Deel dit artikel:

Grensgeval

Een blog van Trien Pauwels.

You can not cross this border!’. Het was Anna van de Poolse grenscontrole die me halt toeriep wanneer ik de grens wou oversteken in Polen naar Oekraïne.

Ik was met een fietsbroek vol Karpatengoesting het zonnige Krakau (Polen) uitgefietst.
Ik ben verzot op bergen, op besneeuwde toppen, grimmige pieken, klimmen, dalen. Me klein voelen tussen die grote reuzen… I like!

Het werd glooiend, groener. Er waren riviertjes en rivieren.
Ik zocht offroad op. Maar wist uiteindelijk de geasfalteerde wegen naar waarde te schatten. De stijgingspercentages deden de benaming push-bike alle eer aan.

Als uit het niets waren ze daar, achter sluiers van nevel, de Karpaten.
Ik fietste door verlaten skioorden, zag zittende mannen bijpraten in houten, kegelvormige cabannes. Het waren privésauna’s. Ik wandelde door de regen naar het betoverende Morskie Oko-meer. Stak de grens over naar Slowakije, werd er besneeuwd door bloesem, in dorpen en steden welkom gegeten door uit luidsprekers galmende, traditionele muziek. Het klonk communistisch, het was charmant. Houten kerken doken op. Zigeunerdorpen ook en pastelkleurige appartementsgebouwen die me deden terugdenken aan Tsjechië.
Zigzaggend over de grenzen van Polen en Slowakije ontdekte ik beider landen hun eigen identiteit en proefde zo wat meer van de Karpaten. Fietsend van het ene nationale park naar het andere.

Het was er mooi, zeer zeker, maar ik verlangde naar iets nieuw. Een andere cultuur, een ander landschap, een andere taal. Ik verlangde naar ‘exotisch’ Oekraïne, naar de grensovergang in Polen. Vier dagen keek ik uit naar dit moment, vier dagen fantaseerde ik hoe het aan de andere kant van de grens zou zijn. Het klimmen en dalen in dagelijkse regendouches werden erdoor gemotiveerd.

Ik naderde de grens. Zag van een afstand twee motors staan, daarnaast een man en een vrouw in politie-uniform. De vrouw sprak me toe: ‘You can not cross the border!’. Een donderslag bij heldere -helaas figuurlijk- hemel.
Ontgoocheling en vermoeidheid rolden langzaam over mijn wangen.
Vanuit Polen Oekraïne binnenfietsen was dus geen optie, enkel rijdend met auto of bus en dat op een plek 50 kilometer noordelijker. Hierdoor moest ik een omweg maken van 150 kilometer. Dat paste niet in mijn planning.
Samen met het zout, van zweet en traan, veegde ik het idee door de Oekraïense Karpaten te fietsen van mijn gezicht.
Zucht. En nog één.

‘Waarom Oekraïne en niet Slowakije en Hongarije?’ Een voorbij wandelend koppel begreep mijn overtuiging niet en vervolgde: ‘In Oekraïne zijn de wegen slecht, de mensen onvriendelijk en is er in sommige dorpen geen elektriciteit.’
Dat was het, dat moest ik horen! Het was beslist… Ik moest en zou in Oekraïne fietsen.

Het werd een poging via Slowakije. Ik vond het spannend en had er zin in, alhoewel er een week van dagelijks 80 à 90% regen was voorspeld.
Na een dag fietsen in een onaangekondigde zon, was daar eindelijk: Oekraïne. Een lappendeken van teer werd voor me uitgerold. Stofwolken van voorbijrijdende, toeterende, geblindeerde Lada’s heetten me welkom. Stalin bekeek me streng bij het binnenfietsen in het eerste stadje. Het cyrillisch schrift lachte me toe. De zon scheen en brandde een big smile op mijn gezicht. Ik was er geraakt, het was er anders, ruiger, armer en prachtig.

De wegen waren slecht, de mensen super vriendelijk en in alle dorpen was er elektriciteit!

Gerelateerde artikels