Schwalbe wil van versleten buitenbanden weer nieuwe maken

Duurzaamheid is een thema dat hoog op de agenda staat bij Schwalbe. De fabrikant zamelt al langer via retailers oude binnenbanden in. De vervolgstap is dat Schwalbe werk maakt van een recyclingprogramma voor gebruikte buitenbanden.

Schwalbe is een nieuwe pilotproject gestart. Daarbij draait het om de ontwikkeling van een innovatief recyclingsysteem voor gebruikte fietsbanden. De fietsbandenspecialist werkt hiervoor samen met Pyrum Innovations AG en de Technische Universiteit in het Duitse Keulen. De projectpartners onderzoeken wat er mogelijk is op het vlak van recycling van oude buitenbanden. Hierbij worden zij vanuit de overheid ondersteund.

Het doel is om banden niet langer te verbranden, maar om hun grondstoffen te behouden en een programma op te zetten dat aansluit bij de circulaire economie. Schwalbe is van plan om de waardevolle secundaire grondstoffen, die in het recyclingproces van oude fietsbanden vrijkomen, te gebruiken bij het maken van nieuwe producten. Belangrijk aspect hierbij is dat er een goede infrastructuur komt die recycling mogelijk maakt. De oude, afgedankte banden moeten immers weer van de gebruiker terug naar de fabriek.

Schwalbe is al vele jaren een pionier op het gebied van duurzaamheid en recycling. Sinds 2010 biedt ze antileklagen en rubbercompounds van gerecyclede materialen. Daarnaast zijn alle binnenbanden van Schwalbe al voor 100 procent recyclebaar. In 2015 startte Schwalbe een recyclingprogramma waarbij oude binnenbanden worden ingezameld via fietsdetaillisten voor recycling. Het gerecyclede materiaal wordt gebruikt voor de productie van nieuwe Schwalbe-binnenbanden, en dat zonder kwaliteitsverlies. Hiervoor ontving Schwalbe nog niet zo lang geleden de Duitse Duurzaamheidsprijs 2021 (categorie: Pioneer).

Eerst in Duitsland
Het pilotproject om een duurzaam recyclingsysteem voor gebruikte buitenbanden op te zetten, is dus de vervolgstap. Net zoals met de inzameling van binnenbanden kiest Schwalbe voor een stapsgewijze invoering. Eerst wordt het pilotproject in Duitsland opgezet. Als het daar succesvol is geïmplementeerd, volgt onder meer de Benelux.