Was het niet Joop die zei: ‘De fiets, de fiets, en verder niets.’? Het laatste weekend van maart stond geboekt als zó een weekend. Een copieuze maaltijd met E3 Prijs kijken op vrijdag, en zelf Gent-Wevelgem fietsen op zaterdag. Gevolgd door een driegangenmenu bij GaultVelo op zondagvoormiddag en nadien uitbuiken voor tv bij de waaiers in Gent-Wevelgem. De 220 kilometer lange cyclo van en naar Wevelgem bleef wat meer aan de ribben kleven dan gedacht, dat had ik onderschat. De wissel naar zomeruur, ik las in de krant dat je hiervan weken moet herstellen, zorgde voor nog kleinere oogjes op zondagochtend. Ik maak de verplaatsing naar Dilbeek, samen met zoonlief Mathis. We maken ons op voor een ontspannend tochtje door het Pajottenland in culinair hogere sferen. Hij op de mountainbike, ik op mijn gravelfiets.

Kleine oogjes
GaultVelo, de link met Gault&Millau is niet veraf, is een organisatie van vier vrienden met liefde voor de fiets en lekker eten. Wat begon met twee collega’s liep via omzwervingen bij scouts en volleybal uit tot een vriendschap met vier en… GaultVelo. Doorheen Vlaanderen worden kleinschalige events georganiseerd waarbij een leuke fietsroute en lekkere (culinaire) omkadering centraal staan. Je kiest voor een weg- of gravelroute. Mathis en ik gaan zestig kilometer gravelen in het Pajottenland. Wie dat wil kan ook de wegroute kiezen. In Dilbeek tref je de Pedemolen aan, een beschermd gebouw in de achtertuin van Remco. Beetje gelige hoeve, groene luikjes, houten banken, heel sfeervol. In het kleine schuurtje staat de koffie opgesteld met broodpudding en artisanale repen. Agostino is een koffiebranderij uit Dendermonde, en mijn kopje koffie is best straf. Hadden we kleine oogjes, dan zijn we nu ‘good to go’ voor een vader-zoon ritje. We vertrekken als eerste, dan zijn we ook op tijd terug voor ‘t eten. ‘We rijden ongeveer twintig km/u geef ik mee, dus over anderhalf uur aan de post is zeker ok.’.


De bidons?!
‘Vul gerust je bidon met de homemade sportdrank’, zegt Steven, één van de vier vrienden, terwijl hij naar mijn fiets kijkt. Ik kijk ook naar mijn fiets, vragend, terwijl ik de bui al voel hangen: ‘Bidons? Ik heb daarnet helemaal geen bidons uit de auto gehaald. Sterker nog, ik heb helemaal geen bidons in de auto gelegd.’. Het wordt een culinair ritje, echter niet onderweg… Plan van aanpak: goed drinken vooraf, en dan dertig kilometer overbruggen zonder extra gewicht. Moet lukken bij een graad of tien, toch?
De route begint met een kasseistrook. Ik geef Mathis nog mee dat hij best oplet voor postauto’s in deze streek. Hij volgt ook het nieuws leer ik: ‘Die hebben nu toch allemaal zo een sticker, papa? Dat gaat hier niet meer gebeuren.’. En dus gaan we veilig op pad, met als eerste veldweg de ‘paardendreef’. In de streek staan best veel paarden, de wegen liggen er allemaal kurkdroog bij, en de tractorsporen zijn helemaal uitgehard wat het vaak een schokkende ervaring maakt. De landschappen zijn mooi glooiend en alles is rustig op zondagochtend. Er doemen echter stilaan twee problemen op…



Laat een kapel altijd proper achter
Een eerste is de aard van de route. Dat is hier geen meter vlak, een onderschatting. De beoogde recup van gisteren gaat er zo niet inzitten lijkt het. We draaien en keren dat het een lust is, en gaan daarbij voortdurend op en af. Het verveelt geen seconde, het kruipt wel in de benen. Bij de wat langere / steilere afdalingen laat Mathis zich als een steen naar beneden vallen, terwijl ik vooral inzit met de stevigheid van mijn voorwiel. Wat voor mij een vervelende stuit is, is voor hem een ‘Zag je die jump, cool hé’. Op een wat eenvoudiger weggetje dat vol met kapelletjes staat, houden we een fotomomentje. Als goedgelovige zieltjes laten we, na het aantreffen van eenborstel in de kapel, alles netjes achter. Als iedereen al voor zijn eigen huisje veegt, komen we een eind.



