Deel dit artikel:

Eerste indruk: Cannondale Synapse Lab71

De Synapse houdt qua uiterlijk het midden tussen de SuperSix Evo en de gravelbikes van Cannondale, maar behoudt toch duidelijk zijn eigenheid dankzij een snuifje technologie. Grinta! mocht hem in avant-première testen.

De Synapse is al jaren een van de belangrijkste modellen in de endurancecategorie. Samen met de Trek Domane en Specialized Roubaix, die in tegenstelling tot de Synapse wél gebruikmaakten en -maken van speciale hulpmiddelen voor extra schokdemping, toonde hij aan dat comfort niet moest gelijk staan aan sloomheid. Ook bij deze nieuwe generatie mikt Cannondale niet enkel op het verminderen van trillingen, maar koppelt het aerodynamica en een indrukwekkende stijfheid-gewichtverhouding aan ruime bandenspeling, comfort en slimme technologie.

Lachlan Morton reed met de Synapse (mét SmartSense-technologie) Australië rond in een recordtijd. (foto: Karter Machen)

Bij dat laatste denk ik meteen aan de SmartSense-verlichting en -radar. Dat werd geïntroduceerd bij de vorige Synapse, maar het nogal lompe uiterlijk en de beperkte accuduur beperkten de bruikbaarheid enorm. Handig is dan ook dat de koplamp kleiner is geworden (en rechtstreeks gemonteerd op de kop van de stuurpen of cockpit), maar veel krachtiger (tot 800 lumen), de Garmin Varia eRTL 615-radar en het achterlicht netjes onder het zadel zijn geïntegreerd, en de batterij lichter is en nu volledig weggewerkt in de onderbuis. De capaciteit is meer dan verdubbeld (43,2 Wh) ten opzichte van de vorige versie, met een gebruiksduur tot wel 24 uur (met de lichten in flashmodus, maar op volle sterkte zakt dat tot 2,5 uur).

Het voordeel om de lichten en de radar te integreren met één batterij en in één systeem is dat je maar één accu moet opladen (via USB-C). In die batterij zit trouwens een zaklamp verwerkt en je haalt hem eruit via het StashPort-opbergsysteem. In combinatie met Sram-versnellingen voorziet deze centrale accu ook de AXS-derailleurs van jus. Zelfs al heb je maar 5% batterij meer over, dan nog kan je honderden kilometers rijden, zo verzekert Cannondale. Om het achteropkomende verkeer en het batterijniveau te zien, heb je een compatibele fietscomputer (Garmin, Wahoo, Hammerhead …) of je smartphone met de Cannondale-app nodig.

Gewicht was evenmin het sterkste punt van de vorige generatie. Terwijl de stijfheid hoger is, is het gewicht competitiever (meer dan 100 g minder dan de vorige Synapse). Het lichtste carbon frame weegt nu minder dan 1000 gram (Hi-Mod-versie, want gewone is 150 gram zwaarder), maar de geometrie blijft comfortabel. Ook de layup van het carbon en de vorm van de buizen is gemaakt om extra comfort te bieden. Cannondale meldt dat je maar liefst 20% meer comfort vanuit het zadel zal ervaren ten opzichte van de vorige Synapse. Om zulke cijfers te kunnen voorleggen, moet een frame ontworpen zijn om te kunnen doorbuigen en die kwaliteit zie je al met het blote oog. De zitbuis is namelijk enorm dun (vanuit profiel bekeken) aan de onderkant.

De ingenieurs staken er heel wat tijd in om het StashPort-opbergsysteem zo optimaal mogelijk te positioneren en vormgeven in de onderbuis. Zelfs in combinatie met de SmartSense-batterij is er plaats voor de StashBag, een tasje voor een reservebandje en andere hulpmiddelen, waarmee je de nood voor een zadeltas vermijdt.

