SLR waarmee ik zo vertrouwd ben. Ergens is dat natuurlijk ook logisch voor een fiets die de helft goedkoper is.

Natuurlijk wordt het acceleratievermogen niet meteen geholpen door de aluminium Miche-wielen die niet licht zijn en de geprofileerde Vittoria-banden die voor best wat rolweerstand zorgen. Ook het Ritchey-stuur dat vanaf de stuurpen naar boven knikt zodat je met je handen bovenop het stuur in een rechtere positie zit, vind ik niet echt passen op een gravelracer met deze pedigree. Een andere set wielen en een stel lichter lopende banden zouden een spreekwoordelijke Red Bull kunnen zijn voor deze fiets en hem vleugels geven.

De Rave SL in deze afmontage maakt je portemonnee 4900 euro lichter. Meer info vind je op de website van Wilier.

Gerelateerde artikels