Stoneman Arduenna
De Stoneman Challenges zijn het geesteskind van Roland Stauder. Roland was professioneel mountainbiker die zich voornamelijk op de lange afstand toelegde. Niet zonder succes overigens, op zijn palmares lezen we ondermeer een overwinning in de Crocodile Trophy, World Cup marathon winnaar in 2003 en de jaren daaropvolgend op het podium, winnaar van de eerste Transalp… Kortom, iemand die hard kan trappen. En lang. Na zijn carrière smijt Roland het over een andere boeg, een boeg zonder trainingsschema’s en hartslagmeter, maar wel nog op de mountainbike. Geboren in Zuid-Tirol, Italië wordt de Stoneman Dolomiti zijn eerste project. De afgelopen jaren volgden Zwitserland (Stoneman Glaciara), Oostenrijk (Stoneman Taurista), Duitsland (Stoneman Miriquidi) en sinds 2020 dus ook deze Stoneman Arduenna. Stoneman Challenges zijn er niet enkel voor mountainbikers, ondertussen zijn er ook versies voor wegrenners, trailrunners, wandelaars en zelfs kinderen.
De idee van de Stoneman Challenges is behoorlijk eenvoudig en focust helemaal op recreatief genieten. Vergis je echter niet, er moet stevig geklommen en gedaald worden. Het hele parkoers is een volledig bepijlde lus, vertrekken doe je dus waar je maar wilt. Je rijdt de lus in een, twee of drie dagen. Onderweg kom je verschillende checkpoints tegen waar je een gaatje in je startkaart ponst. Heb je de lus vervolledigd, dan krijg je bij aankomst een trofee – gemaakt met stenen uit de regio waar je net gereden hebt – en word je opgenomen in de eregalerij. Die startkaart bekom je enkel wanneer je een startpakket koopt, daar zit dan meteen ook een gps-track bij, een prima back-up voor wanneer je een pijltje mist.
Amper verharde weg
Op een zonovergoten terras in Bütgenbach treffen we Danny Heck, bezieler, projectleider en verantwoordelijk voor het parkoers. “De Stoneman Arduenna is niet enkel de langste van alle Stoneman Challenges, het is ook diegene met de minste kilometers verharde weg. Het overgrote deel van de rit zit je midden in de bossen. Toen ik de route samen met Roland reed, was hij meteen onder de indruk van het potentieel. We zijn dan verder op zoek gegaan naar nog meer leuke singletrails.” Dat belooft. De route kan je rijden van april tot september. “In september begint het jachtseizoen en daarna wordt het winter. Dan rij je hier beter niet rond in de bossen. Die rust was ook belangrijk om het akkoord van sommige eigenaars van delen bos en parkoers te verkrijgen. Ik werk samen met een team vrijwilligers die elk hun deel van het parkoers controleren, de bordjes verwijderen en in de lente terug ophangen.”
Omdat foto’s maken en inspiratie voor een artikel opdoen niet meteen een goed huwelijk vormen met nietsontziend doorheen Ardennen racen, besluiten we de route in twee dagen te rijden. Danny Heck: “Vergis je niet, dat zijn nog steeds twee dagen van pakweg negentig kilometer en tweeduizend hoogtemeters.” Omdat we met de gloednieuwe Trek Fuel Exe rijden en we dus minstens een keer per dag een pauze moeten inlassen om batterijen te laden, wordt voornamelijk onze eerste dag een uitdaging. Danny: “Tussen jullie start in Bütgenbach en de overnachting in Burg-Reuland kom je eigenlijk amper iets van bewoonde wereld tegen. Je rijdt voornamelijk doorheen bossen. Batterijen laden zou wel eens lastig kunnen worden. Rasthof Dreihütten in Lommersweiler lijkt zowat jullie enige kans.” Knoop in de zakdoek om die tussenstop niet te vergeten.
