Deel dit artikel:

Cotacollen in Oost-Limburg – de route

Ruim vijfendertig jaar geleden kwamen Jean-Pierre Legros en Daniel Gobert op het idee om duizend Belgische hellingen in kaart te brengen. Dat leidde tot de Cotacol Encyclopedie, een naslagwerk dat pre-internet erg populair was bij fietsfanaten. Dit jaar laat Grinta! zich inspireren door dat lijvige boek. Door telkens vier Cotacols aan elkaar te breien tot een aantrekkelijke route, doorkruisen we zes regio’s. Eén ervan is Oost-Limburg.

De opwarming is een belangrijk onderdeel van iedere sportsessie. We zetten dus niet meteen koers in de richting van het heuvelachtige Voeren, maar verlaten startplaats Kanne, de woonplaats van Tom Dumoulin, langs het noorden voor een ommetje door Maastricht. Een kleine twintig kilometer blijven we in de vlakke Maasvallei. Daarna loopt de weg stelselmatig op tot de dorpskern van Sint-Martens-Voeren, daar krijgen we de Op de Eiken voorgeschoteld. Vrijwel onmiddellijk na de afdaling van deze eerste echte beklimming volgt nummer twee, De Kasteelstraat.

Op de Eiken

Cotacol nr 793: Op de Eiken, Sint-Martens-Voeren

Lengte 2000 – Hoogteverschil 95 – Gemiddeld  4,8 % – Cotacolpunten 91

Bij het Cotacol-boek draait alles om cijfertjes en harde data. Mocht er ook een ranking op basis van esthetische variabelen zijn opgenomen, dan zou deze beklimming hoger scoren dan nu het geval is.
Op de Eiken is namelijk een van de mooiste Limburgse hellingen, het fraaie Nederlandse Zuid-Limburg incluis.
Bij de voet verwacht je dat eigenaardig genoeg niet. Over vervelend plaveisel verlaat je de dorpskern van Sint-Martens-Voeren en de eerste honderden meters is de weg aan weerszijden bebouwd. Naarmate je over een prima wegdek hoger klimt, verandert het uitzicht spectaculair. De huizen met voortuintjes maken plaats voor een beboste heuvelflank en vanaf hun uitgestrekte weilanden houden runderen je klimcapaciteiten nauwlettend in de gaten.
Je hoeft echter geen klimmer pur sang te zijn om te genieten van nummer 793. Op de Eiken is namelijk een tweetrapsraket. Na ongeveer 900 meter met stroken tot tien procent, krijg je enkele nagenoeg vlakke hectometers de kans om je tweede adem te vinden. Deel twee verloopt gelijkmatig met een stijgingsgraad van vijf à zeven procent. Bij de ruime bocht op 500 meter van de top kan je perfect inschatten hoever je voorop of achterop ligt bij je metgezellen. Samen klimmen kan er ook want je moet nergens echt diep in het krachtenarsenaal graaien om boven te komen. Een prettige cadans zoeken en die vasthouden, dat is de truc.
Na precies twee kilometer, deels door on-Belgische Alpenweiden, bereik je de top in Ulvend, een gehucht pal op de grens met Nederland. Een tussenstop bij het lokale ijssalon is een aanrader.

Kasteelstraat

Cotacol nr 847: Kasteelstraat, Teuven

Lengte 1300 – Hoogteverschil 80  – Gemiddeld  6,2 % – Cotacolpunten 87

Daal je vanuit Teuven af richting Remersdaal, dan riskeer je de Kasteelstraat voorbij te rijden. Als je wat vaart hebt valt het smalle straatje naar links, bij het driehoekig grasperkje in het gehucht Sinnich, helemaal niet op. Toch is het de moeite waard om de afslag te nemen, want de Kasteelstraat is een prachtig buitenbeentje. In de wijde omgeving vind je geen helling die er gelijkaardig uitziet.
De eerste honderden meters zijn vlak, vanaf het brugje over de Gulp begint de weg op te lopen en duik je een dicht, donker bos in. Vrij snel zit je rond de acht à tien procent en zo blijft het 800 meter lang. Binnen dat segment krijg je drie haarspeldbochten voor de wielen. Neem je ze breed, dan valt het mee om je cadans vast te houden. Snijd je ze scherp aan dan is dat minder evident, want aan de binnenkant zijn ze beduidend steiler.
Iets voorbij de derde bocht, na een kleine kilometer, vlakt de hellingsgraad voldoende af om meteen meerdere tanden zwaarder te schakelen. De uitloper van ruim 300 meter blijft immers onder de vijf procent. Het wegdek loopt prettig, de snelheid opdrijven kan.
Voorbij de top, waar een monument staat ter nagedachtenis van de slachtoffers van de dodendraad tussen België en Nederland ten tijde van WO1, ruil je het Vlaams Gewest in voor het Waals Gewest. Aan de Franstalige kant vertoont de helling een heel ander gelaat. In tegenstelling tot de dichte begroeiing langs de Kasteelstraat, slingert de afdaling via de Rue de Beusdael door een open landschap met uitgestrekte weilanden. Hier zijn de bochten minder haaks en veel overzichtelijker. Zwoegend naar boven, zoevend naar beneden.

We blijven hoogtemeters verzamelen. Eerst over de taalgrens in Homburg en vervolgens vanaf het kerkje van Remersdaal. Daar leidt de Kultjen naar wat het hoogste punt van Vlaanderen zou zijn. Vier kilometer verder ligt de voet van de beklimming naar De Planck.