Ruimte voor brede banden is essentieel in deze categorie van fietsen. Vooraan kan je tot 48 mm kwijt, achteraan is dat 42 mm (met aan beide zijden minstens 4 mm speling). Dat maakt van de Synapse een echte alleskunner, voor lange, comfortabele ritten. Dat betekent uiteraard dat je er een ‘allroadbike’ van kan maken, waarmee je lichte gravelritten kan rijden. Gebruik je hem ook in slecht weer, dan kan je de bevestigingspunten voor spatborden benutten.

Net zoals de SuperSix Evo heeft de Synapse nu de V-vormige Delta Steerer. Die maakt interne kabelgeleiding mogelijk terwijl het de voorkant van het balhoofd smaller maakt, wat zorgt voor aerodynamische winst. Luchtweerstand is de voornaamste vijand voor de fietser die sneller wil gaan. Daarom zie je niet alleen de Delta Steerer maar ook D-vormige framebuizen die hun nut al bewezen hebben, en een carbon cockpit. De zadelpen en balhoofdonderdelen zijn dezelfde als bij de SuperSix Evo, wat het vinden van vervangonderdelen vergemakkelijkt.

De topversie heet opnieuw Lab71, maar in tegenstelling tot bij de SuperSix Evo krijg je dan geen derde, nog betere versie van de Synapse, maar ‘gewoon’ de Hi-Mod. Je kan die krijgen als aparte frameset (5799 euro) om zelf naar wens op te bouwen, of als complete fiets met Sram Red XPLR AXS 1×13-speed (zo maakt Cannondale optimaal gebruik van de UDH-derailleurpat), Reserve 42 | 49 Turbulent Aero-wielen met DT180-naven, Vittoria Corsa Pro Control 32 mm, de knappe Cannondale SystemBar R-One-cockpit die samen met Momo Design is ontwikkeld, en met het complete SmartSense-pakket. Die fiets kost een pittige 15.799 euro en weegt in maat 56 8,04 kilo. Weet wel dat de SmartSense-batterij daarvan al 300 gram opeist. Er zijn zeven maten (44, 48, 51, 54, 56, 58, 61 cm), waarbij de twee kleinste een rechte zadelpen krijgen en de andere een zadelpen met 20 mm offset.

Er is nog een andere uitvoering met het Hi-Mod-frame, maar dan met Shimano Ultegra Di2 2×12-speed. Die Synapse Carbon 1 heeft DT350-naven en mist het SmartSense-systeem, dat duidelijk gericht is op integratie met Sram. Dat laat de prijs wel zakken tot 9199 euro. De Synapse Carbon 2 is ook uitgerust met Ultegra Di2 maar dan in combinatie met het gewone, iets zwaardere frame, carbon DT Swiss ERC 45-velgen met DT370-naven en afzonderlijke stuurpen en stuur voor 7199 euro. De Synapse Carbon 4 doet het met Shimano 105 Di2 en alu wielen voor 4499 euro, de Carbon 5 met mechanische 105 voor 3499 euro. Je merkt misschien dat de cijfers in de modelnamen elkaar niet opvolgen, dus ja, je hebt gelijk: er komen binnenkort nog andere uitvoeringen aan.

Eerste indruk

Fietsen van €15.799 zijn tegenwoordig geen uitzondering meer, maar wat blijft dat toch een enorme smak geld. Leg er een paar duizend euro bij en je koopt een kleine gezinswagen. En dan denk je misschien net als ik: waarom zo’n astronomisch bedrag neertellen voor een fiets van 8 kilo, met een batterij en verlichting erin verwerkt? Wil je voor dat geld niet gewoon een regelrechte koersbak? Ontdaan van alle overbodige prulletjes en gewicht? Een fiets waarmee je Remco, Tadej of Mathieu iedereen in mootjes ziet hakken en waarmee ook jij – al was het maar door een soort placebo-effect – al je vriend(inn)en naar de Filistijnen zal rijden?

