Deel dit artikel:

Fietsen in Osttirol

Onder invloed van mediterrane luchtstromingen ligt de temperatuur in Osttirol gemiddeld meer dan een graad hoger dan in de rest van Tirol. Daardoor zijn de wegen er al vroeg in de lente goed berijdbaar en blijven ze dat ook tot een eind in de herfst. Kantonnale hoofdstad Lienz is dankzij die milde weersomstandigheden uitgegroeid tot een uitvalsbasis van zomersporters. Wandelaars en fietsers boeken er jaarlijks meer dan twee miljoen overnachtingen, om er te ontspannen of om er de basis te leggen van een wereldtitel.

Er zijn heel wat actieve wielerkampioenen voor wie Osttirol het favoriete trainingsgebied is. De bekendste naam in het kwartet is uiteraard Peter Sagan. Volgens Helmut Dollinger, trainer bij Sagans ploeg Bora-Hansgrohe, is de combinatie van zon met bergen de ideale basis voor een trainingskamp.

“In Osttirol hebben we vorig jaar de Tour en het tweede deel van het seizoen voorbereid. Het is een zonnig gebied met voldoende accommodatie om met een heel team op grote hoogte te slapen. De duursessies van vier tot zes uren worden grotendeels in de lager gelegen valleien afgewerkt. Sommige trainingen doen de renners gezamenlijk, maar soms wordt er opgesplitst. De klimmers trekken dan de bergen in terwijl onze spurters en allrounders lager blijven.”

De populairste lus van ‘Team Sagan’ gaat via een vlakke aanloop naar Huben om dan alsnog te stijgen tot op de Staller Sattel, een bergpas boven de 2000 meter, net over de grens met Italië.

De Dolomitenradrundfahrt is dan weer een begrip bij zowat alle inheemse fietsers. Zowel de gelijknamige Granfondo, als het traject op zich. De rit moet voor de autochtonen zowat het equivalent zijn van wat de Elfstedentocht is voor de Friezen. Het parcours ziet er op de kaart uit als een eenvoudige driehoek maar is in realiteit een waar festival van wisselende decors en ontelbare hoogteverschilletjes.

Het voorspel, van centrum Lienz tot de voet van de Gailberg, is niet vlak maar loopt heel zacht bergaf. Het optische bedrog geeft de hersenen het signaal dat de benen in topconditie zijn. In Oberdrauburg begint de ontnuchtering. Daar draai je de Gailbergsattel op, een col van zeven kilometer met een stijgingspercentage van iets meer dan vijf procent. Dat is zeker niet onoverkomelijk want de bochten zijn ruim en de steilere stroken zijn relatief kort.

De snelle afdaling tot Kötschach leidt naar de tweede en meteen al de laatste col van de rit: de Kartitscher Sattel. Eén probleempje, de beklimming blijkt een illustratie te zijn van de relativiteit van het begrip “gemiddeld”. De pas is weliswaar 42 kilometer lang maar stijgt ‘gemiddeld’ nog geen twee procent. Piece of cake? Quod non. De weg naar de top heeft een grillig zaagtanden profiel dat steile passages voortdurend afwisselt met korte afdalingen. Nooit kom je in een gelijkmatig ritme, de cijfertjes op de display van je gps krijgen geen moment rust.

Op de Kartitscher Sattel klim je nergens heen. Halfweg de beproeving komt Maria Luggau in het vizier, een onooglijk dorpje met een buitenproportionele basiliek. Het schijnt dat de Maagd Maria er ooit verschenen is. Kan best, vermoedelijk heeft menig passant hier al Moeder Gods aanroepen. Uit wanhoop. Bij Obertilliach is de beproeving eindelijk voorbij. De top ligt nog zes kilometer verder maar de hoogte is grotendeels bedwongen. In de nauwe dorpskern – een brandwachter doet er nog iedere nacht de ronde om overslaande vuurhaarden te voorkomen – kan je kiezen uit meerdere restaurantjes.

Vanaf de top gaat het in een rotvaart over perfecte wegen naar Tassenbach. Tijdens de Granfondo maak je vervolgens snelheid op de B100, de rechte weg terug naar Lienz. Op andere dagen kan je het drukke verkeer mijden door de Drauradweg te volgen. De bijtrapafdaling tot het einde van de rit is slechts een kort stukje van het lange fietspad tussen Toblacher Feld in Italië en Maribor in Slovenië.

