Deel dit artikel:

Koffiepauze met Cadel Evans

Ex-winnaar Tour gaat op pad met winnaars van onze Tour-wedstrijd.

Wat doet een ex-Tourwinnaar zoal om na de actieve carrière niet in een zwart gat te vallen? Cadel Evans hoeft er niet lang over na te denken: “Ik heb de handen vol met een hoop spectaculaire bezigheden waarvoor ik vroeger de tijd niet had. Boodschappen doen. Mijn zoon naar school brengen. Het ventje leren fietsen. Of een tochtje maken met Vlaamse koersliefhebbers.”

Cadel Evans sloot zijn sportieve loopbaan af bij het BMC Racing Team maar trok er nadien de deur niet achter zich dicht. Hij bleef in dienst als ambassadeur van het fietsenmerk. In die rol ging hij tijdens de rustdag van de Tdf op pad met Niki en Siebe, de winnaars van onze Tour-wedstrijd, en Bert en Kurt, twee klanten van de BMC Concept Store in Eke. Evans als ambassadeur?  Even was er ongerustheid in het gezelschap geslopen. De Australiër sleept namelijk de reputatie mee nurks en gesloten te zijn. Wat gelukkig een misvatting bleek van de orde waarmee de Rode Duivels een Europese titel werd voorspeld. Tijdens de rit stond hij erop eigenhandig Berts lekke achterband te vervangen en maakte hij een selfie met Siebe – niet omgekeerd. De foto verscheen een uurtje later, onaangekondigd, op zijn Twitter-pagina. Halfweg de ontspannen tocht, in het lieflijke Solothurm, was er tijd voor koffie en een babbel met Grinta!.

“Hier geniet ik van. Mensen ontmoeten. Gezellig fietsen omdat het fijn is, niet omdat het moet. Het klopt wel dat ik me niet altijd even sympathiek gedroeg, maar ik was dan ook aan het werk wanneer ik na een koers werd geïnterviewd. Een job waar ik al mijn energie in stopte. Wat zeg je zoal wanneer je meer dood dan levend van je fiets stapt? Geen idee wat de persmensen op dergelijke momenten precies willen horen. Bovendien kreeg ik vaak vragen voorgeschoteld die niet meteen getuigden van respect voor de atleet die ik was. Waarom val je nooit aan? Waarom koers je zo laf? Alsof ik niet wilde aanvallen. Je moet het ook kunnen. Daarom smaakte mijn eindwinst zo zoet. De opluchting die ik voelde toen ik in het geel door Parijs reed. Eindelijk! Eindelijk!”

Evans wikt zijn woorden. “De voldoening was zo groot omdat ik het op mijn manier heb gedaan, you know? Ik kan nog altijd met opgeheven hoofd tussen het publiek wandelen. Dat geldt niet voor veel van de zogenaamd attractieve renners waarbij ik laf in het wiel moest blijven zitten. Waar zijn ze nu? Vul de namen zelf maar in.”

  • cadel1.jpg
  • cadel2.jpg
  • cadel3.jpg

Toch enige rancune? “Nee. Ik hou nog altijd van de koers. Ik geniet meer dan ooit van de sport. Vanaf de zijlijn toekijken hoe Peter Sagan weer een nummertje opvoert, love it. Zeker omdat ik er niet meer tegen moet koersen.” Een brugje naar het biken is snel gemaakt, Cadel begon ooit als mtb’er terwijl Sagan nu in die discipline op de Spelen wil schitteren: “Techniek heeft hij zeker. Hij kan alles op en met de fiets, maar ik betwijfel of het hem zal lukken de toppers te volgen. Beide takken zijn nu eenmaal specialismen geworden. De kloof is breder dan in mijn tijd. Maar hij mag me verbazen, hoor.”

Of hij Wout Van Aert kent? Ook een renner die van twee walletjes eet. De aarzeling bewijst dat veldrijden geen mondiale sport is. “Sorry, ik heb nog nooit een veldrit live meegemaakt. Moet ik eens verandering in brengen. Maar als die jongen Tony Martin kan kloppen in een tijdrit, dan heeft hij heel veel potentieel. En of hij dan niet beter naar de weg kan overstappen zoals ik heb gedaan? Dat moet hij vooral zelf uitzoeken. Misschien kiest hij voor het gemakkelijke geld, of wil hij liever elke avond in zijn eigen bed slapen? Moet kunnen. Up to him. Wie weet crosst hij gewoon heel graag. Net zoals ik mijn eigen weg heb gezocht, zeg ik niet graag wat anderen moeten doen.”

Daarom is hij ook ambassadeur geworden en heeft hij geen strikt commerciële functie opgenomen.  “Je zal me nooit horen zeggen dat BMC de allerbeste fiets heeft gemaakt. Maar ik wil wel testrides begeleiden, tips geven over de zitpositie, over voeding,… Als fietsers meer genieten van hun hobby omdat ze door die tips beter presteren, dan verkopen die fietsen zichzelf wel. Ik heb vertrouwen in het merk, maar de consument is slim genoeg om zelfstandig te beslissen wat hij wil.”

Genieten is het codewoord in Cadels nieuwe leven. “Enjoy the gift! Trek eropuit. Fiets alleen, met vrienden. Probeer nieuwigheden. Prikkel jezelf. Als je geen prof bent, mag je het plezier van het sporten niet uit het oog verliezen. En moet je af en toe eens durven zondigen. Een glas lekkere wijn zo nu en dan, is geen halszaak. Integendeel. Anderzijds is er niks mis met wat competitiviteit. Leren omgaan met verlies, met teleurgestelde ouders of ploegmakkers, met faalangst, … Wat je bij het sporten meemaakt, helpt je achteraf in het echte leven. Een wedstrijd winnen of verliezen is niet het belangrijkste, wel de waarde die je aan succes of tegenslag hecht. I guess.”

Dan gaat de zonnebril aan de kant en komt een indringende blik tevoorschijn: “Ik kan maar herhalen dat ik ook niet alle antwoorden heb. Enjoy the gift, met dat motto kom je een heel eind.”

Tijd om de rit verder te zetten. Volgen een strakke spurt over een grintpad “omdat het kan met deze roadmachine” en een extra beklimming voor wie nog zin heeft. Ondanks de autorit van drie uur die hij voor de boeg heeft, neemt de gewezen wereldkampioen ruim de tijd voor een persoonlijk afscheid van ieder lid van de groep: “Ik heb een prettige middag beleefd, ik hoop jullie ook.”

Er lijkt geen woorden van gelogen. (LV)