Deel dit artikel:

Gravel Trans Jura: Spartaans afzien in Zwitserse schoonheid

De allereerste editie van Gravel Trans Jura in het Zwitserse Juragebergte was een Spartaanse onderneming. De overvloedige regen had grote delen van het parcours herschapen tot modderbaden. Maar de overweldigende schoonheid van de natuur maakte veel goed. ’En achteraf komt altijd die glimlach terug’, aldus organisator Christian Rocha. Hij had gelijk, ook al echode mijn gevloek meermaals tussen de bergwanden van de Jura.

De bossen druppelen als een regenwoud in een exotisch land. Mistwolken zweven mysterieus tussen de groene bergtoppen. De weilanden… Oké, stop. Dit is wat ik mezelf inpeper terwijl ik van top tot teen doorweekt raak.

De natuur in de bergen is overweldigend als ze op haar onoverwinnelijkst is. Tijdens deze tocht van 400 kilometer en 11.000 hoogtemeters over of rond alle toppen van het Zwitserse Juragebergte ben je volledig zelfvoorzienend. Onderweg moet je zelf je overnachtingen boeken. Er zijn geen bevoorradingen. Je mag kiezen in hoeveel etappes je de afstand aflegt, met een maximum van 6. Gravel Trans Jura is geen wedstrijd. Er worden geen tijden opgenomen, zoals dat bijvoorbeeld in de Trans Balkan Race wel het geval is.

De allereerste editie telt zo’n 250 deelnemers, waarvan één derde vrouwen. De jongste is 22, de oudste 67. GTJ heeft een eigen app met restaurants, winkels en hotels langs de route, en een systeem om op verschillende punten langs de route in te checken door een barcode te scannen (voor de veiligheid; 250 mensen dagenlang de bergen in sturen is niet zonder risico).

Etappe 1: Zwitsers Amazonewoud

We duiken de regen in en klimmen meteen twee keer tot 900 meter rond de Geissflue, de eerste berg van betekenis. ‘Stel je voor dat we in het Amazonewoud van Brazilië zijn’, probeer ik de sfeer erin te houden binnen een groepje Zwitsers. De weelderige beukenbomen die zich als lianen in alle richtingen kronkelen, doen me denken aan de Roemeense oerbossen in de Karpaten.

‘Kijk uit voor scherpe stenen! Dit zijn niet de Strade Bianche van Toscane’, had organisator Christian Rocha ons gewaarschuwd. Op steile beklimmingen de fiets over de gladde stenen navigeren, is soms een echte evenwichtsoefening. De BMC URS 01 ONE komt hier goed tot zijn recht. De geometrie is ontworpen om van je stuur een echt controle-instrument te maken.

Op de Belchenplufe Pass schaterlach ik uit pure ellende: de mist heeft een dikke deken over het land gegooid, er is geen steek te zien op de rots waar het uitzicht op een diepe afgrond anders fenomenaal zou zijn. De afdaling in de striemende regen is een kleine rivier geworden.

Etappe 2: Col de Chasseral

We mikken vandaag op de Chasseral, een van de hoogste toppen van de Jura. Om die te bereiken moeten we 2 andere toppen van 1300 meter overwinnen, eindeloos op en neer gaan op de plateaus, ware verborgen sprookjeswerelden, en twee keer met duizelingwekkende snelheid afdalen.

Als je weet dat je bijna 4000 verticale meters klimt in slechts 100 km, op een terrein doordrenkt van modder, dan weet je dat je als ‘Flandrien’ een streep voor hebt.

Vanaf Balsthal begint de eerste grote klim meteen: de Erzberg/Probstenberg. 15 km klimmen, 675 hoogtemeters. Op de top op 1190m hangt ochtendmist tussen de groene toppen. Een slingerende grindweg maakt plaats voor een van de typische kommen van het Juragebergte: enorme natuurlijke theaters omringd door bijna verticale rotsen, het resultaat van miljoenen jaren geologische activiteit.

De off-road beklimmingen van de Jura zijn lang, steil en adembenemend mooi. Wunderschone gravelstrasse! De tweede grote beklimming van de dag gaat naar de Weissenstein/Hasenmatt/Grenschenberg op 1350m. 20 km klimmen, 700 hoogtemeters. In het bergrestaurant op de top plof ik neer op een bankje, sluit mijn ogen en geniet van de stilte. Stilte voor de storm.

Op de GPS verschijnt een klim: donkerrood. Stel je een woedende fietser voor, die in een afgelegen bergbos een half uur lang met fiets op de rug klautert over scherpe glibberige stenen en uitstekende wortels. Ik bespaar je alle scheldwoorden die ik door het bos liet galmen. Hike-a-bike maakt deel uit van de bikepacking-ervaring, vooral in de bergen. Maar er zijn grenzen. Je kunt geen 250 mensen op zwaar bepakte fietsen met fietsschoenen over een 30% steile rots sturen.

