Deel dit artikel:

Innsbruck: fietsen rond de WK-stad

Innsbruck is allesbehalve een metropool, toch telt de hoofdstad van Tirol maar liefst vijfenveertig honderdjarigen onder haar inwoners. Komt het door de mineralenrijke Inn? Of is het de unieke mix van het urbane met de nabije Alpenreuzen die voor de hoge levenskwaliteit zorgt? Wat er ook van zij, het kan niet anders dan dat de levendige universiteitsstad een geschikte uitvalsbasis is voor een gezonde fietsvakantie.

Innsbruck staat te boek als een sportstad. Jaarlijks storten waaghalzen zich tijdens het beroemde Vierschanzentoernooi van de Bergiselschans en naast de jeugdolympiade van 2012 waren ook de Olympische Winterspelen er al twee keer te gast. In 2018 wordt aan de lijst met belangrijke sportmanifestaties nog een hoogtepunt toegevoegd: het WK wielrennen. Thomas Pupp, manager van het Tirol Cycling Team, is nauw betrokken bij de organisatie en gaat er prat op dat er geen pannenkoeken op het podium zullen staan.

“We hebben zowel bij de wegwedstrijden als bij de tijdritten de uitersten opgezocht. Alle kampioenschappen zijn langer en tellen meer hoogteverschillen dan gebruikelijk is voor een WK. Wie zich in 2018 tot wereldkampioen kroont, wordt onsterfelijk.” Onder het motto ‘Riding the heart of the Alps’ werden spectaculaire omlopen uitgetekend die ook als staalkaart moeten gelden voor wat de ruime regio aan de sportieve fietsliefhebber te bieden heeft.

Zoals het stilaan een traditie lijkt te worden, beperkt het WK in Innsbruck zich niet tot het meermaals afhaspelen van één circuit. Voorafgaand aan het rondjes draaien wordt er gestart in Kufstein, negentig kilometer noordoostwaarts. Liefhebbers die het traject van de echte atleten aan den lijve willen ondervinden, kunnen zich dus eerst opwarmen op de fietspaden langs de Inn. Vanaf de officiële startplaats golft het wegdek zestig kilometer lang tussen de 400 en 600 meter boven zeeniveau. Dan duikt een eerste serieuze hindernis op. Tussen Terfens en Mairbach loopt het drie kilometer lang omhoog met een gemiddelde van tien procent. Daarna gaat het glooiend verder tot de aankomstlijn bij het Landestheater.

Shoppen of sightseeing is echter nog niet aan de orde. Vlakbij het stadspark begint immers de Olympiaronde. Deze lus, langs de olympische site, gunt wie er de tijd voor neemt, een overzichtsbeeld van de historische binnenstad. De ronde is vierentwintig kilometer lang en overwint telkens 460 hoogtemeters tijdens de beklimming naar Igls. Met een gemiddelde stijgingsgraad van 5,7% over acht kilometer is dit meer dan een kuitenbijter. De dames krijgen deze hap drie keer voorgeschoteld, de mannen zeven keer. In het wielrennen blijkt het begrip gendergelijkheid nog niet doorgedrongen, want alleen voor de heren is er nog een dessertje voorzien. In plaats van onmiddellijk naar de finish te dalen, maken ze in de slotronde een omweg naar de Hungerburg. Voor één renner slechts zal de zogeheten ‘Höll’ – de Hel – een zoete herinnering opleveren. Enkel de latere wereldkampioen zal naderhand verklaren dat die beklimming, met een maximale stijging van meer dan 25%, eigenlijk nog meeviel. Alle anderen zullen deze kruising tussen de Muur van Hoei en een dubbele Abdijstraat bestempelen als waanzin.

Een tocht van Innsbruck naar de Kühtaisattel is van een heel andere orde dan de Olympiaronde. Onderweg naar het populaire skioord speelt vooral doorzettingsvermogen een cruciale rol. Vanaf Kematen, even buiten de stad, schakel je spontaan naar het binnenblad en dat zal noodgedwongen niet meer veranderen tot de top, drieëntwintig kilometer verderop. Tot Gries Im Sellrain valt het best mee, de zwaartekracht werkt beschaafd tegen.

