Deel dit artikel:

Granfondo Nove Colli in Emilia Romagna, een terugblik

Eén van de oudste granfondo’s die er bestaat is de Nove Colli. Deze granfondo werd voor het eerst georganiseerd in 1972 en had toen 17 deelnemers. Nu, in 2023, werd de 52ste editie verreden met 9000 inschrijvingen. Onze man was één van hen.

Normaal gezien staat deze wedstrijd steeds half mei gepland, maar door de hevige regenval die er die periode uit de lucht kwam gevallen, werd de granfondo dit jaar verschoven naar september. Een soort waterbom zoals wij dat hier twee jaar geleden hadden in de Ardennen, zorgde voor heel wat modderstromen en wegverzakkingen. Talloze huizen kwamen onder water te staan en tal van mensen hadden echt nood aan hulp. Het parcours van de Nove Colli doorkruiste normaal gezien deze fantastisch mooie streek. Vandaar dan ook de logische afgelasting van het evenement in mei. De organisatie verschoof dan maar de datum naar een later tijdstip en koos uiteindelijk voor zondag 24 september. Het geld van de extra inschrijvingen die er nog bijkwamen, schonken de organisatoren integraal aan het hulpfonds van de slachtoffers van het noodweer.

Starten in de regen

Maar liefst 9000 deelnemers hadden zich ingeschreven voor het event. Normaal gezien wordt deze granfondo verreden over 200 kilometer en negen bergen wat betreft de grote tocht. Maar mede doordat sommige wegen nog niet hersteld waren, werd deze rit ingekort tot 170 km en tot zes beklimmingen, maar met toch nog ongeveer 2700 hoogtemeters. De dagen voor de ultieme dag was het steeds stralend weer in Emilia Romagna, meer bepaald in Cesenatico dat aan de Adriatische kust ligt. Zon, geen wolkje aan de lucht en een temperatuur van ongeveer 28 graden. Het perfecte weertje dus om op zondagmorgen om 7 uur de start te nemen. Maar de weergoden beslisten er die zondag anders over. De voorspellingen de dag voordien zagen er maar somber uit. Er werd regen van ’s morgens 7 uur tot kort na de middag aangekondigd. Dat deed vele fréle Italianen al op voorhand bibberen en een duizendtal ingeschreven renners gaven er al de brui aan nog voor ze aan de start stonden.

Cipo en co

Ikzelf zag het wel zitten maar was er toch niet helemaal gerust in. Fietsen in de regen als je alleen rijdt of in een peleton is wel degelijk een groot verschil. En ik reed nog met gewone velgremmen en dat op carbonwielen. Dan sta je niet zomaar onmiddellijk stil en moet je extra voorzichtig zijn in de afdalingen. Na het afspelen van het mooie Italiaanse volkslied en op de tonen van de Final Countdown vertrok stipt om 7 uur box 1 met de renners die de vorige jaren een goede tijd hadden gereden en met natuurlijk ook de VIPs. Zo stond ook vijfvoudig Tourwinnaar Miguel Indurain aan de start, net als Davide Cassani en Mario Cipolinni.  Ik mocht aanschuiven in box 3 van de in totaal acht boxen en vertrok in de regen samen met heel wat anderen voor een tocht van 170 km over de trainingswegen van wijlen Marco Pantani. Kort na de start waren er enkele ronde punten die meteen voor een langgerekt peloton zorgden. Dit was met de slechte weersomstandigheden zeker niet slecht en zorgde toch voor een veiliger gevoel. Maar eens de bredere wegen er aankwamen, werd het toch wat drummen om vooraan en veilig te blijven. De eerste 45 kilometer waren zo goed als vlak, alhoewel we het hier in Vlaanderen al als bergop zouden beschouwen.  Dit hield de snelheid natuurlijk redelijk hoog en ook de concentratie moest hoog blijven. Eerlijk gezegd was ik blij dat de eerste klim in het zicht kwam, zodat er toch wat meer afscheiding zou komen. En zo geschiedde. Na de eerste klim, de Pieve di Rivoschio, een klim van 8 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 4,7% en een maximum van 9%, werd het grote peloton van voorheen opgesplitst in verschillende groepjes. Ondertussen haalden we met ons groepje van een twintigtal renners alsmaar meer deelnemers in die voor ons waren gestart . De benen waren goed en de pletsende regen waarin we al een hele tijd aan het rijden waren deed blijkbaar vele Italianen verschrompelen. Ikzelf bleef een goed gevoel houden en reed op iedere beklimming met de beteren naar boven. Enkel in de afdaling moest ik hen soms wat meer laten rijden omdat zij met hun schijfremmen toch meer comfort hadden.