Later zal ik praten met een man die hier zijn enkel verzwikte, en een man die eerst zijn bagage naar boven sleurde en dan weer afdaalde om zijn fiets te halen. Waanzin.

Na waarschijnlijk een kilo modder van mijn fiets te hebben gespoten in een car wash, begin ik aan de beklimming naar het hoogste punt van de Gravel Trans Jura: de off-road Col de Chasseral is 15 kilometer lang en overbrugt 1000 hoogtemeters. Met nog 10 km te gaan, zie ik in de verte een bewegende stip. Nog een deelnemer! Ik ben niet alleen!

– ‘Hoe gaat het?’, vraag ik.

– ‘Goed, ik heb alleen water nodig.’ Ik geef Pablo wat van mijn water.

– ‘Hoe ga je om met dit avontuur?’

– ‘Gewoon rustig aan. Mijn vriend heeft me ingeschreven. Ik rijd op een fiets van 300 euro.’ Ik vertel hem over de prijs van de BMC URS waar ik op rijd, bijna 40 keer zo duur.

Daar is de top, de toren op 1502 meter hoogte. De wind waait hard en kil. In het restaurant vind ik vrienden die een kortere weg namen. Pablo komt erbij, en de hele avond lachen we en delen we ervaringen over de dag.

Etappe 3: De eerste zonnestraal

Bela staart naar het scherm van zijn mobiele telefoon en ververst voortdurend de weer-app. Een wijs man, denk ik, iemand die zich goed voorbereidt. Het uitzicht buiten, op de Chasseral, is een ondoordringbare muur van witte mist. Op een heldere dag kun je vanaf hier de witte toppen van de Alpen zien, 100 kilometer naar het zuiden. Maar vandaag kunnen we niet eens zien wat er 100 meter verderop voor ons ligt.

We vliegen de Chasseral af en zijn na een paar minuten doorweekt. De hele dag blijven we boven de 1000 meter, een natte, koude en mistige dag. Maar de bomen in de bossen die het allemaal doorstaan, en de weilanden die drijfnat en druilerig zijn in al hun mysterieuze eenzaamheid, terwijl er geen mens (of gekke fietser) aanwezig is om er getuige van te zijn, dat is pure magie.

En er is ook sensatie: aan hoge snelheid afdalen over een bochtige bosweg door water naast een bergrivier, in een afgesloten kloof die overgaat in een uitgestrekte open vallei, bijvoorbeeld. Met de BMC URS 01 ONE, een echte racemachine, is het dubbel genieten. Het gevoel van stabiliteit en controle op die fiets is geweldig.

De volgende klim is de Grand Som Martel, opnieuw tot 1337m. Op de top rennen de paarden over weilanden omringd door pijnbomen. Tijdens de afdaling tonen de reuzen van de Jura hun flanken door de mist. Je hebt niet altijd een blauwe hemel en zonneschijn nodig om getuige te zijn van machtige berglandschappen. Als de eerste zonnestraal in 3 dagen plotseling verschijnt, laat de hitte wolken opstijgen uit het natte gras, waardoor de zwarte koeien eruit zien als spoken.

Als Bela besluit om het laatste modderbad naar beneden over te slaan, wordt mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Nog een modderglijbaan, uiteraard. Maar wat zal ik daar beneden vinden? Ik duik een donkere, druilerige wereld van oerwoudbomen in. Een wild stromende rivier dendert naar beneden. Ik volg het voorbeeld van de rivier en kom terecht op een wervelwind van een grindafdaling tot beneden in Couvet.

Etappe 4: Geluk, schoonheid, boosheid, frustratie

De grote vraag ’s ochtends: zal ik Creux du Van zien, een van de mooiste natuurgebieden van Zwitserland? Of is het gigantische amfitheater van verticale wanden 150 meter diep, op een hoogte van 1440 meter gehuld in een dichte mist?

De klim ernaartoe, Le Grand Vy, is zelfs zonder uitzicht magnifiek. Oude bomen die uit scherpe rotsen groeien, omgeven door mist. Maar bij stijgingspercentages van 15% is de ondergrond van gladde, scherpe rotsstenen echt gevaarlijk. Ik kan maar nipt voorkomen dat ik met mijn knie op een scherpe steen val.

Boven 1300m verdwijnt het landschap. Alleen ik, de fiets en het witte universum. Op de top bij Creux du Van verschijnen schimmen in de verte.

– ‘Het uitzicht is hier waarschijnlijk adembenemend’, zeg ik.

– ‘Dit is het mooiste plekje van de hele route’, antwoordt de schim cynisch. Ik wandel naar de afgrond. Voor me ligt een witte leegte. Ik zie het silhouet van een diepe rotswand. Zou het kunnen dat enkel de suggestie van dramatische dimensies je al rillingen bezorgt?

