De nieuwe Ultimate is nog steeds een fiets voor wie zoekt naar een klassiek silhouet, puur design en allround prestaties. Het werd geen revolutie maar een evolutie, zij het dan wel een grondige. De Ultimate zit al sinds 2004 in het gamma en is nu aan zijn vijfde generatie toe. Canyon achtte de tijd meer dan rijp om dit model terug te laten aansluiten bij de huidige trends. Generatie 4 was namelijk een van de laatste fietsen in de WorldTour met kabels die nog buitenom liepen.
3 Ultimates
De Ultimate komt in drie modellen, SL, SLX en CFR, en elk van die platformen krijgt twee kleurstellingen. Nog belangrijker dan een mooi kleurtje is een correcte maat. De Ultimate is dan ook beschikbaar in acht maten, wat redelijk genereus is in vergelijking met veel concurrenten. De kleinste maten (3XS en 2XS bij de SL en alleen de 3XS bij de SLX worden uitgerust met kleinere 650b-wielen. De geïntegreerde cockpit vind je al bij de SL, maar voor de mechanische groepsets (Ultegra en 105) wordt de oudere cockpit gebruikt, met de buitenom lopende kabels, omdat de nieuwe cockpit geen plaats heeft voor interne mechanische schakelkabels.
Onder de UCI-limiet
Deze Ultimate moest volgens de makers perfect zijn voor de Ötztaler Radmarathon, wat betekent dat hij licht en comfortabel moet zijn maar ook goed moet sturen. Licht is hij zeker. De CFR Di2 (maat M) zagen we aan de Park Tool-weegschaal 6,19 kilogram optekenen. De iets betaalbaardere SLX 9 Di2 zit nog altijd mooi op de UCI-limiet. Het verschil in framegewicht tussen de CFR en SLX valt mee (762 versus 846 gram in compleet afgewerkte toestand), maar de SL is met zijn 1062 gram de minst afgetrainde van de drie. De oorzaak ligt in een verschillende carbon layup tussen de drie uitvoeringen. De vork van de SL en SLX en die van de CFR tekenen een kleiner verschil op: 350 versus 320 gram. De zadelpennen zijn opvallend licht: 110 gram voor die met setback (op de SL en SLX) en 70 gram voor de rechte pen van de CFR, wel telkens zonder de kopklem gewogen.
Subtiele aerodynamica
Ook optisch is de Canyon Ultimate mooi in evenwicht, zonder rare draaiingen. Zowel de stijfheid als de aerodynamica zie je aan de vorm van de buizen. De grootste uitdaging bestond erin om deze fiets snel te maken zonder de zijdelingse oppervlakte van het frame te vergroten. Kijk je bijvoorbeeld naar de Speedmax of de Aeroad, dan zie je dat de buizen langwerpig zijn om de luchtstroom te verbeteren, maar dat mocht niet bij de Ultimate. Dat maakte de ontwikkeling er niet eenvoudiger op. Daarom hebben de Canyon-ingenieurs en -designers samengewerkt met de aero-experts van Swiss Side, die mede dankzij hun F1-achtergrond een stevige reputatie genieten. Zonder de gewichts- en stijfheidsdoelen aan te tasten, is er een winst van 10 watt behaald op de frameset. De vergelijking met de vorige Ultimate is trouwens gemaakt met dezelfde componenten. Twee watt daarvan is afkomstig van de kabelintegratie maar ook de zadelpen en de vork, inclusief een vloeiende overgang tussen vork en onderbuis, waren belangrijk. Zet je er ook een fietser op, die trouwens voor het merendeel van de luchtweerstand zorgt, dan is het verschil tussen de nieuwe en de vorige Ultimate nog 5 watt aan een snelheid van 45 kilometer per uur.
Er is 32 millimeter bandruimte maar Canyon gebruikt 25 millimeter vooraan en 28 achteraan om een goede mix van aerodynamica en comfort te creëren. Je kan de cockpit 15 millimeter verhogen of verlagen en het stuur breder of smaller maken. De ‘vleugels’ van het stuur zitten telkens met twee bouten vast aan het middenstuk, wat handig is als je de fiets meeneemt op reis.
Stevig en stijf
Qua stijfheid scoort de Ultimate het maximum van 1.0 in het Tour-testprotocol. De CFR is veel stijver dan de vorige versie en hij kon nog lichter geworden zijn, maar extreem licht gaan, wilden ze niet, want de stevigheid moest in alle omstandigheden bewaard worden. Er is zelfs 30 gram aan carbon versteviging toegevoegd om bepaalde stresszones te verstevigen. Er zit eveneens een beveiliging in het balhoofd zodat het stuur niet tegen de bovenbuis kan tikken – een euvel dat in koersomstandigheden vaak frames ten grave draagt. Bij de ontwikkeling van de Ultimate hebben de ingenieurs de crashgeschiedenis van de gesponsorde renners nagekeken, waardoor duidelijk werd dat zo’n ‘crashbumper’ noodzakelijk was. Hij is getest tot een kracht van 120 Nm en breekt niet. Canyon gebruikte deze keer geen zogenoemde ‘Unicorn’-carbon maar gewoon de best mogelijke variëteiten die beschikbaar zijn.
