Deel dit artikel:

[me’danje]

Steven Verniers over zijn Ronde van Vlaanderen

Uit het dagboek van 1 april 2017.

Gebaseerd op ware feiten.
Geen grap. 

05u00

De wekker speelt zijn gebruikelijke deuntje en ik spring uit de veren. Klaarwakker, ik heb Rondekoorts. Wat zich vervolgens afspeelt is een reeds vaak ingeoefend ritueel dat stoelt op een goede voorbereiding de avond voordien. De kledij ligt klaar, de fiets lacht me toe in staat van paraatheid, de accessoires zijn reeds verzameld. Een druk op de knop voor verse koffie en pannenkoeken uit een pakje. Geloof me, je kan de Ronde rijden op pannenkoeken en Meli-produkten.

05u45

Mijn ouders komen op ophalen. Lieve mensen. In het holst van de nacht hun zoon oppikken voor iets waar ze vast niet 100% achter staan. Waarom wil die nu weer de volledige Ronde gaan rijden? Fiets op het rek, plastic zak met vooralsnog overbodige accessoires op de achterbank. Ready to go. De rit naar Antwerpen verloopt vlot. Eens aangekomen doet een dame naast ons hetzelfde voor haar man. Even verder een andere vader of opa die is opgetrommeld. Misschien moet Golazo volgend jaar ergens iets voorzien voor mensen die fietsers afzetten in alle vroegte. Kan je als fietser een ontbijt bijbestellen voor de mensen die je tot daar brachten.

06u30

Ik ben voor op schema. En dat is maar goed ook, want die lift voor de St-Annatunnel is nogal beperkt van capaciteit voor een evenement met dergelijke omvang. Ik ben met de eerste lift mee naar beneden. Fietsen onder de Schelde -beetje speciaal in die tunnel- en terug omhoog met de lift. We zijn nu vlakbij de start. Ik moet nog even langs de balie om mijn nummer af te halen. Hectiek is mijn deel. Weg voorsprong op schema. Het is niet meer helemaal donker, het schemert. De kaai ligt er mooi bij. Overrompeld, maar mooi.

07u15

Perfect op schema. Vertrekkensklaar. Obligatoir plasje gedaan. Er staat een gigantische rij Flandriens ongeduldig te wachten omdat men over de officiële mat wil rijden bij de start. Dat hoeft voor mij niet. Ik ben niet op zoek naar een papieren diploma, het gaat om de ervaring. Ik rijd dus langs de wachtende massa en kom op het parcours 20 meter voorbij de mat op de markt. Het is ondertussen beginnen miezeren. Zonder erg, dat kunnen we nog wel hebben. Vol goede moed trekken we ons op gang richting Oudenaarde. Langs de kant van de weg staan mensen in trosjes bij elkaar om de duizenden aan te moedigen. Heerlijk gevoel. In geen enkele andere toertocht te verkrijgen. Goosebumps. Nu nog van de beleving.

07u32

Bij het inrijden van de Waaslandtunnel is er tweede mat om de start te registeren. Dat is nu dus ook in orde, bedenk ik. Het is ergens geregistreerd dat ik hier was vandaag. Al komt dat een dozijn uren later ook wel op Strava. Het regenen is harder geworden. Mijn hoofd kan die regen doorsnee beter verdragen dan mijn lijf en ledematen. Als het bij deze temperaturen lang regent, kan dat een domper worden op de feestvreugde, weet ik uit ervaring. Om de één of andere gekke reden gaat dat ook je gedachten beheersen. Het eerste uur zal achteraf het lastigste van de hele dag blijken. Op dit uur van de dag is het licht in de tunnel sterker dan dat aan het einde van de tunnel.