‘De hevige regenval van de afgelopen dagen heeft het parcours op talloze plaatsen veranderd in een staat die wij, en alle boeren langs de route, nog nooit eerder hebben gezien’, waarschuwen de organisatoren ons op de GTJ-app. De modder is destructief, plakt aan de banden, nestelt zich tussen versnellingen en derailleur. Het is vaak stappen, door modder en koeienstront, op de fiets springen, lopen, op de fiets springen, koepoort open, koepoort dicht.

Ik probeer om me heen te kijken en zie idyllische taferelen van koeien die grazen op bergweiden vol madeliefjes. Plots verschijnt het Zwitserse Plateau dat bijna de hele horizon vult.

Aan de voet van de volgende grote klim, Aiguilles de Baulmes/Le Suchet, controleert een man zijn versnellingen. Gezelschap is de beste motivator, heb ik gemerkt tijdens dit meerdaagse avontuur. Dus stop ik. Eric is een Franstalige Zwitser uit Lausanne. We beginnen ervaringen uit te wisselen, over geluk, schoonheid, boosheid en frustratie.

‘Gravel is genieten van de natuur, in plaats van enkel te focussen op je voorwiel om niet weg te glijden’, zegt hij. Als we een eerste top bereiken, verschijnt desondanks een paradijs. 10 kilometer lang slingert de grindweg over groene bergflanken, door bossen waar koeien lopen, door afgelegen boerderijen in het midden van nergens. Op de hoogvlakte weerklinkt het geluid van duizenden koeienbellen van dichtbij en ver weg. De afdaling door dit alles staat op mijn lijst van mooiste en meest sensationele gravelafdalingen die ik ooit heb gedaan.

Etappe 5: Mont Tendre

Vallorbe ligt in een vallei omringd door bergen van 1200 meter hoog. De lucht klaart op. De lente is in Zwitserland aangekomen. Bij een van de koeienhekken die een weiland afsluiten, zie ik een andere deelnemer. Ik kan mijn ogen niet geloven: het is Eric! Hij was gisteren op de top blijven slapen, terwijl ik was afgedaald naar Vallorbe. Eric is 52. Het was me al snel opgevallen dat hij een uniek doorzettingsvermogen heeft.

Gisteren publiceerde de organisatie 3 routewijzigingen in de GTJ app. We besluiten de eerste aanbeveling op te volgen, maar de tweede aanbeveling niet. Sommige mensen kunnen aan de lokroep van de natuur niet weerstaan, de roep die hen steeds dieper naar binnen trekt, soms als een valstrik, maar soms ook als een uitnodiging om magie te ervaren. De eeuwige wijsheid van de off-road fietser: echte schoonheid vind je zodra je de gebaande paden verlaat.

Een van de redenen waarom Eric deelneemt aan de Gravel Trans Jura is om de flanken van de Mont Tendre te beklimmen, de hoogste top van het Zwitserse Juragebergte en daarmee de hoogste van Zwitserland buiten de Alpen. Ook ik zou het niet kunnen verteren om dit te missen.

Ons alternatief begint op een steile asfaltweg en komt uit in enkele van de meest schilderachtige berglandschappen van de route. En dan verschijnt hij aan de horizon: Mont Tendre, een groene weidetop die 1679 meter boven zeeniveau uitsteekt.

Terug helemaal beneden in de vallei sterk ik aan met een overheerlijke Zwitserse kaas op een bankje in de zon. Hier begint de laatste klim van Gravel Trans Jura: La Barillette, 7 km waarvan 2 km rotsklauteren op een 30%-steile rotswand. Om het af te leren. Gelukkig geeft de adrenaline me het allerlaatste zetje naar de top met uitzicht op het enorme Meer van Genève, een van de grootste meren van Europa.

De 20 km-lange afdaling naar de finish in Nyon gaat over ruwe stenen en dik grind, in 10 haarspeldbochten, over een asfaltweg door gouden graanvelden bij een ondergaande zon. Als we de GTJ-spandoeken achter de zeilboten van de haven van Nyon zien, zetten we een eindsprint in. Grote glimlach, handen in de lucht.

Dankbaar

Christian Rocha, de organisator, begroet élke finisher in persoon aan de meet. Hij legt de medaille om mijn nek. ‘Ik wil jou omhelzen én slaan’, lach ik. Ik voel zijn teleurstelling, zijn passie voor gravelrijden, voor Zwitserland.

‘Ik heb medelijden met alle deelnemers’, zegt hij. ‘Jullie hebben nog geen 10% van de schoonheid van deze route ervaren. Mogelijk maken we volgend jaar twee routes: een epische versie, en een makkelijkere versie met minder off-road, en beter geschikt voor extreme weersomstandigheden.’

Ik zou waarschijnlijk toch voor de epische versie kiezen. Ik geloof dat zelfs lijden en frustratie mooi kunnen zijn. De delen waar we vloeken en schreeuwen zou je bijna vergeten, om enkel de schoonheid van het lijden over te houden. Wat er ook gebeurt, ik ben altijd dankbaar, om de verbondenheid met elkaar door verbinding met de natuur die ons allemaal overweldigt.

Gerelateerde artikels