Gelukkig kan ik al meteen meegeven dat je die fietsmakkers ook met deze Synapse Lab71 danig op de rooster kan leggen. Al bij de eerste paar lendenrukken weet de fiets me te charmeren met zijn rijgedrag. Er zit leven in deze uitvoering van de Synapse en hij stuwt me haast meteen krachtig vooruit wanneer ik mezelf in gang trek. Vlotjes de 35 per uur aantikken op het vlakke, die snelheid een tijdje vasthouden, mezelf eens lanceren op enkele onaangenaam oplopende betonstroken, bochten met vertrouwen en tegen hoge snelheid aansnijden, stampen op de pedalen en de fiets – lichtjes overdreven – tussen mijn dijen laten dansen… Het lukt allemaal verrassend vlotjes. Dit is een tweewieler die goesting geeft om ertegenaan te gaan en dat voel je tegenwoordig wel vaker bij moderne endurance racefietsen. Enkele jaren terug was ik een koele minnaar van het subgenre. Ik vond endurance racers vaak saaie afkooksels van racefietsen waar wél pit inzat. En met saai bedoel ik niet de looks, maar wel het uitgevlakte rijgedrag, de overdreven rechte zithouding en de afmontages waarvoor nogal vaak minderwaardige, zwaardere wielen werden gebruikt. Maar met o.a. de Canyon Endurace, de Giant Defy, de Focus Paralane en nu dus ook deze Cannondale Synapse lijkt het tij definitief gekeerd. Extra ruimte voor bredere banden en een wat meer comfortabele zithouding worden gecombineerd met een frame dat toch stijf en aerodynamisch genoeg is, waardoor endurance racers vandaag écht wel een waardig alternatief zijn voor ambitieuze wielertoeristen.

Wat de looks van deze Synapse betreft, hink ik op twee gedachten. Enerzijds vind ik het frame visueel wat uit balans. De onderbuis biedt plaats aan de SmartSense-batterij en de ‘StashBag’, dus die is hoekig en vrij groot. Dat staat dan weer in lichtelijk schril contrast met de gebogen, superdunne zitbuis die je bijvoorbeeld ook op de nieuwe generatie Topstone-gravelbikes van Cannondale aantreft en die voor comfort onderweg moet zorgen. Anderzijds zijn er de geweldig knappe Sram RED AXS XPLR-groepset en de SystemBar R-One-cockpit die op deze fiets geweldig tot zijn recht komt. Nochtans hou ik niet per se van volledig geïntegreerde carbon sturen op endurance fietsen. Maar aangezien dit toch echt een endurancemodel van sportief allooi is, biedt het wel een meerwaarde. De cockpit van 40 cm breed knikt bovendien een stukje naar beneden en dat corrigeert deels de hoge balhoofdbuis, waardoor je zithouding niet te recht wordt en je toch getriggerd bent om regelmatig de beugels op te zoeken en je plat te leggen voor een sprintje of een Remco-imitatie. Ook de Reserve-wielen met hun grote interne velgbreedte zorgen ervoor dat de 32 mm brede Vittoria Corsa Pro Control-banden mooi ‘openstaan’ en zo een groot raakvlak hebben met de ondergrond.

De Sram RED-groepset is er trouwens eentje met een enkel, 44-tands voorblad en een 10-46 cassette achteraan. Net als Mads Pedersen in de klassiekers gooien dus ook de productmanagers van Cannondale de voorderailleur overboord op de Synapse Lab71. Dat is een trend die we allicht nog vaker gaan tegenkomen, want de eenvoud van schakelen is met een single groepset echt plezant. Al heeft daarover iedereen een andere mening en houden we er allemaal andere gewoontes op na. Op haast iedere gravelbike die ik test, ontbreekt tegenwoordig een voorderailleur en dus ben ik de grotere sprongetjes tussen de versnellingen wel gewoon. Het vergt van mij dus weinig moeite om ook op de wegfiets de voorderailleur te bedanken voor bewezen diensten, zeker met een cassette die 13 kroontjes telt. En met een 44-46 als kleinste versnelling kom je in ons Belgenlandje echt wel op iedere steenpuist boven.