08u45

Ik sta ten velde op een dorpsplein in een gehucht dat ik enkel kan plaatsen op een lijn tussen Antwerpen en Oudenaarde. Er is te veel volk en mensen lopen er in alle richtingen door elkaar waardoor het niet vooruit gaat. Ik bemerk dat ik aan het bibberen ben. Dat bedoel ik dus. Nat en koud, ik ben daarvoor niet goed genoeg geïsoleerd. Straks kan dat bergop een voordeel zijn maar voorlopig heb ik mijn 1m91 niet volledig onder controle. Naast mij zie ik mensen met dekens over hen, eentje bibbert de drank uit zijn bekertje. Er zijn dus lotgenoten. 45 kilometer ver. Nog maar 200 kilometer te gaan… Goosebumps. Van de kou nu.

09u00

Ik zit terug op de fiets. Mijn voorwiel piept. Ik kan niet tegen piepende en krakende elementen aan mijn fiets. Mijn moraal gaat de verkeerde kant uit. Tijd om in te grijpen. Op zoek naar warmte besluit ik de koers vroeg open te breken en tempo te rijden. Kilometers lang, tot de warmte terug in mijn lijf kruipt. Stilaan gaat het ook minder regenen en in het wiel rijden is toch maar goed voor een spray aan slijk in het aangezicht. Voor het eerst nadat ik vertrok in Antwerpen voel ik terug een positieve vibe. Dit kan nog een leuke dag gaan worden. In Velzeke pikt mijn colpadre straks in. Zelfverklaard vakjargon voor ‘vaste fietsmaat’ is dat. Met een passie voor cols en bij uitbreiding alles wat omhoog loopt. Mentaal een punt om naar uit te kijken: begin van de hindernissen, én gezelschap. Maar vooralsnog valt dat onder het vage begrip ‘straks’.

De aanloop vanuit Antwerpen brengt meer kleine baantjes, meer draaien en keren ook. Daardoor stropt het nu en dan want de groep is nog steeds erg groot. Eentje ligt onderuit in een bocht en komt duidelijk niet meer recht. Ik denk dat ik net een Ronde zag eindigen in een haakse bocht op kilometer 75. Ikzelf rijd gedoseerd. Het is het punt waar de Ronde rijden kinderspel lijkt. Ik trap in de boter, terug in de buik van een groepje en opgewarmd. In Berlare kijken ze duidelijk hard uit naar de passage van Greg morgen. De Ronde brengt feest, overal waar ze komt. Maar in Berlare net iets meer. Of was dit Berlare niet? Ik krijg het deuntje van de tweede bevoorrading niet uit mijn hoofd. ‘Sexual healing’.

11u30

Velzeke. Paddestraat achter de kiezen. We zijn er nu echt aan begonnen en ik rijd niet meer alleen. Ik rijd fysisch al 100 kilometer niet alleen natuurlijk, maar mentaal wel. De hindernissen volgen nu snel na elkaar. De kilometers gaan ogenschijnlijk een pak sneller voorbij. Cartouches verschieten doen we niet en het vertrouwen is groot. Parikeberg. Een berg is het niet maar de titel van ‘helling’ verdient deze toch eigenlijk wel.

13u00

De Muur. Toegegeven, ik vond hem een siroopje om de overgang van Brugge naar Antwerpen wat beter verteerbaar te maken. Tenslotte gaan ze eerst naar de Kwaremont en dan naar de Muur, dat kon dus vanuit Brugge evenzeer. Ik lig niet wakker van de startplek. Maar de Muur heeft iets extra. Het is een helling die me ligt ook. Op het steile stuk en de Kapelmuur ga ik vlot omhoog. De koers breekt open. Wedden dat het hier morgen ook openbreekt? Ik voorspel een vroege aanval van Gilbert. De anderen doen er goed aan mee te zijn als hij gaat.

