Deel dit artikel:

Tegenvallers

Drie lekke banden. Op zestien kilometer. Een brug die open staat, tot twee keer toe. Een bijna aanrijding. Een valpartij zonder lakschade en een ontwrichte vinger. Als ook de ritjes rond de kerktoren beginnen tegenvallen, zijn we ver van huis. Als taxi Sandra en een geïmproviseerde verpleegster onderdeel worden van de rit, is een CUP koffie slechts een magere troost.

Het grote gemis

Ik heb het een beetje moeilijk, geef ik toe. Ik mis de cyclo’s, de groepsritten, de Grinta Rides en alles wat van fietsen een sfeervol groepsgebeuren maakt. Ik mis het gevoel van sneller te zijn dan iemand die ik van haren of pluimen ken. En ik mis de realiteitszin van nadien zelf geparkeerd te staan als ik voorbijgereden word als een beginneling. Ik zag de bui van dit gemis al vroeger hangen en zocht begin dit jaar mijn heil elders: “Trust the process”. Ik begon een schema te volgen dat me klaarstoomt om half juni messcherp aan de start van een kwarttriatlon te staan. Eentje waarvan we begin mei geen idee hebben of die al dan niet zal doorgaan. “The chase is better than the catch”, Scooter in gedachten. De zoektocht naar topvorm is belangrijker dan het bewijs op de dag zelf. Gelukkig denk ik dat ook echt, anders dreigt het een doelloos proces te worden. Maar goed, fietsen dus. Dat is altijd leuk, toch? En dus rijd ik elk weekend rond de kerktorens van het Meetjesland.

Recup

Vorig weekend had ik een rustig ritje gepland. Recup, heet dan met een grote term. Vrij vertaald: traag rijden omdat je daags voordien iets deed dat snel rijden niet mogelijk maakt. Toen stonden we na zestien kilometer gesneuveld langs de Lieve. Drie lekke banden en een korte lift naar de dichtstbijzijnde fietsenmaker hadden we toen al achter de rug. Die derde keer lek was er te veel aan. Vrouwlief bellen, fiets in de kofferbak, einde verhaal. Herstel in de zetel werd het. De week nadien. Een nieuwe poging. Naar welke kerktoren rijden we deze keer?”, kon ik de ironische ondertoon in mijn Whatsapp berichtje niet verbergen. “NO wind”, was het antwoord. “Misschien eens richting Moerbeke en Sint-Niklaas?”. “Kunnen we koffie drinken bij Manuvel en meewind naar huis cruisen.”. Een eenvoudig plan, temeer omdat het rondje waarvan sprake een eenvoudige combinatie is van F41-F411 en F4. Dat is niet de winnende combinatie van een loterij, het zijn de fietssnelwegen die we vanuit Evergem moeten opzoeken om dat rondje grotendeels autovrij te fietsen. Kerktorens op de route: Zelzate, Moerbeke, Eksaarde, Sint-Niklaas. Zo ver zijn we nooit geraakt.

Het lot getart

Het begon nochtans vreedzaam. Vestimentair zaten we op een andere golflengte, mijn fietsmakker Steve en ik. Ik beenstukken en lange mouwen. Hij korte broek en korte mouwen. April is een verraderlijke maand wat dat het weer betreft. Tijdens het thuiswerken denk ik voortdurend dat het lenteweer is, tot ik mijn hoofd buiten steek in de middagpauze en er weer eens die schrale noorderwind is. Mijn fietsmaat fietst op een roze wolkje. Prille verliefdheid. We missen een afslagje, geen erg, we nemen de volgende wel. Een klein beetje om, wat maakt het uit… Als we bij Zelzate brug aankomen, gaat de brug net open. Of dicht, voor de fietsers dan. De brug is een lokaal fenomeen voor de fenomenale wachttijden. Vloek. Rondrijden naar Sas van Gent? Zelfde verhaal, andere boot, brug open. Vloek. Half uur achter op schema. Bij de zoektocht naar ons oorspronkelijk traject komen we langs een drukkere weg met vrachtwagens op de pechstrook. Het fietspad wordt daardoor angstvallig smal. Een van de truckchauffeurs komt net van achter zijn kabine, ei zo na een aanrijding vermeden. En dan maak ik de grootste fout mogelijk, vermoed ik. Ik spreek het luidop uit. “Het lijkt (terug) zo een ritje te gaan worden waar alles fout loop.” Even later zitten we op de fietssnelwegen en is het grootste gevaar geweken. Denken we.