Het Barbotto monster

De tweede klim van de dag boezemde iedereen heel veel schrik in. De Barbotto is slechts 5,5 km lang maar heeft een gemiddelde stijging van 6,9% met een piek van 18% tijdens de laatste kilometer. Die laatste kilometer zie je velen echt harken om boven te komen en sommigen moesten het zelfs te voet doen omdat ze aan het doorslipten op het natte, gladde wegdek. Eens de top voorbij is het even 300 meter vlak om terug op adem te komen, maar al gauw loopt de weg terug omhoog naar Perticara. Nog eens een vijftal kilometer klimmen met een piek van 12 % maakt de aansluiting op de Barbotto heel zwaar. Daarna volgt een welverdiende, weliswaar technische afdaling, waar je toch steeds heel aandachtig en fris kijkend naar beneden kan zoeven.

Op de tussenstukken kreeg je de mogelijkheid om te eten en te drinken. De helse weersomstandigheden, nog steeds gietende regen en redelijk wat wind, deed ons meer energie verbruiken dan aanvankelijk verwacht. Op mijn Garmin had ik tijdsblokken ingesteld die me er aan herinnerden dat ik moest blijven eten en drinken. Gelukkig maar, want in het heetst van de strijd zou men dit wel eens vergeten. Trouwens aan bevoorradingsposten was er geen gebrek. Na iedere klim kon je naar hartenlust bidons vullen en eten scharrelen . Ikzelf stopte aan één bevoorrading die zelfs door mijn hotel – het Lungomare Bike hotel in Cesenatico – enkel en alleen voor de gasten was opgesteld.  Zo stonden dan ook mijn drinkbussen klaar en kon ik vlug nog wat eten en gelletjes in mijn achterzakken steken zonder al te veel tijd te verliezen.

De vierde klim van de dag, de Monte Pugliano, was er eentje van 9 km met het grootste hoogteverschil in deze Nove Colli. Met gemiddeld 5,6% en een maximum van alweer 12% was dit toch alweer een flinke kuitenbijter. Toen ik naar boven keek, zag ik pas echt hoe zwaar deze klim wel was. De meesten moesten hier hun kleinste verzetje benutten en eerlijk gezegd had ik met mijn 34×28 ook mijn kleinste kroontje in gebruik. Dat gaf mijn benen toch iets meer adem dan stoempen op een groter verzet. Van het uitzicht op het prachtige San Leo kon ik helaas niet teveel genieten want als snel volgde alweer een technische afdaling in de pletsende regen. In het dal was het wel leuk omdat er veel publiek stond om ons aan te moedigen op de kasseistroken doorheen de mooie , typisch Italiaanse dorpjes. Hier voelde ik me door de regen en de kasseien toch even een echte Flandrien .

Laat de zon in je hart

Ondertussen verstreken de kilometers en dunde ons groepje meer en meer uit. Steeds meer haalden we renners met lage nummers in, wat wilde zeggen dat we goed bezig waren. De voorlaatste klim, de Passo dello Siepi,  en de laatste klim naar Sogliano werden aangevat met nog steeds een goed gevoel. Beide beklimmingen zijn ongeveer een viertal kilometer lang maar niet meer zo steil als de vorige hellingen. Veel afscheiding volgt hier niet meer. Enkel zij die niet genoeg gegeten of gedronken hadden, moesten nog de rol lossen.

Eens terug op de vlakkere stukken richting kust begon zowaar de zon te schijnen en werden de wegen terug droog. Wat een opluchting, want die regen had er ondertussen wel serieus ingehakt. Ook de deelnemers van de kortere tocht reden hier terug op hetzelfde traject en heel wat van hen pikten aan in het treintje dat we ondertussen hadden gevormd. Die laatste kilometers maalden we af in een sneltempo dat bijna niet meer onder de 40 km/u kwam. Onder een stralende zon kwamen we uiteindelijk terug aan langs de kust van Cesenatico. Ikzelf behaalde uiteindelijk een 199ste plaats algemeen en werd 21ste in mijn leeftijdscategorie M5 in een tijd van 5 u 24 min 55 sec. Met een mooie medaille als finisher rond de nek en een dikke knuffel van mijn vrouwtje Connie, scheen het zonnetje terug in mijn hart en dit na een helse regentocht. In zonnige omstandigheden is dit echt een mooie maar lastige rit met prachtige vergezichten. Gelukkig had ik de dagen daarvoor de streek al wat doorkruist en genoten van typisch Italiaanse dorpjes en natuurlijk ook van hun uitzonderlijk lekkere pasta, wijn, piadinas en gelati.  Deze streek van wijlen Marco Pantani is zeker en vast een aanrader voor iedere fietser.

De volgende editie gaat door op zondag 19 mei 2024. Misschien treed jij dan in de voetsporen van de lokale held Manuel Senni, de winnaar van dit jaar. Ex-prof Manuel werkt trouwens als fietsgids in Hotel Lungomare en toont er de gasten de mooiste plekjes van de regio.

Interessante links:
Nove Colli
Hotel Lungomare
Toerisme in Emilia Romagna
Terra Bici fietsreizen