Zoals gezegd weegt deze Synapse in maat 56 acht kilo. Gewicht is niet alles in het leven en ook wanneer het op de grammen van je fiets aankomt, moet je heus niet altijd de Pascale Naessens in jezelf naar boven halen. Zo staat de Synapse Lab71 ook bergop echt wel zijn mannetje. Je voelt gewoon bij elke trap dat het frame en de onderdelen allen hoogwaardig spul zijn waar elke overbodige gram van is afgeschaafd. Maar net dat maakt de keuze voor het SmartSense-systeem met een forse batterij in de onderbuis zo bizar op deze high-end uitvoering. Je hoeft me niet te overtuigen van de meerwaarde van verlichting op de fiets (ook overdag) en ik snap de handigheid van een centrale batterij die alle elektronica aan boord aanstuurt. Je hoeft immers maar één ding op te laden en bovendien gebeurt dat via een simpele USB-C-kabel. Dat is makkelijk wanneer je dat Sram-opladertje voor de batterij van de achterderailleur weer eens bent kwijtgespeeld. Maar tegelijk vind ik het SmartSense-systeem wat uit de toon vallen op deze uitvoering van de Synapse. Ook al is dit een heerlijke fiets om over kasseien te dokkeren, om de speelvogel uit te hangen of om ongenadig hard tegen de wind in te beuken: het idee dat er diep in het frame een accu verstopt zit die overbodig gewicht toevoegt, is voor mij het mentale equivalent van jeuk hebben op een plek waar je net niet bij kan.

Nog even over de SmartSense-batterij: die plaats je via de ‘StashPort’ in de onderbuis en daar schuift ze in een houdertje waardoor ze aan het frame vasthangt én waardoor de fiche van de bekabeling telkens ook goed is ingeplugd. Het hele SmartSense-systeem voor de eerste testrit aan de praat krijgen, was trouwens ook wel een dingetje. De fiets komt met nogal een uitgebreide handleiding. Toen ik daarin het woord ‘Cannondale-app’ las, zetten mijn tenen een spontane krulbeweging in. Toch niet weer een app die ik moet downloaden, waarvoor ik een profiel moet aanmaken, waarvan ik het wachtwoord morgen alweer ben vergeten…? Gelukkig moest ik enkel een knopje aan de SmartSense-batterij indrukken om de hele reutemeteut te doen ontwaken na de lange reis vanuit het Cannondale-hoofdkwartier richting onze redactie. Handig trouwens: de batterij heeft een soort zaklampje dat voor verlichting zorgt in de donkere onderbuis en die automatisch aanschiet wanneer je de ‘StashPort’ opent. Dat maakt het meteen ook iets makkelijker om de ‘StashBag’ in en uit het frame te halen.

Qua comfort kan ik enkel concluderen dat de Synapse Lab71 op hetzelfde niveau zit als endurance fietsen van andere grote merken. De 32 mm brede Vittoria-banden zijn supersoepel en met het juiste aantal bar – of ben jij een psi-persoon? – vormen ze een soort tapijtje dat je over ons Belgisch netwerk van verrot beton en afgebrokkeld asfalt legt. Voor mij persoonlijk viel het Fizik Argo Mobius-zadel wel enorm tegen, maar daar zal niet iedereen last van ondervinden. Het feit dat er nog veel bredere banden in het frame en de voorvork passen, vind ik een meerwaarde en het zorgt ervoor dat je deze fiets zelfs als gravelbike zou kunnen inzetten. Anderzijds: zou jij durven gravelen met een fiets waarvoor je bijna 16.000 van je zuurverdiende euro’s hebt neergeteld?

Wil je meer weten over de Synapse Lab71 of andere uitvoeringen van de nieuwe Synapse? Surf dan even naar de website van Cannondale.