De Plank

Cotacol nr 794: Helling van Planck, Sint-Pieters-Voeren

Lengte 1600 – Hoogteverschil 92  – Gemiddeld  5,8 % – Cotacolpunten 85

Buiten de auteurs van de Encyclopedie Cotacol gebruikt niemand de naam Helling van Planck. Fietsers aan beide zijden van de landsgrens België – Nederland hebben het gemakshalve over De Plank.
De Plank heeft heel wat gemeen met de nabije Op de Eiken. Ze lopen min of meer parallel met elkaar naar ongeveer dezelfde hoogte en ze klimmen allebei met een wijde haarspeldbocht door ongerept groen. Het grootste verschil zit ‘m in het profiel. De Plank is namelijk een heel gelijkmatige helling.
Het eerste derde loopt gezapig op aan vier tot zes procent, de ketting moet achteraan dus niet al te ver naar links. Het middenstuk, vanaf de recht-linkse chicane, is het meest steile gedeelte. Maar ook hier word je niet tot het uiterste gepusht, bruusk schakelen hoeft nergens.  Het perfect lopende wegdek blijft heel de tijd een bondgenoot wat het klimmen erg aangenaam maakt. De verkeersluwe weg slingert lichtjes en door het ontbreken van opvallende menselijke ingrepen in de natuur, vertoef je even ver van de bewoonde wereld.
De laatste hectometers voor de top vlakken opnieuw af waardoor je enkele tandjes kan bijschakelen. De Plank is het typevoorbeeld van wat in het fietsersjargon wordt bedoeld met de term “loper”. Het is een beklimming voor niet-klimmers. Rustig zittend of en danseuse vaart maken? Aan u de keuze. Van voet tot top bepaal je zelf hoe snel je gaat. En die snelheid kan behoorlijk hoog oplopen, om op Strava de top tien te halen, moet je minstens boven 33 km/u blijven. Vlak voor de voet krijg je een korte afdaling cadeau, dit lanceerplatform is een belangrijke troef voor KOM-jagers.

De Plank

Er zijn wielrenners die het not done vinden trainingsroutes te laten kruisen of twee keer dezelfde straat aan te doen tijdens één rit. Uitzonderlijk zondigen we tegen deze ongeschreven regel en dalen we Op de Eiken af. Op de grens tussen het Vlaams en het Waals gewest verliezen we hoogte en komen we opnieuw bij de Maas uit. Na een lusje rond het Fort van Eben-Emael ga we na 91 kilometer nog één keer klimmen.

Plattenberg
Plattenberg

Cotacol nr 429: Plattenberg, Kanne

Lengte 700 – Hoogteverschil 53  – Gemiddeld  7,6 % – Cotacolpunten 60

De voet van deze helling ligt in de schaduw van de imposante hangbrug die de dorpskern van Kanne verbindt met buurgemeente Eben-Emael. Vanaf het jaagpad op de westelijke oever van het Albertkanaal kronkelt de weg zich via de Jekerstraat en Zusserdel tussen de bomen naar het hoger gelegen plateau. En kronkelen doet het. 

Onmiddellijk na de voet begint de pret, negen hele en halve bochten volgen elkaar razendsnel op. Geen wonder dat de helling bij fietsers vooral bekend is onder de naam Slingerberg.
Het steilste gedeelte zit vooraan, maar nergens wijkt de stijgingsgraad echt ver af van het gemiddelde. Met net geen acht procent over 700 meter is de Plattenberg zeker geen killer, al wringt het stroeve wegdek enigszins tegen. ‘t Is eerder een curiosum. De Stelvio telt 48 haarspeldbochten, Alpe d’ Huez heeft er 21. Dat is natuurlijk heel andere koek, maar waar in de Lage Landen vind je nog een helling met negen bochten? En, uitzonderlijk, met een kudde schapen op de weg? Vooral in dalende lijn is dit traject spectaculair, het is het gedroomde oefenterrein voor evenwichtskunstenaars en slalomspecialisten.
Wie op de top geen rechtsomkeert maakt, krijgt echter niet onmiddellijk een afdaling voorgeschoteld. De Plattenberg klimt uit de Maasvallei en wordt gevolgd door een immense vlakte waar de wind vrij spel heeft. Sterke beren die vlot de omschakeling naar de grote plateau verteren, kunnen hier het verschil maken. Het is daarom jammer dat deze visueel aantrekkelijke helling zelden opduikt in wielerwedstrijden van belang. In 2020 zat de klim wel vooraan in de tijdrit van de Binckbank Tour, dat verklaart de vele profs in de top tien van het Strava-segment. 

Plattenberg

Een cooling down van ongeveer tien kilometer brengt ons terug bij het beginpunt. 105 km met ruim 1000 hoogtemeters, een monsterlijke rit is dit allerminst. Anderzijds laat ze zich prima combineren met een tocht over het pittige parcours van de Amstel Gold Race. Wie naar Limburg afzakt blijft dus best meteen twee dagen.

Ter info:

Bert Nijs heeft alle hellingen van het originele naslagwerk gedigitaliseerd in een COTACOL-app. Gekoppeld aan je Strava-account is dat een handige tool bij het  Cotacol Hunting. 

Gerelateerde artikels