Meteen het bos in
Starten doen we aan Sporthaus Worriken, vlakbij het meer van Bütgenbach. Welgeteld een kilometer later zitten we reeds in het Plättscheider-bos. En gaan we klimmen. We rijden over het eerste maar verre van het laatste wortelpad dat we op deze 176 kilometer zullen tegen komen. Demper en vork van de Fuel Exe worden al meteen op de proef gesteld. Het pad slingert langs de Warche en vervolgens langs het zacht kalvende beekje, Möderscheiderbach. Om zoveel mogelijk batterij te sparen, besluiten we steeds op de laagste stand van ondersteuning te rijden.
Tot die ene verdomd steile klim opduikt: ook al is de Trek Fuel Exe een lichte e-mountainbike, achttien kilogram duw je niet ongestraft die gemeen steile hellingen op. Speelse singletracks worden afgewisseld met brede glooiende paden. Het weer is prachtig, de uitzichten dito. We duiken bos in en bos uit, scheuren langs weilanden en verfrissen de voeten in riviertjes die dwars over het parkoers lopen. De afdaling langs de smalle paden van de Kolvenderbach mag met recht en rede pittig genoemd worden. In Herresbach krijgen we met de ‘Wood Eye’ ons eerste checkpoint. De overdekte rustplaats is ingenomen door mensen die van het weer en het uitzicht genieten. Geef ze maar eens ongelijk. Via Klein- en Groszwebertal rijden we Schönberg binnen.
Onze hier geplande koffiestop wordt overgeslagen. Het moet zo leuk maar niet zijn. Het routeprofiel had ons reeds duidelijk gemaakt dat het stuk tussen Herresbach en Maspelt behoorlijk pittig zou worden. De beklimmingen lijken soms eindeloos. De afdalingen zouden daarentegen nooit lang genoeg kunnen duren: het is heerlijk kicken over de vele singletracks in deze uitgestrekte bossen. Tijd om zowel de innerlijke mens als de batterijen van de bikes te laden. En laat dat meteen een groot voordeel van die twee dagen zijn; je hebt simpelweg de tijd om te genieten. Er is geen tijdsdruk, geen stress voor chronometers of klassementen.
Drielandenpunt
Met nog ruim veertig kilometer op de planning voor de namiddag zitten we mooi op schema. De batterijen zijn geladen, we zijn er opnieuw helemaal klaar voor. Dat mag ook, want de eerste klim op onze goed gevulde maag is alweer eentje waarbij steil een eufemisme blijkt. We klimmen weg van Steinebrück en via de Calvarieberg van Atzerath zetten we koers richting tweede checkpoint, Maspelt. We duiken de vallei van de Our binnen en rijden zo over voornamelijk goed bollende paden richting Ouren, het meest zuidelijk gelegen dorp van de provincie Luik. Een lange klim brengt ons naar Dackscheid en dus Duitsland.
Grensrivier Our, goed voor 78 kilometer tussen Hoge Venen en de monding in de Süre zal ons regelmatig gezelschap houden. De Our vormt de grens tussen België en Duitsland en vervolgens tussen Luxemburg en Duitsland. We sturen onze bikes over grenzen heen. In Ouren houden we halt bij het Europamonument. De vijf stenen staan symbool voor samenwerking, vrede en welzijn binnen de vijf landen in de toenmalige Europese Gemeenschap. Dat was vroeger in deze regio – de Oostkantons – wel anders. De Ooskantons zijn eigenlijk oorlogsbuit, terreinwinst opgeëist van Duitsland aan het eind van de eerste Wereldoorlog. De twee Duitse arrondissementen Eupen en Malmedy werden zo Belgisch bezit. De streek was om strategische en economische reden van belang. Met het plateau van de Hoge Venen in Belgische handen zou een eventuele nieuwe Duitse invasie beter afgestopt kunnen worden. De spoorweg die het gebied met het Ruhrgebied verbond, had natuurlijk ook een enorm strategisch belang. En de vele bossen en rivieren waren van grote economische waarde. Aan het Drielandenpunt – in de rivier aan de Georg Wagner brug – missen we helaas ons volgende checkpoint. De brede bospaden worden verlaten en we duiken opnieuw boomwortels en ander ongein binnen. Richting Luxemburg klimmen we over alweer een wortelpad diep het bos in.
