Een hoogbejaarde Britse dame vertrekt vanuit haar zonnige appartement in Alicante naar het lokale strand. Ze is op pad met die rare huurwagen, het stuur aan de verkeerde kant. Ze komt hier al jaren maar echt wennen doet dat toch nooit. Overmeesterd door heimwee komt ze eventjes aan de linkerkant van de weg terecht… Heel eventjes. Net waar enkele mannen met gekleurde nauwaansluitende pakjes en kromme sturen iets deden dat verdomd sterk op fietsen leek. BAM. Botten gebroken, ledematen half losgerukt, klassiek voorjaar verticaal geklasseerd. Met John Degenkolb als bekendste slachtoffer. De dame in kwestie kreeg een pv voor roekeloos rijgedrag, al vermoed ik dat dit tafereel zich niet met gierende banden heeft afgespeeld.
Elf maanden eerder. Op koers naar de zon tikt Tom Boonen het wiel van zijn voorganger aan, een ploegmaat nota bene. Er volgt een smak en Tom blijft verweesd achter. Met hem de Vlaamse koersliefhebber want geen Ronde, geen Roubaix. Het voelt als een wedstrijd zonder finish. Fabian Cancellara raakt dan weer op de Haaghoek verstrengeld in een gekletter van brekend carbon, maakt een salto richting berm en geeft eveneens forfait voor de Ronde en Roubaix. De sterke Noor Alexander Kristoff en uitgerekend Degenkolb profiteren en vullen hun palmares aan. Dat hadden ze misschien ook gedaan met hen erbij, maar toch blijft het jammer…
Wanneer de protagonisten wel eens op de afspraak zijn bij de start, blijkt er bij het uitrijden van Brugge een rubberpaaltje in de weg te staan, of rolt tijdens de bevoorrading een drinkbus verkeerd. Goed getraind uit de winter komen is één zaak, diep in de finale van de grote klassiekers geraken een niet zo evidente tweede. Laat ons met zijn allen een kaars branden (koers is religie) dat we het laatste kermislusje van de Ronde 2016 ingaan met de actuele helden van het wielrennen, dat we Carrefour de l’Arbre opdraaien met de groten der aarde in deze specifieke niche van onze sport.
De spanning van dat opdraaien, het zoeken naar je favoriet, naar de Belgen in het algemeen. En dan heel overtuigd het verloop voorspellen terwijl dertig seconden later reeds blijkt dat je er flagrant naast zat. Dat hij niet de sterkste was. Ja, dat gevoel, het gevoel van echte koers. Koers van bij ons. Tot dusver werd in alle uithoeken van de aardbol gekoerst, tussen kangoeroes, kamelen en uitgestrekte zandvlakten, maar het seizoen begint natuurlijk pas echt als de Vlaamse wegen worden bereden. Glibberige kasseien, wegen overspoeld met slijk, steile hellingen, diepe natte grachten. Dat gevoel ervaren we zaterdag voor het eerst dit jaar. Eindelijk. Zes weken lang feest langs Vlaamse wegen.
Maandenlang doe ik zelf zo nu en dan een mountainbiketocht om de winter door te komen. En als het droog is bestijgen we onze racefiets voor een tochtje doorheen de Vlaamse polders. Allemaal in afwachting van, al zit er soms wel eens een verdwaalde kassei in. Fietsen in het decor van de Vlaamse Ardennen, omgeven door kleine of grote groepen wielerliefhebbers die ‘rechts’ schreeuwen, dat begint ook voor mij eind februari nabij het Citadelpark in Gent. Pas dan volgt de eerste confrontatie met ronkende namen als Taaienberg, Eikenberg, Haaghoek, Paddestraat of zowaar -enkel dit jaar dan- Boembeke.
Voor zaterdag zet ik mijn geld op Stijn Vandenbergh, de luxeknecht heeft hopelijk de smaak te pakken na een zege in de straten van Valencia. Of Tiesj misschien al? Of toch maar eens Greg… Maar bovenal hoop ik dat alle coureurs ongeschonden de finale van Roubaix halen, en tijdens de mooiste der ‘Vlaamse’ koersen kunnen strijden op volle kracht. En dat Titaan Boonen op de piste zijn vijfde kassei pakt na een zinderende finale. Winst na een spurt met twee. Tegen Degenkolb? (SV)