GETEST: Origine Axxome III GTO

De Axxome is onderverdeeld in twee types: de agressievere GTR en de stabielere GTO. Wij kregen de Axxome GTO in een maat L binnen. Die bleef steken op een aangename 7,64 kilo. Daarmee mag deze Fransman zich nog altijd een klimmer noemen. De frameset zit goed in de lak, want het zwart heeft een diepe glans en er komt een fonkeling uit. Zo merk je meteen dat de eigen lakafdeling in de Noord-Franse fabriek goede diensten levert.

Toch vielen er meteen een aantal zaken op. Zo hadden ze bij Origine een mechanische Shimano 105 gecombineerd met carbon DT Swiss-wielen uit het topgamma en een carbon cockpit. Een ietwat vreemde keuze, als je het mij vraagt. Toch hielden ze daarmee de prijs vlotjes onder de 5000 euro. Dat is dan weer een meevaller. Een doorn in het oog is dan weer het slecht gelegde stuurlint dat dan ook nog eens op de verkeerde manier schuin is afgesneden. Een fietsenmaker zou zoiets zelf snel oplossen voor de fiets de deur uitgaat, maar Origine levert de fietsen rechtstreeks aan de klant. Dat zou dus niet mogen. Een belangrijke les voor Origine: controleer elke fiets voor hij de deur uitgaat en let op de details, zeker als het er net eentje is die je naar een fietsmagazine opstuurt. In tegenstelling tot duurdere fietsen zag ik ook dat deze Axxome nog steekassen heeft die uit het frame steken, terwijl andere al de types met een verzonken kop gebruiken, zodat ze mooi in lijn blijven met frame en vork.

Comfort boven

Deze GTO is duidelijk opgebouwd om het comfort te maximaliseren. Eerst en vooral is er al het op comfort gerichte frame, maar er zijn ook de Continental GP5000 S TR-banden van 30 mm breed (toppertjes!) en een ruime hoeveelheid spacers onder de stuurpen. In dat opzicht is het des te vreemder dat ze opteren voor een DT-wiel uit de aerolijn – een setje halfhoge Prymahl C35 zou beter passen én 1173 euro goedkoper zijn – en voor een cockpit uit één stuk.

Nog opmerkelijker is dat Origine zelf stelt dat die BLKTEC Combo R8 enkel compatibel is met elektronische groepsets. Daar zondigen ze dus zelf tegen. Bovendien staan de grote, ietwat lompe 105-shifters echt als een draak op dat carbon stuur. Wel wil ik meegeven dat dit 40 cm brede stuur goed in de hand ligt, dankzij de schuine hoek aan de achterkant van het afgeplatte stuur, maar zelf zou ik kiezen voor een gewone combinatie van stuur en stuurpen, met als bonus dat je een paar honderd euro uitspaat. De immer uitstekende Ritchey WCS Carbon-zadelpen in combinatie met de Selle Italia SLR Boost Superflow – een van mijn favoriete zadels met zijn brede zitruimte en korte neus – mag dan wel weer gerust blijven staan.

Het rijgedrag was helemaal zoals ik het had verwacht van deze klimfiets met comfortkarakteristieken. Hij biedt inderdaad veel comfort, mede dankzij de brede, soepele en tubeless gemonteerde Conti’s en de ronde zadelpen, en houdt er uitstekend de loop in. Onder andere door het teveel aan spacers is de voorkant niet stijf. Toch voelt hij heel lichtvoetig aan, onder andere dankzij de lichte DT Swiss ARC 1100-wielen, en geeft hij een leuke, snelle eerste aanzet. Het is een soepele fiets, maar hij mist dus wat stijfheid. Aan de ene kant kan je dat oplossen door er wat spacers onderuit te halen, maar aan de andere kant kan je je de vraag stellen of de beoogde koper van een comfortabele, stabiele GTO wel extra stijfheid nodig heeft. Zou hij dan niet meteen voor de agressievere GTR kiezen?

Mechanisch leeft

Je zou het bijna vergeten, als je de line-up voor Racefiets van het Jaar ziet, maar er worden wel degelijk nog mechanische groepsets verkocht. Deze Shimano 105 heeft tegenwoordig 12 kransjes achteraan, dus aan versnellingsbereik moet je al niet meer inboeten. De combinatie van de 50/34 vooraan en 11-34 achteraan is ideaal voor de meeste sportieve fietsers. Alleen was het jammer dat de ketting over de tandjes ratelde. De mecaniciens hadden blijkbaar maar met een half oog het hele boeltje afgesteld. Na het klimmetje op ons testparcours draaide ik wat aan de stelschroef en liep het meteen weer geruisloos, zoals het hoort. Het is inderdaad snel opgelost, maar het is opnieuw iets wat je je als online merk niet kan veroorloven. Ik moet toegeven dat wij als testredacteurs wel echt verwend zijn, want ik was al bijna vergeten dat een mechanische voorderailleur net iets langer moet zoeken voor hij de ketting van voorblad verlegt. Rij je nooit met een Di2, dan gaat dit je helemaal niet opvallen. Wel een pluim voor Origine dat ze een chain catcher monteren. Zo vermijd je dat je ketting naast het kleine blad valt en je frame beschadigt.

Conclusie

Vorig jaar belandde de Axxome GTR nog op het podium, maar dit jaar viel de betaalbaardere GTO ernaast. Nochtans ben ik wel fan van de klassieke klimfietslook, en de soepele, aangename Axxome GTO toonde opnieuw aan dat Origine echt wel weet hoe het goede fietsen moet maken, maar voor mij en de rest van het testpanel klopt het totaalplaatje van de fiets niet helemaal. Ofwel ga je voor de mechanische 105-groepset met een gewone stuurcombinatie en iets betaalbaardere wielen, zodat je ruim onder de 4000 euro blijft, ofwel kies je voor elektronisch schakelen, een luxueuze cockpit en bijpassende wielen, maar dan misschien eerder bij de Axxome GTR. Als Origine er dan ook nog voor zorgt dat de volgende keer de derailleurs perfect zijn afgesteld en het stuurlint correct is gelegd, dan zijn we weer helemaal blij. Onze testfiets kwam neer op 4825 euro, maar prijzen starten al vanaf zo’n 2250 euro.

Meer info op de website van Origine >>