En zoals wel vaker bij een vallei moet je daar op een gegeven moment uit zien te raken. Wat volgt, zijn pittig steile klimmen, prachtige passages en een steile afdaling richting Burg-Reuland, onze stop voor dag een. In hotel Ulftaler Schenke genieten we van Orval, een heerlijk diner en een welverdiende nachtrust.
Ons eigen Ardennenoffensief
Noblesse oblige, we verlaten Burg-Reuland langs de burcht van Reuland. Gebouwd in de twaalfde eeuw was deze burcht de residentie voor een adellijke familie. Gelegen op een heuvel met hellingen aan oost-, zuid- en westzijde had je in deze verdegingsburcht het ideale uitzicht over de hele omgeving. Het huidige ruïnecomplex wordt beschouwd als een van de mooiste van de Ardennen. We klimmen via vlot bollende paden weg van de bewoonde wereld, naar Alsterberg en het volgende controlepunt in Grüfflingen. We rijden rond de Reinersberg, klimmen en dalen doorheen bos en dal, het gaat steil op en af, het is puur genieten.
De technische afdaling richting Neidingen tovert een vette glimlach op onze gezichten. Van Neidingen gaat het met de Prümerbach als constante snel naar Sankt Vith. Tijdens het Ardennenoffensief in de Tweede Wereldoorlog werd Sankt Vith zowat helemaal vernietigd. Dat maakt dat het stadscentrum – behoorlijk druk op deze zaterdagochtend – een nieuwe en moderne indruk laat. ‘In der Eid’ en ‘Auf dem Schänzchen’ luiden het checkpoint van Born in.
Absoluut hoogtepunt
Het deel van Born tot Malmedy is wat ons betreft het hoogtepunt van de Stoneman Arduenna. Althans, als je net als ons kickt op technische afdalingen over worteltapijten, tussen rotsen en over stenen. In het Wolfsbusch, – het bos van de wolf, een prachtig gevarieerd bosmassief bij Montenau – volgt het summum van wat mountainbiken zou moeten zijn. De legende wil dat de talrijke steengroeves aangelegd zouden zijn door kabouters. Maar ook Kelten die molenstenen uit de rotsen kapten en goudwinning door de Romeinen in de omringende rivieren hebben het Wolfsbusch mee vormgegeven. De trail langs de fascinerende rotsformaties Kuckerell is een langgerekte adrenalinerush. We steken de rivier de Amel over en komen zo het Bois des Hauts Sarts in.
De bossen zijn hier indrukwekkend mooi. In vogelvlucht is tussenstop Malmedy niet zo heel ver weg, maar er ligt nog wel wat bijzonder fraais op ons te wachten. De klim en afdaling in Houyire bijvoorbeeld. Of de afdaling via Xhurdebise tot in het centrum van Malmedy. Aan de kathedraal kloppen we het volgende gaatje in onze ponskaart. In de schaduw van de ‘HH Petrus, Paulus en Quirinuskathedraal nemen we onze middagpauze, de batterijen worden geladen bij de Toeristische Dienst van Malmedy.
De piek van België
Nog veertig kilometer en een kleine achthonderd hoogtemeters scheiden ons van het eindpunt in Bütgenbach. De kaart leert dat we daarvoor eerst nog even naar het hoogste punt van België zullen trappen. De klim die ons uit het centrum van Malmedy naar de Calvarieberg leidt, is onmogelijk steil. Dankzij de maximale ondersteuning van onze Trek Fuel Exe redden we het al rijdend. Via de Chôdes en de in mountainbike-middens bekende afdaling naar Camping du Moulin steken de Warche-vallei over. Waar Warche en Bayehon samenvloeien, volgen we het water rechtstreeks de Hoge Venen in, met meer dan vijfduizend hectare het grootste natuurgebied van België.