Hier heb je de keuze uit twee opties: meteen doorstoten naar de top of een ommetje maken naar Lüsens. Tenzij je in tijdsnood bent, is die zijsprong een absolute aanrader. Enkel het geklater van de Melach, een bergriviertje, en de bezoekers van restaurant Alpengasthof doorbreken de stilte. De gezapige beklimming die doodloopt op een slagboom en een wandelpad, offreert na elke bocht een compleet nieuwe prentkaart met rauw natuurschoon. De spectaculaire haarspeldenpartij bij Praxmar is er haast de enige menselijke ingreep in Gods schepping.

Terug in Gries blijkt deel twee van de excursie naar Kühtai pittiger dan de eerste helft. In iets meer dan tien kilometer wordt er 850 meter aan hoogte gewonnen terwijl de lucht almaar ijler wordt. De stijging verloopt nu minder gelijkmatig, meer dan eens grijpt een nijdige strook van meer dan 10% je onverwacht bij de keel. Eén keer maakt de GPS zelfs gewag van 17%. Alsof dat niet volstaat kan een onvoorziene ontmoeting met ongedisciplineerd overstekende runderen niet worden uitgesloten, hun dwaze blikken priemen onheilspellend vanonder puntige hoorns. Het verlangen naar de top wordt er niet minder door. De finale stuurt je evenwel eerst nog door een imposante galerij en alhoewel de top hier vlakbij is, duurt het nog tergend lang vooraleer de spanning van de spieren mag. Naast de brede weg – een Autobahn waardig – staat een bordje: ‘Kühtai 2020 m Seehohe’. Team Lotto-Jumbo NL koos in 2017 deze Sattel als basecamp voor een trainingsstage. Tijdens de zomermaanden maakt de temperatuur de col tot een perfecte locatie.

Vooral de aller-retour schijnt erg in trek te zijn bij Oostenrijkse citytrippers. Fietsverhuurders doen gouden zaken op zaterdag, want dan wordt er geklommen. Op zondag recupereren de fietsers met een luie brunch, gevolgd door lome museumbezoekjes. Misschien schuilt in deze combo wel het geheim van een lang en gezond leven.

PRAKTISCHE INFO
Deelstaat Tirol ligt in het westen van Oostenrijk en grenst aan de buurlanden Duitsland, Zwitserland en Italië. Kufsteinerland, Alpbachtal en Innsbruck liggen in het noorden van Tirol, elk op ongeveer 900 kilometer rijden van Brussel. Osttirol ligt op ongeveer 1050 kilometer.

ERNAARTOE
De vier regio’s zijn goed bereikbaar met de wagen, maar hou er rekening mee dat op de Oostenrijke snelwegen een autovignet verplicht is. Een vignet voor tien dagen kost negen euro en kan worden aangeschaft in tankstations of bij de grensovergangen. Voor enkele wegen en tunnels geldt een bijkomende tolheffing. Met het vliegtuig kan ook. Tuifly verzorgt rechtstreekse vluchten naar Innsbruck vanuit Antwerpen, Transavia doet hetzelfde vanuit Eindhoven. Tijdens de zomermaanden wordt de kleine stadsluchthaven echter niet bediend vanuit de Lage Landen. Met tussenlandingen in Wenen of Frankfurt gaat de beoogde tijdswinst deels verloren. Vliegen via München is een andere optie. Vanuit Nederland en België zijn er dagelijks meerdere rechtstreekse verbindingen en vanaf de Beierse luchthaven spoor je in anderhalf uur naar Innsbruck, met de huurwagen mag je op twee uur rekenen. Voor wie Osttirol als bestemming heeft, zijn de luchthavens van Venetië en Ljubljana het overwegen waard. Beiden liggen op een autorit van zo ’n twee uur van Lienz.

VERBLIJF
De diversiteit aan hotels is schier onuitputtelijk in Tirol. Ook het aanbod aan fietsvriendelijke hotels neemt overhands toe. Hotel Seppl **** in Mutters (Innsbruck) was het eerste hotel in de regio dat tegemoet kwam aan de specifieke noden van de fietser, het ontbijtbuffet bevat zelfs verschillende merken isotone dranken om de bidons mee te vullen. www.hotel-seppl.at

FIETSVERHUUR
In Tirol is de racefiets duidelijk nog niet de koning onder de tweewielers. Het gros van de verhuurbedrijven heeft meer e-bikes, mountainbikes (al dan niet met hulpmotor) en downhill fietsen in voorraad. Vooraf reserveren is daarom de boodschap, al is er beterschap merkbaar. Zo zal Crazy Bikez uit Innsbruck vanaf het voorjaar van 2018 het gamma racefietsen van een hogere kwaliteit fors uitbreiden. * www.crazybikez.com