Deel dit artikel:

Verkenning: Klassieker v/h Goede Doel – Waar voor je geld

Het Coppa Grinta! Recon Squad trekt voor jou dit jaar op verkenning. Elk van de zeven toertochten uit de Coppa Grinta! wordt door een van de teamleden aan een grondige test onderworpen. De klassieker van het Goede Doel is de tweede rit uit de reeks. Ga je voor de langste wegrit? Verwacht je aan mooie landschappen, vermoeide benen en lage bierprijzen. Van dat laatste geniet je trouwens ook bij de kortere afstanden.

Laat ons van wal steken met de praktische zaken. De Klassieker van het Goede Doel is een jaarlijks terugkerend wielerfeest in Zulte. Als eerbetoon aan eregouverneur André Denys wordt er elk telkens een goed doel aan gekoppeld. Dit jaar zijn dat er zelfs twee: OIGO vzw en CORE, allebei organisaties die als doel hebben het comfort van kankerpatiënten te verbeteren. Het aanbod aan tochten is divers. Je kan er kiezen voor wegritten van 50 tot 160 kilometer, en daar betaal je slechts tien euro voor. Of twaalf euro, als je geen lid bent van VWB of Cycling Vlaanderen. Er zijn ook offroadtochten en zelfs een familietocht. Wij gingen de cyclo-rit verkennen. 160 kilometer tot een eind over de taalgrens.

Cruise control

Vanuit Zulte trekt de route richting eerste heuvel met naam: de Tiegemberg. Dat is meteen ook de eerste hindernis van betekenis in de eerste zestig kilometer van de route. Het gaat langs Avelgem en Moen, we kruisen het Guldenspoorpad en Trimaarzate, twee fietssnelwegen die werden aangelegd. Bij Helkij en de brug over de Schelde worden de gemeenteborden Franstalig, en fietsen we het Waalse landsdeel in. Henegouwen. Als je pech hebt of een bakker binnenstapt, zal je hier je beste Frans moeten bovenhalen. Al hoef je niet meteen te panikeren, want dat zal je niet nodig hebben. Vanuit Zulte is ook een pechdienst onderweg om je bij te staan indien nodig. De route gaat ondertussen golvend verder over steeds kleinere weggetjes. De wind waait vandaag uit het noordwesten, wat betekent dat we in dit stuk lange tijd wind in de rug hebben. De grote plateau is hier je goede vriend. Het voelt als heerlijk cruisen, terwijl je onbewust toch al een pak hoogtemeters verzamelt. Val je in een goed groepje, kan je hier stevig doorperen.

De zeldzame kassei

Dat groepje dreigt dan wel te scheuren bij Trou Robin, waar kortstondig vijftien procent onder de wielen geschoven wordt. Niet dat het van daar af plots een loodzware rit wordt, het is echter wel de prelude van meer hindernissen van betekenis. De eerste daarvan is Saule Pendu, een kasseihelling op Waals grondgebied. Niet dat het een unicum is, maar ze liggen er toch minder dik bezaaid dan in Vlaanderen. In deze klassieker is het trouwens ook een zeldzaamheid. Samen met Nokereberg als toetje zijn het de enige kasseien. Als je hier al oorlog maakt met je fietsvrienden, is het goed te weten dat je na de kasseien nog een 500 meter moet doorklimmen. Het kan een tactiek zijn daar pas de doodsteek te geven.

Klimwerk

Al kan dat ook in je gezicht terugkomen, want straks is het echt klimmen geblazen. Sartiau, Dieux des Monts (hoe mooi is die naam) of Bourliquet. Het zijn niet de grootste namen, wel stuk voor stuk mooie beklimmingen die langer dan een kilometer duren. Houd dus toch een beetje reserve op Saule Pendu. Een blik op de kaart zegt trouwens genoeg: was het tot hiertoe in gestrekte draf naar Frasnes-lez-Anvaing, dan is het nu draaien en keren over hellende wegen. De Waalse wegen kunnen eenbeetje ruw zijn, en hier en daar is wat grind of een put niet te vermijden. De landschappen in het Pays des Collines zijn prachtig, maar kijk in een groepje toch ook een beetje uit dat je niet pardoes in een put knalt.