14u00

Valkenberg. Het lijkt wel de vroegere finale in omgekeerde volgorde. De stukken tussen Brakel en Geraardsbergen bevatten verborgen hellingen. Niet op papier, maar in werkelijkheid toch aardig bergop. Mijn voorwiel piept niet meer. Straks volgt de Eikenberg en dan gaan we de echte finale in. Minder dan 100 kilometer. Naast me hoor ik alle talen. Engelsen en Italianen vooral, heb ik de indruk. Ook dat heb je enkel bij de Ronde. Groepjes vormen zich en gaan weer uit elkaar. Mensen vlammen je voorbij, en zelf doe je hetzelfde met anderen. Het is een koers met vele snelheden en gezichten. Op de top van de Eikenberg staat een Italiaanse man naast me die heeft afgezien. Zijn lijden versterkt mijn geloof in een goede afloop. Ik ben er beter aan toe dan hem.

16u00

De Koppenberg zit weer vol. Dat blijft een moeilijk punt. Ik besluit er rond te rijden maar doe dat niet langs de officiële rondleiding. In de plaats daarvan neem ik de Rotelenberg, Elststraat en de achterkant van Koppenberg. Meer hoogtemeters, om het gemis goed te maken. Meer kilometers ook, als straf. Het gaat hard nu. Met de hellingen bedoel ik. Steenbeekdries, Taaienberg, Kanarieberg, Kruisberg. Het strookje dat op mijn bovenbuis kleeft moest ik lang van bovenuit benaderen, maar nu lijkt langs onderen korter te zijn. De laatste bevoorrading. Ik heb stilaan genoeg van die honingwafels. Karnemelkbeekstraat, je zou er voor minder ‘E3 Col’ van maken, en de befaamde duik naar de voet van de Kwaremont. Alleen een kapotte fiets kan me nu nog verhinderen in Oudenaarde over de streep te bollen.

17u22

Kwaremont. Dit oude beestje is geen moordenaar als je er, zoals ik, gewoon overheen moet. Het bolt hooguit wat minder, en het is een beetje laveren tussen de vele medefietsers, dat wel. Op het kruispuntje op Kwaremont Plein is het gezellig druk. Als ik rond me kijk zijn er een pak mensen die aan het einde van hun Latijn zijn gekomen. Sfeerschepping is belangrijk, ze doen dat goed.

17u34

Paterberg. Rest nog één vraagstuk. Geraken we deze beruchte berg op zonder afstappen. Te lezen als: zal er iemand mij de weg versperren, zoals dat laatst nog het geval was in Dwars door Vlaanderen? Rechts mensen die te voet staan. Krampen ook, van bij de voet soms al. Het is een oefening pad kiezen maar eens ik op het steile stuk nipt een zwalpende dame kan ontwijken weet  ik me zege zeker. Het voelt alsof ik ben weggereden van alles en iedereen en nu alleen naar Oudenaarde moet om de ruiker in ontvangst te nemen. Bergaf, vlak. 14 kilometer. Het is alsof de medaille reeds rond de nek hangt.

17u58

24 minuten en 14 kilometer verder. Op de kop 35 km/u over de finale van de Ronde. Even lijken we te zweven. Er is sprake van een beetje overmoed. De guidon vanonder en gas geven, behalve in de laatste hectometers. Dan rechten we de rug, aanschouwen de taferelen van juichende en gelukkige mensen en voelen de vreugde van over de streep te bollen. Moe, niet doodop. Trots.

18u15

De medaille hangt rond de nek. Bij het naar de parking fietsen bots ik nog tegen een andere fietser en bezeer zo mijn schouder. Fiets je 250 kilometer en kom je straks thuis met een schouder die meer zeer doet dan je benen…

18u20

Op het asfalt van de parking in Eine ga ik zitten om mijn schoenen te wisselen. De gele sokken met de Vlaamse Leeuw lachen me toe. Mijn fiets staat voor me, besmeurd van de ochtendlijke plensbuien. We zijn een mooi duo. Tot veel in staat samen. Bedankt, maat.

19u30

Bij het thuiskomen ziet mijn zoontje het eremetaal en zegt: ‘Ah, nog een [me‘danje]. Straks gaat je kast niet meer dicht’. Echt gebeurd, het leven is relatief.

22u00

Het licht gaat uit. Figuurlijk.

23u00

Het licht gaat uit. Letterlijk.

Gerelateerde artikels

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE