Het is ietwat last minute dat ik voor deze verkenning word opgetrommeld. Collega Joyce belandde dit voorjaar door een ongelukkige aanrijding een hele poos in de lappenmand en een rit met een pak hoogtemeters in het Pays des Collines zag ze zichzelf nog niet meteen tot een goed einde brengen. Maar ‘In het Wiel van het Ventiel’ wordt zowat in mijn achtertuin verreden en dus zou ik dat varkentje weleens wassen. Veel goesting en parcourskennis dus: ik woon in de Vlaamse Ardennen, maar steek met de fiets haast altijd de taalgrens over. Op één of andere manier voelt het in Wallonië rustiger aan, is het landschap meer open en lijken er minder automobilisten te zijn die een real-life variant van Carmageddon spelen. Maar er is ook een keerzijde aan die medaille en ik word er vandaag (voor de zoveelste keer) mee geconfronteerd…
Parcoursen voor elk niveau
Maar ik loop op de feiten vooruit. Een blik op de website van het Ventiel Cycling Team leert me dat deelnemers op 13 en 14 juli de keuze krijgen uit een rist afstanden: 15, 40, 70, 100 en 128 kilometer vanuit Kortrijk. Keerpunt van de langste route is Ellezelles, in het hartje van het Waalse heuvelland en slechts een boogscheut van waar ik woon. Hier pik ik in op het parcours. Net zoals bij mijn verkenning van de Kwaremont Classic ligt het zwaartepunt van de rit voor mij aan het begin en het einde van de dag, terwijl de route voor de deelnemers vanuit Kortrijk een stuk logischer is ingedeeld. Hen wacht een pittig middenrif, maar wel met een vlakke aanloop en finale.
Hohohow met de hoogtemeters
Het ‘heksendorpje’ Ellezelles ligt in een dal. Waarheen je vanaf het marktplein ook wil: klimmen moet en zal je. In mijn geval is dat vandaag richting de Mont Saint-Laurent. Dat is een stevige steenpuist ten zuiden van Ronse die je langs verschillende kanten kan bestijgen. Vanuit Ellezelles gaat het lang, maar nooit steil bergop. Anders is het wanneer je hier vanaf Saint-Sauveur naar boven moet. Eén van de wegen is geplaveid met kasseien en daar zou je zelfs je schoonmoeder nog niet naar boven sturen. De klim vanuit Ellezelles geeft al meteen weer waar de parcoursbouwer ongeveer naartoe wil met z’n route. Er mochten duidelijk wat hoogtemeters inzitten, maar de absolute potenbrekers waar je jezelf sowieso tegenkomt, die worden vermeden. Ook een eindje verderop laat ik de Karnemelkbeekstraat, de Côte de Trieu en de Mont d’Enclus links – of in dit geval rechts – liggen om via Escanaffles de Schelde over te steken en het vlakkere West-Vlaanderen in te duiken.
Mijn vlakke land?
Vlakker dus, niet helemaal vlak. Dit uithoekje ten zuidoosten van Kortrijk is een soort voorgeborchte van de Vlaamse Ardennen en het Pays des Collines en dus gaat het rond Avelgem, Zwevegem en Sint-Denijs ook verrassend vaak op en af. Het parcours van ‘In het Wiel van het Ventiel’ draait, keert en golft richting Kortrijk wanneer plots de Sint-Pietersbrug mijn aandacht trekt. De mooi gerestaureerde stalen ophaalbrug dateert uit de 19e eeuw en is een ideale pauzeplek. Hapje eten, slokje drinken, even uitzoomen op de Wahoo en zien dat ik hier makkelijk een stukje van de tocht kan afsnijden… Ik twijfel, maar in de buurt van Zwevegem maak ik toch de doorsteek. In gemanoeuvreer door enkele buitenwijken van Kortrijk heb ik vandaag niet meteen zin. Ik wil de natuur in!
Bonjour Juju!
In de buurt van Zwevegem en Sint-Denijs zijn de uitzichten op de Scheldevallei en de Kluisberg in de verte echt de moeite. Het is dat ik aan de oude ophaalbrug nog maar pas een reepje naar binnen heb gewerkt, of ik zou al opnieuw pauzeren aan één van de vele kapelletjes die ik hier tegenkom. De afdaling richting de Schelde is opnieuw ingezet. In het gezellige Helkijn rij ik het laatste stukje beschaving voorbij vooraleer ik terug Henegouwen en het niemandsland rond Celles induik. De dorpjes die je hier tegenkomt zijn vaak niet meer dan een kerktoren met wat huizen errond. Altijd krijg ik tussen de akkerlanden het gevoel dat ik alleen op de wereld ben. Je komt er haast niemand tegen, laat staan andere fietsers. En toch: in de verte doemt een kleine, magere gedaante op een fiets op. Wanneer hij dichterbij komt, ontwaar ik een tenue van Soudal – Quick-Step. Ik kijk, knik, krijg een knikje terug en besef dan pas dat ik niemand minder dan Julian Alaphilippe ben gekruist. De Fransman heeft een optrekje in Ronse en komt hier dus wel vaker trainen, maar ik had hem hier allerminst verwacht.