Beau site

Het is een wijd uitgestrekt golvend landschap waar je doorheen fietst. Zo eentje waarvan je op de foto niet altijd ziet dat het golvend is, maar het op de fiets donders goed voelt in de kuiten. Na Bourliquet blijf je op de heuvelrug fietsen en passeer je de top van een pak andere hellingen zoals Grinquier, Aulnoit en Rue Hoguenne. Die hoef je echter niet op te rijden. Zonder veel klimwerk kom je boven op Les Monts, of ook wel Beau Site. Prijs je gelukkig dat de kasseihelling richting dit punt je bespaard blijft in deze rit. Het zonnetje probeert er door te komen tijdens de verkenning en het gevoel dat overheerst is: ‘plezant’. Mooi!

Na Beau Site maak je terug de doorsteek naar Vlaanderen. Dat doe je langs de Karnemelkbeek, ofwel Rue du Lait Battu, ofwel de E3 col. Dit alternatief voor de Knokteberg brengt je terug in Vlaanderen, met rechts op de horizon een prachtig zicht op de Hotondmolen. Vlak voor je die bereikt, heb je trouwens een nieuwe bevoorrading. Op de lange afstand tel je er in totaal drie. Vlak voor die molen treffen we langs de grote weg richting Hotond trouwens ook de affiche voor de Klassieker. Eerste zaterdag na de Ronde, staat er te lezen. Zes april dus, in 2024.

Merlier of ‘t gootje

Die Hotond moet je trouwens ook nog over, al is dat op het hoogteprofiel enkel een uitloper van de Karnemelkbeek. Na de Hotond volgt een vrij lange afdaling richting Nukerke en moet je de Waaienberg nog over. Daarna pas daalt het richting Schelde met een passage langs de voet van de Paterberg en die van de Oude Kwaremont. Twee kuitenbijters die je hier achtereenvolgens rechts en links laat liggen. Deze toertocht kijkt iets verder dan de platgereden heuvels en kiest bewust voor hoogtemeters op minder bekende namen. Waar men ook bewust voor kiest, is de traditionele afsluiter in Nokere. Opteer je daar voor de kasseitjes om er à la Merlier naar boven te knallen, of ga je toch in het gootje gezapig omhoog? The choice is yours. De benen zullen beslissen, want hier aangekomen zal de vermoeidheid zich zeker laten voelen. Althans, bij mij toch.

Kudos voor de parcoursbouwers

1 euro 50

De conclusie van onze verkenning? De routebouwer heeft zijn/haar best gedaan om rustige wegen op te zoeken, die je een mooi uitzicht op de landschappen bieden. Je doorkruist het Pays des Collines via enkele snelle afdalingen en hier en daar wat stevige percentages. Het is echter nooit bijzonder zwaar, op de langste afstand (160km) verzamel je 1600 hoogtemeters. Saule Pendu is naast enkele kruispunten het enige punt waar kasseivreters in het voordeel zijn.

Bij aankomst op zes april wacht je een fietsparking en de mogelijkheid om een douche te nemen. Dat kan interessant zijn, want je komt er nadien in een anderhalve-euro-maatschappij terecht. Alles aan 1 euro 50. Ook de Grimbergen van het vat, laat ik me vertellen. Santé. En dat voor iedereen. Tournée generale!

Nu al zin? In de tocht of in het bier? Vooraf inschrijven is niet mogelijk. Dat doe je gewoon ter plekke, vlak voor de start. Het goede doel is je dankbaar.

Benieuwd naar meer tochten van de Coppa Grinta!? De volledige kalender vind je hier.