Er is ook een tweede probleem. Geruime tijd valt het me op dat Mathis richting hemel lijkt te turen. Dat is wel erg gelovig, hier klopt iets niet. De hoofdband onder de helm is inmiddels zo afgezakt dat het de enige manier is om nog iets van de weg te zien. Dat verklaart misschien de afdaling van zonet. Er volgt een vestimentaire noodstop om alles weer op zijn plaats te krijgen. Ondertussen naderen we Tollembeek, niet enkel het dorp van Urbanus, ook dat van de tussenstop. ‘De Crelan van Tollembeek, daar moet je zijn’, waren de richtlijnen vooraf duidelijk. Je kan het niet missen. Bij nader inzien was er stilaan ook een derde probleem. Dorst! De homemade sportdrank komt goed van pas. Net als het bananenbrood of de brownie en appelsienpartjes. ‘Echt een goede combi dit, papa.’. Zo, die kan er ook weer tegenaan.


Twintig punt nul
De Mark. Dat is niet één van de vier vrienden, wel de rivier die door Tollembeek snijdt. Langs die beek begint het tweede deel van onze tocht. Wind in de rug, dat scheelt al een slok op de afwezige drinkbus. En iets meer rechttoe rechtaan gaat het ook, over echte gravelwegen. We passeren bij Kesterheide nog een mountainbikeparkje -een bosje met hoogteverschillen waar je met een mountainbike wel overweg kan- waar we het dak van deze route vinden. Mathis laat zich nog even gaan naar beneden en bedenkt achteraf dat hij dan ook terug bergop moet.
Ondertussen nadert het einde. De benen zijn niet echt gerecupereerd, eerder nog net iets meer gesloopt. ‘Papa, jij zei toch dat we twintig per uur gingen rijden he? Ik heb, euh, 19.8. Zullen we daar even werk van maken?’. Wat kan ik zeggen? Ik geef geen teken van zwakte en ga mee in het verhaal. Op de laatste helling gaan we vol aan, vallen stil, parkeren en gaan nog eens aan. We knallen voorbij brouwerij Lindemans en bijhorende brouwerijstraat terug naar de Pedemolen. Beetje dorst, veel honger, en 20.0 gemiddeld. Feest.

We remember moments
‘Ik deed wel eens een event mee waar ik na de rit mijn rijst met een mes moest snijden.”, merkt Steven fijntjes op. Wij willen het fijner aanpakken.’. Dat komt super goed uit want naast dorst hebben we ook serieus trek gekregen. Pasta met vis en prei, of een vegetarische hazelnootburger? Twee keer pasta wordt het, en een Fourchette. We ziten in het midden van een oud woonkamertje, vol schilderijen van weleer. ‘Hier vloekt met niet’, hangt boven de deur. Okay dan, al heeft het godverd… gesmaakt. Zeker ook die heerlijke panna cotta als onverwacht toetje. Door de kleine ruitjes van de Pedemolen zie ik fietsen tegen het hek en mensen die gezellig napraten in een flauw voorjaarszonnetje. Op de achterkant van mijn glas staat te lezen: ‘We do not remember days, we remember moments.’. Klopt. Welke dag ik in Dilbeek was, hoef je me vandaag al niet meer te vragen. Dat er verschillende momenten in het geheugen gegrift staan, is inmiddels wel duidelijk.




Ook een hongertje?
Klik hier voor meer info over Gaultvelo.