WorldTour als testlabo
De profrenners kregen hun Ultimates na de voorjaarsklassiekers. Machines kunnen geen echte situaties nabootsen zoals de profs dat kunnen, hoewel Canyon vaak het dubbele van de ISO-norm hanteert bij de interne tests. Die toppers zetten andere krachten op die fiets en geven feedback die vaak goed overeenkomt met de Excel-cijfers die uit de computers in Koblenz rollen. Zo hadden ze eigenlijk verwacht dat Tim Merlier het frame kapot zou krijgen – blijkbaar vraagt hij serieus wat van zijn fietsen – maar hij bleek er erg tevreden mee en gebruikt het testmodel nog altijd als trainingsfiets. Imanol Erviti en Enric Mas van Movistar waren de voornaamste testers. Het gevaar van hun input in dit vroege stadium is dat er foto’s online worden gelekt, en dat is net wat er is gebeurd. De bedoeling is zelfs om bij toekomstige fietsen nog veel meer gebruik te maken van hun feedback. Een van de rechtstreekse gevolgen bij dit model is de ontwikkeling van een rechte zadelpen. Intussen is de Ultimate ook in wedstrijd gebruikt en dat leverde onder meer twee ritzeges in de Vuelta op, met dank aan Jay Vine van Alpecin-Deceuninck.
Eerste indruk
Wat ons vooral nog bijstaat van de vorige versie is de aangename nervositeit en levendige vinnigheid en directheid. Het was dan ook een genot om te ervaren dat ondanks de toevoeging van de aerodynamische ingrepen dat gedrag bewaard is gebleven. Deze fiets wil vooruit en dat zal je geweten hebben. De stijfheid in het bracketgedeelte zorgt ervoor dat je graag op de pedalen gaat staan om het acceleratiegevoel terug op te wekken. Wij mochten met de 6,2 kilo lichte CFR Di2 op pad en ondanks onze beperkte klimconditie genoten we van elk stuk bergop – al laat onze pijnlijke grimas op de Col de la Madone anders vermoeden. De smalle, technische afdaling van diezelfde Madone bleek een perfecte test voor de stuurprecisie van deze Canyon Ultimate CFR en hij slaagde met verve. Het is een fiets die je met vertrouwen op snelheid durft te laten komen omdat je weet dat hij de volgende bocht zal insturen zoals jij het wil en verwacht.
Die aangename nervositeit, die typisch is voor lichte en pure racefietsen, laat zich vooral voelen op tragere passages. Dit is dan ook geen fiets die is gemaakt voor wie onbekommerd wil genieten van rustige ritjes, maar wel voor wie op elk moment wil voelen dat hij of zij op een vinnig vehikel heeft plaatsgenomen. Die nervositeit maakt hem overigens niet onbestuurbaar of onvoorspelbaar, maar wel levendig en gretig – exact hoe wij hier graag hebben dat een volbloed koersfiets aanvoelt.
Dat gevoel wordt versterkt door de DT Swiss PRC 1100 Mon Chasseral-wielen, met hun 1266 gram de lichtste productiewielen die Canyon in voldoende hoeveelheid kon inkopen. De lage velgen laten zich snel van koers veranderen en de hoge rateltoon van de DT 180-naaf zorgt ervoor dat je voorliggers je gegarandeerd horen aanstormen. In de komende testperiode die we op onze lokale parcoursen nog hebben, kijken we hoe deze fiets reageert op hogere velgen. De Shimano Dura-Ace 12-speed-groep blijft zalig om te gebruiken en de nieuwe cockpit ligt uitstekend in de hand, zelfs als je je handen losjes bovenop het stuur legt, op de plek die niet met stuurlint is bekleed. Het enige onderdeel dat we zo snel mogelijk willen vervangen, is het carbon C59-zadeltje. Dat heeft geen bedekking, waardoor je gemakkelijk over het gladde carbon zadeldek glijdt. Dat extra gewicht van een comfortabeler zadel gaan we meer dan waarschijnlijk niet merken.
Op het vlak van comfort kunnen we kort zijn: dit is een echte koersfiets, dus verwacht geen boterzachte rit. Deze CFR heeft bovendien de rechte zadelpen, die minder trillingen dempt dan de versie met setback. Toch vonden we het geen beenharde rijervaring. Ook op kasseitjes konden we vlot onze snelheid vasthouden en dat blijft toch een van onze vaste tests om te checken hoe fietsen omgaan met trillingsfrequenties.
Onze eerste ritten, enerzijds tijdens de persintroductie in Nice en anderzijds tijdens een testritje in de Vlaamse Ardennen, stelden ons gerust dat de Ultimate nog altijd een levendige en directe fiets is, terwijl we blij zijn met de tijdloze look en de hedendaagse eigenschappen zoals verlaagde luchtweerstand en kabelintegratie. Is het dan de Ultieme racefiets, zoals de naam wil laten vermoeden? Hij komt in elk geval verdomd dicht in de buurt.