Rebonjour Juju!
Ook in de ruime regio rond Celles gaat het nooit echt stevig bergop. Tussen de Kluisberg en de Mont Saint-Aubert in Doornik is dit een glooiend stukje ‘far west’ van Wallonië. En alsof de dorpen hier nog niet ingedommeld genoeg zijn, lijkt het wel alsof de parcoursbouwer me er wil weghouden. Ik laveer tussen plaatsen als Molenbaix, Velaines en Thimougies. Ik wou natuur en dat is ook exact wat ik voorgeschoteld krijg! Het enige nadeel is dat ik op deze warme vrijdagnamiddag stilaan door mijn bidons heen zit. Aan de molen van Thimougies, die op een heuvel werd gebouwd met een prachtig uitzicht over de streek, speel ik de laatste slokken sportdrank naar binnen. Ik moet maar eens stoppen aan de eerstvolgende supermarkt, denk ik bij mezelf wanneer ik wegrijd van het pittoreske plekje. En wie kom ik net op dat moment weer tegen? Inderdaad: Juju! Wat is de kans, in dit godverlaten oord? Alleszins: ik had hem beter gevraagd of hij in zijn bidons nog iets over had voor mij, want die supermarkt onderweg, tja… Je kan het al raden zeker?
Fata Morgana
In Beclers, vlak na Thimougies, maak ik een kapitale fout. Ik rij een cafeetje voorbij met het idee dat ik binnenkort wel iets tegenkom waar ik wat drank kan kopen. En dan gaan twintig warme kilometers voorbij zonder dat ik een winkel, een bakkerij, een drankautomaat, een tankstation of whatever vind. Met geen druppel water meer in mijn flessen vind ik in Frasnes-Lez-Anvaing eindelijk een frituurtje waar ik kan bijtanken. Het lijkt wel een fata morgana, maar ze is er écht! Wanneer je deelneemt aan ‘In het Wiel van het Ventiel’ zal je van ontberingen geen last hebben, want je krijgt meer dan genoeg bevoorrading onderweg. Maar als je zinnens bent om hier een niet-georganiseerde tocht te fietsen, één gouden tip: zorg dat je meer dan voldoende eten en drank bij je hebt. De rust van het Pays des Collines is niet de rust zoals we die in Vlaanderen kennen.
Geef je ogen de kost
Het is lang geleden dat een frisse cola me nog zo heeft gesmaakt en ik zal hem nodig hebben ook, want tussen Frasnes en Ellezelles wacht me nog wat klimwerk. Deze hellingen zijn een stuk lastiger dan degene die ik de afgelopen 90 kilometer voorgeschoteld kreeg, maar ik ken ze als mijn broekzak en weet dus waar ik het best doseer en waar de gas wat meer open mag. De Rue du Bas Forest vanuit Frasnes wordt vooral op het einde nog steil, terwijl de stijgingspercentages in de Rue Grandrieu een stuk egaler zijn verdeeld. Daar word je dan weer op een mooi stukje bos getrakteerd naarmate je de top nadert. De lange afdaling richting Ellezelles is nadien puur genieten. Vergeet je ogen hier niet de kost te geven: dit is van het beste wat het Pays des Collines je aan uitzichten te bieden heeft.
In Ellezelles zit mijn verkenning erop. Enkel de 15 kilometers huiswaarts via Flobecq resten me nog. Ook die zijn wondermooi, al zal je na ‘In het Wiel van het Ventiel’ nog eens moeten terugkomen om die zelf te beleven. Maar geloof me: na die rit, wil je sowieso meer van deze streek ontdekken!
‘In het Wiel van het Ventiel’ is de jaarlijkse toertocht van het Ventiel Cycling Team en die staat volledig in het thema van jongdementie. Vanuit Kortrijk trek je op 13 en 14 juli 2024 richting het Waalse heuvelland. Er zijn afstanden die voor fietsers van elk niveau doenbaar zijn en aan ambiance bij de finish geen gebrek, met kinderanimatie, gratis frietjes en een pak live optredens!
Info en tickets vind je op de website van het Ventiel Cycling Team!
Speciale dank aan Giro en Northwave om me van een gepaste outfit te voorzien voor deze verkenning!