Weektip: waar let je op bij aanschaf fietsverlichting?

Ga je op zoek naar verlichting, dan stuit je bij vrijwel alle fabrikanten op de termen ‘lumen’ en ‘lux’ en soms ook op de eenheid ‘candela’. Wat betekenen deze eigenlijk?

Lumen geven aan hoeveel licht een lichtbron (de fietslamp dus) uitstraalt in alle richtingen tegelijk. Dit is de lichtstroom. Bij candela gaat het om de hoeveelheid licht die in een specifieke richting wordt uitgezonden. Dit is dus de lichtsterkte. Lux staat voor de hoeveelheid licht die invalt op een bepaald oppervlak, maar zegt niets over de kracht van de lichtbron die erachter schuil gaat.

Op de verpakkingen van fietsverlichting staan één of meerdere van deze eenheden vaak omschreven. Ze geven een indicatie van hoe een lamp presteert. Tegelijkertijd blijven het ietwat abstracte cijfers en is het waarschijnlijk lastig inschatten wat goed is en wat niet. Daarom is het zeker aan te raden om de lichtstralen vóór aanschaf met elkaar te vergelijken. Niet alleen aan de hand van informatie, maar ook in de praktijk.

Wat koop je?

Wat je koopt, hangt af van je gebruiksdoel. Rij je er alleen mee door de stad of zoek je de donkere single tracks op? Over het algemeen geldt dat een ideale lichtbundel een breed deel van de weg of het pad beschijnt. Zo zie je wat er voor je ligt, wat eraan komt en waar je langs rijdt. Ook is het voor menigeen belangrijk dat je licht hebt waarmee je vanuit verschillende hoeken gezien wordt.

Een goede lichtbundel biedt egaal licht, zonder vlekken. Vaak hebben lampen een fel punt in de bundel. Dit moet niet direct voor het voorwiel op de weg of het pad invallen, omdat je ogen zich daar te veel op gaan focussen. Een licht met een te fel punt kun je niet altijd hoger instellen, want dan bestaat het risico dat je ander verkeer verblindt. Een goede lichtbundel biedt de fietsers veel licht, maar hindert tegenliggers niet.

Vergelijking

We bieden een houvast en maken een grove vergelijking op basis van lumen. Koop je een lamp tot 100 lumen, dan heb je een lamp waarmee je gezien wordt in het stadsverkeer. Blijf je in de bebouwde kom met straatverlichting, dan is dat prima. Maar verwacht er niet veel meer van dan dat. Kies je een lamp van 100 tot 400 lumen, dan ben je zelf goed zichtbaar en beschijn je redelijk de weg die voor je ligt. Voor relatief rustige ritten op je racefiets komt deze verlichting van pas.

Verlang je meer, dan kom je in de categorie met een lichtsterkte die varieert van 400 tot 800 lumen. Deze lampen zijn geschikt voor racefietsers en mountainbikers die in het donkere achterland rijden en zelf willen zien en gezien willen worden. Is het echt aardedonker en is alle licht welkom – denk aan de bospaden met boomwortels en slecht onderhouden wegen buiten de bebouwde kom – dan kom je uit bij verlichting met een lichtsterkte van 800 lumen of meer.