Man down

Bij een van de oversteekpunten kent de fietssnelweg een lichte asverschuiving. Tien meter links gaat het pad verder. Jammer genoeg is er een symmetrisch alternatief en een gps-verwarring. Ik voel een tikje tegen het achterwiel, zonder gevolg. En steek over. Niemand volgt. “Houston. Murphy. Man down”. Komende van een roze wolk is asfalt van een recent aangelegd fietspad keihard. De schade wordt opgemeten. Lakschade: nihil lijkt het. Oef. Remhendel vertoont krassen. Damn. Schaafwonden? Niet echt lijkt het. “Er is iets mis met mijn pink”, hoor ik. We zien het met lede ogen aan. Pijn is er niet, duidelijk is het wel: die gaat duidelijk de verkeerde kant uit. Ontwricht wellicht? Wat doe je met zoiets? De EHBO cursus zegt: veilige zone creëren. Check, we staan in de berm. Twee. Toestand slachtoffer. Check, we staan recht, de vinger staat krom. Trekken en sleuren? Afblijven? Dichtbij zijnde spoed of eerst huiswaarts bollen? Twee hulpeloze oude mannen staan aan WZC Ter Moere in de Hospicestraat. Met een ontwrichte pink. Stap 3. Hulpdiensten bellen. Reanimeren zal niet nodig zijn.

Idee één

De dichtstbijzijnde noodlijn krijgt het hard te verduren. Zij, de hulplijn, is de oorzaak van de roze wolk. Kinesiste van beroep. Plots besef ik dat het niet de NO wind is, die ons naar hier dreef. Ik ruik een verborgen agenda. We spreken af aan Den Bascuul in Eksaarde. De terrasstoelen staan er netjes langs de oude spoorwegbedding. Ongebruikt, lint errond zoals dat hoort in Coronatijden. De zaak is ook gesloten. Binnenbanden kan je er wel kopen in een automaat aan de muur. Dat probleem was echter vorige week dus daar zijn we nu niks mee. De redder in nood komt ondertussen aangereden met ijs én een dosis kennis van gewrichten. “Je mag het ook gewoon vragen als je wilt afspreken, hoor”. Idee één. Spoed Lokeren. De fiets met framemaat 60 in een kleine achterbak vraagt enig demonteerwerk. Er komt een draad uit de zadelpen. Ik verdenk hem ervan een fiets met batterijtje te hebben.

Idee twee

Misschien toch eerst nog zelf even iets proberen? Een fragment niet voor gevoelige kijkers later, met trek-en duwwerk, een kreetje ook, ziet de pink er weer normaal uit. Hij beweegt ook terug. Idee één afgevoerd. De fiets gaat terug uit de koffer en wordt opnieuw gemonteerd. Den Bascuul wordt een onverwacht keerpunt. Spoed wordt vervangen door met spoed huiswaarts langs de Moervaart. Zonder Manuvel. Met meewind.

Cup

Bijna thuis trakteren we onszelf op een koffie in de Nieuwe Dokken, bij CUP Gent. En carrot cake met limoencrème. Alsnog een aangenaam einde van alweer een bewogen ritje. Volgende week proberen we gewoon opnieuw. Want als het rond de kerktoren niet meer lukt, zijn we aangewezen op Watopia. Risico op lek rijden eerder beperkt, net als vallen. Al kan de Wifi connectie natuurlijk begeven. We zien het positief in. 8 mei, met open terrassen, nemen we revanche. Met een tussenstop in Den Bascuul. En een pinkje naar den ober.