Aan het Signal de Botrange, met 694 meter het hoogste punt van België, hebben we ons volgend checkpoint. En voor het eerst in bijna twee dagen komen we in het toeristisch gezellige bos mensen tegen. Een lusje rond Signal de Botrange, gevolgd door alweer een heerlijke singletrack, we worden dit echt nooit beu. Langsheen de brouwerij van het hoogste Belgische bier – Belgium Peak Beer – gaan we via Mont Rigi naar de bossen rond Ovifat en haar van mountainbikemarathons gevreesde skipiste. Indrukwekkende boomwortels worden door de Fuel Exe op de afdaling naar ‘Moulin du Bayehon’ netjes weggefilterd. Met het kasteel van Reinhardstein en het meer van Robertville vallen we de slotkilometers naar Bütgenbach aan.
De Stoneman Arduenna is een pareltje, een absolute aanrader voor al wie van een stevige portie mountainbiken houdt. Eindeloze bossen met worteltapijten, rotsformaties, beekjes, weilanden, idyllische dorpjes, roofvogels, vossen en herten… een heerlijke natuurbelevenis en pittige uitdaging voor elke mountainbiker.
Meer info: www.stoneman-arduenna.com
Hiermee reden we: Trek Fuel Exe 9.9 XX1 AXS
Op zich kan je de Stoneman Arduenna met eender welk type mountainbike rijden. Toch zouden wij opteren voor een full suspension. De vele worteltapijten hakken er toch wel in en een tikje comfort is nooit weg. Denk daar voldoende brede banden – tubeless uiteraard – bij en je schiet al een heel eind op. Voor de steile en technische afdalingen is een dropperpost meer dan aangenaam. Denk ook aan voldoende klein verzet voor de vaak wel heel erg korte maar steile beklimmingen mee tot een goed eind te brengen.
We rijden met de Trek Fuel Exe 9.9 XX1 AXS. Dat is de gloednieuwe e-mountainbike van Trek. Je zou dat op het eerste zicht niet zeggen, maar in dit frame zit wel degelijk een motor en batterij verborgen. Die motor en batterij zijn overigens zo stil dat je de vogeltjes in het bos gewoon hoort fluiten. In tegenstelling tot vele andere e-mountainbikes waar gekozen wordt voor veel vermogen en grote batterijen, doet Trek het met de Fuel Exe helemaal anders. Het aandrijfsysteem is zo compact, licht en geruisloos dat het amper opvalt. Het rijgevoel voelt heel erg natuurlijk aan. Kleinere batterijen leidt natuurlijk ook tot een kleiner bereik. Wij reden zoveel mogelijk in de laagste stand van ondersteuning. Nergens krijg je dan de indruk met een e-mtb onderweg te zijn, maar net dat tikkeltje extra subtiele ondersteuning is wel bijzonder aangenaam in de beklimmingen. Werd de klim toch te steil – per slot van rekening rij je nog steeds met fiets van achttien kilogram – dan gebruikten we de middelste stand.
In de afdaligen is het met 140 millimeter veerweg, die overigens heel progressief vrijkomt, helemaal een feestje op deze Fuel Exe. Een druk op de knop van de RockShox Reverb seatdropper zet je zadel naar beneden, de 2.5” brede banden zorgen voor grip en comfort. Deze Fuel 9.9 XX1 AXS is natuurlijk het neusje van de zalm uit het gamma. De fiets is dan ook voorzien van niets minder dan toponderdelen. Vering en demping worden verzorgd door een RockShox Lyrik Ultimate-vork en een RockShox Super Deluxe Ultimate-demper. Bontrager Line Pro 30 carbonwielen met daaromheen Bontrager SE5 Team Issue-banden zorgen voor het contact met de ondergrond. Zoals de benaming het reeds weggeeft, krijg je de Sram XX1 AXS-groep met een Reverb AXS-dropperpost. Volledig draadloos en dat functioneert uitstekend. Het crankstel met 34 tandjes in combinatie met de 12 speed cassette in een 10-52 verhouding maakt dat je elke klim prima verteert. Topmodellen kosten geld. Met 14999 euro geldt die stelling ook voor deze Trek Fuel Exe 9.9 XX1 AXS.
De volledige review van de Trek Fuel Exe 9.9 XX1 AXS lees je hier nog eens na.