Neen dus, op de tweede rustdag van de Giro d’Italia was het zover. Het vliegtuig op richting Vicenza. De sierlijke letters Campagnolo bovenop de gebouwen gelegen langs de drukke invalsweg naar Vicenza, zijn van ver te zien. Het is niemand minder dan Valentino Campagnolo (zoon van oprichter Tullio) die ons welkom heet in het bedrijf. De site waar Campa nu is gevestigd werd in 1981 in gebruik genomen. Tot die tijd was het bedrijf gevestigd in het centrum van Vicenza waar het in 1933 werd opgericht. Behalve de fabriek in Vicenza heeft Campagnolo nog drie fabrieken in Roemenië, fabrieken in eigen beheer, geen onderaannemers.
(Lees verder onder de foto)

Hoe raar het ook mag klinken het is een klein beetje thuiskomen, en dat komt door de… geur. De geur van olie en van metaal dat verwerkt wordt doet m’n gedachten onmiddellijk naar “het kot” van mijn vader gaan, waar diezelfde geur rondhangt. Natuurlijk is het kot van mijn vader -tig keer kleiner dan de fabriekshallen van Campagnolo, dus verder houdt alle vergelijking op. Maar dit is wel nog echt een fabriek waar vakmanschap en engineering centraal staan. Weliswaar geautomatiseerd waar mogelijk.
(Lees verder onder de foto’s)


Campagnolo telt in totaal 320 werknemers. Alles wordt in-house gemaakt, en met alles bedoel ik niet enkel de onderdelen, maar ook het specifieke gereedschap en de mallen die nodig zijn om die onderdelen te maken. Die mallen worden door een team van vijftien mensen zeer zorgvuldig onderhouden want zo’n mal is kostbaar: prijzen van 40.000 à 50.000 euro voor een mal zijn geen uitzondering. Alle mallen worden op een aparte plaats opgeslagen, en in de machines gemonteerd wanneer nodig. Zo is er bijvoorbeeld een machine die cassettekroontjes stanst en afhankelijk van de reeks die wordt geproduceerd, wordt daar een mal in geplaatst van 8- tot 13-speed.
(Lees verder onder de foto)

Eens er voor een bepaald product een mal is gemaakt wordt er eerst een productielijn opgebouwd in Vicenza, waar een eerste reeks van het betreffende product wordt gemaakt. Als die reeks alle kwaliteitscontroles heeft doorstaan, komen de mensen van Roemenië naar Vicenza om alles aan te leren. Daarna verhuist de hele productielijn naar ginder. De eerste reeks die daar wordt geproduceerd, wordt opnieuw op alle mogelijke manieren geëvalueerd en eens goed bevonden wordt met massaproductie gestart. Wat ook gedaan wordt, is bepaalde onderdelen in Vicenza produceren en dan in Roemenië laten assembleren. Velgen en naven die bijvoorbeeld in Italië het levenslicht zien, gaan veelal naar Roemenië om er volledige wielen van te maken.
(Lees verder onder de foto’s)


Aan de ene kant van de fabriek bevindt zich een groot magazijn waar alle grondstoffen worden bewaard. De carbon grondstof wordt aangeleverd en in het magazijn in een gigantische koelruimte gestockeerd. Het metaal voor cassettes, kettingbladen en naven wordt overwegend aangeleverd in lange staven, voor de kettingen wordt plaatstaal geleverd.
Aandacht voor kwaliteit is gedurende het hele productieproces aanwezig en bij alle machines zijn meettoestellen geplaatst waar werknemers om de x-aantal stuks een exemplaar uit de productie pikken om na te meten of alles binnen de nodige toleranties valt. Traditie en toekomst gaan hier hand in hand. Enerzijds zijn er de persen, waar bijvoorbeeld de tandkransjes en kettingschakels worden uitgestanst. Die gaan al even mee en er worden voor nieuwe producten telkens nieuwe mallen gemaakt om hierin te plaatsen. Aan de andere kant zijn er ook state-of -the-art gerobotiseerde machines die de complexe vormen van wielnaven, cassettebody’s… uit stukken metaal frezen.
(Lees verder onder de foto’s)


Met nog steeds de familie Campagnolo aan het roer en met slechts 320 werknemers is Campagnolo een klein familiebedrijf tegenover andere bedrijven in de branche. Dat maakt de insteek anders, de passie spreekt. Overal in de fabriek hangen levensgrote foto’s van grote momenten in de wielergeschiedenis waarbij Campagnolo een rol speelde. Je voelt hier de fierheid waarmee de mensen hun job uitvoeren. Terecht!