De ‘Classic’ Dolomitenradrundfahrt – 112 kilometer en 1870 hoogtemeters – is al 65 jaar een belangrijke fietsmarathon met zo’n 2000 deelnemers. Voor de die hards is er sinds enkele jaren een uitbreiding voorzien: de Super Giro Dolomiti. Met 232 kilometer en 5234 hoogtemeters wordt deze jonge proef nu al tot de zwaarste marathons van Europa gerekend.

Van een heel andere orde dan de roemrijke toertocht is de beklimming van de Kalser Glocknerstrasse, een rit langs de wand van de bekende Grossglockner. De voet ligt in Huben, twintig kilometer ten noorden van Lienz. Eens je de eerder drukke verkeersader verlaat

en koers zet richting Kals, laat je bij elke pedaalslag de beschaving verder achter je. De eerste drie kilometer zijn steil maar worden gevolgd door een laatste adempauze bij de waterval van Staniska. Daarna blijft de weg gestaag oplopen om dan net buiten het centrum van Kals pas echt naar de hemel te reiken. De top is er nog lang niet in zicht, hij zit verscholen tussen de 266 pieken boven 3000 meter die hier te tellen zijn.

Rest een gevecht met de elementen in een woest decor. Vermoedelijk in alle eenzaamheid. De weg zal zeven kilometer verder immers doodlopen op een grindpad en de slagboom aan de rand van een natuurreservaat.

PRAKTISCHE INFO
Deelstaat Tirol ligt in het westen van Oostenrijk en grenst aan de buurlanden Duitsland, Zwitserland en Italië. Kufsteinerland, Alpbachtal en Innsbruck liggen in het noorden van Tirol, elk op ongeveer 900 kilometer rijden van Brussel. Osttirol ligt op ongeveer 1050 kilometer.

ERNAARTOE
De vier regio’s zijn goed bereikbaar met de wagen, maar hou er rekening mee dat op de Oostenrijke snelwegen een autovignet verplicht is. Een vignet voor tien dagen kost negen euro en kan worden aangeschaft in tankstations of bij de grensovergangen. Voor enkele wegen en tunnels geldt een bijkomende tolheffing. Met het vliegtuig kan ook. Tuifly verzorgt rechtstreekse vluchten naar Innsbruck vanuit Antwerpen, Transavia doet hetzelfde vanuit Eindhoven. Tijdens de zomermaanden wordt de kleine stadsluchthaven echter niet bediend vanuit de Lage Landen. Met tussenlandingen in Wenen of Frankfurt gaat de beoogde tijdswinst deels verloren. Vliegen via München is een andere optie. Vanuit Nederland en België zijn er dagelijks meerdere rechtstreekse verbindingen en vanaf de Beierse luchthaven spoor je in anderhalf uur naar Innsbruck, met de huurwagen mag je op twee uur rekenen. Voor wie Osttirol als bestemming heeft, zijn de luchthavens van Venetië en Ljubljana het overwegen waard. Beiden liggen op een autorit van zo ’n twee uur van Lienz.

VERBLIJF
De diversiteit aan hotels is schier onuitputtelijk in Tirol. Ook het aanbod aan fietsvriendelijke hotels neemt overhands toe. Hotel-restaurant Dolomitenhof *** in Tristach (Osttirol) biedt een uitgebreid ontbijt, heeft een afgesloten fietsstalling en serveert meerdere Belgische streekbieren. * www.dolomitenhof-tristach.at

FIETSVERHUUR
In Tirol is de racefiets duidelijk nog niet de koning onder de tweewielers. Het gros van de verhuurbedrijven heeft meer e-bikes, mountainbikes (al dan niet met hulpmotor) en downhill fietsen in voorraad. Vooraf reserveren is daarom de boodschap, al is er beterschap merkbaar. Zo zal Crazy Bikez uit Innsbruck vanaf het voorjaar van 2018 het gamma racefietsen van een hogere kwaliteit fors uitbreiden. * www.crazybikez.com

Gerelateerde artikels

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE