Deel dit artikel:

Bikepacken langs elf Friese steden

Friesland is een bijzonder stukje Nederland. Ze schaatsen er van stad naar stad, je begrijpt er geen snars van hun taaltje, en hun oranjekoek is roze. Naast de vele grachten liggen echter ook vaak fietspaden, en dus trokken we al bikepackend langs de “Fryske Alve Stêden”. Drie dagen Friesland, waar de steden vaak kleiner uitvallen dan dorpen.

“Nou, het zal er nooit meer van komen.”, hoor ik al te vaak wanneer ik met een Fries een gesprekje aanga. Er zijn verschillende theorieën gangbaar. Van de logica zelve (‘niet koud genoeg’) tot een denkpiste waarbij het te warme slib te veel naar de zijkant van de rivier wordt afgevoerd, waardoor de temperatuur daar niet genoeg kan dalen. Of zoiets. Ik zie op het palmares wel dat de Alvestêdetocht ook tussen 1963 en 1985 niet doorging. Tweeëntwintig jaar dus. De teller staat nu op vijfentwintig. Misschien hoeven onze Noorderburen dus toch niet te panikeren. Meer nog, misschien wil het net zeggen dat het één van de komende winters prijs zal zijn?

Newbies

Voor mijn eigen Elfstedentocht, per fiets uiteraard, trek ik niet naar Leeuwarden om te starten. Ik rijd met de wagen naar het nietige Woudsend, omdat het met de meest praktische plek leek, niet erg ver van de autostrade. De wagen staat geparkeerd in de kleine steegjes rond de kerk, de fiets wordt voorzien van de Brooks fietstassen die ik zal gebruiken voor deze tocht. Mijn echtgenote Sandra rijdt met een e-bike voorzien van een bagagerek en twee fietstassen; ikzelf gebruik mijn gravelfiets met daarop een XL bikepacking zadeltas en een frametas. Ik heb ook nog een kleiner exemplaar voor op de bovenbuis en een foodpouch aan het stuur. De stuurtas gebruik ik niet, voor deze driedaagse krijg ik alles netjes in de zadeltas. Onervaren als ik ben op het vlak van bikepacking, ben ik bovenal benieuwd wat het gaat geven. Twee Nederlandse dames, een moeder en haar dochter, geven ons bij het vertrek alvast nog mee: “Vroeger deed ik dit wel eens met  bagagetransport, maar dat is telkens een heel gezeul met veel te veel gerief. Je kan het net zo goed zo doen hoor. Zo doen we het nu ook, veel handiger.”. Dat bagagetransport was ook mijn eerste keuze, maar de combinatie van lang wachten met boeken en een druk Hemelvaartweekend maakt dat alles volzet was. En dus besloten we onder lichte dwang bikepacker te worden.

Knooppunten

Er zijn twee mogelijkheden om deze tocht te rijden. Elk jaar op Pinkstermaandag is er de Friese Fietselfstedentocht, een tocht van 235 kilometer die alle steden aandoet. In 2022 werd die trouwens in uiterst natte en koude omstandigheden gereden. Daarnaast kan je er ook voor kiezen om de knooppunten te volgen. Daarvoor hoef je geen tientallen nummertjes op je bovenbuis te kleven. Er hangt telkens een afzonderlijk bordje voor wie de Elfstedenronde wil fietsen (en dat kan in beide richtingen). Of je kan ook de gpx op je fietscomputer zetten, zoals ik het deed. Dat fietst toch net iets handiger, vind ik. Deze route is goed voor 255 kilometer. Willekeurig, op basis van de afstand, koos ik de overnachtingen in Woudsend, Harlingen en Woudum. De ijsmeester kondigt naar aloude traditie aan wanneer de tocht kan plaatsvinden. In 1997, de laatste editie, gebeurde dat met “It giet oan!” (Fries voor “Het gaat door!”). En voila, it giet oan! Fietsen in Friesland, weldra afgevinkt op de bucketlist.

Stormwindje

Friesland in een paar kernwoorden? Wind, prominent aanwezig. Water, bruggen en boten. Friese wimpels en vlaggen. Rustige fietspaden, op zijn Nederlands bijna overal afgescheiden van het autoverkeer, en leuke vaak levendige dorpjes met veel toeristen. Mijn elf steden zijn niet helemaal gelijk verdeeld over de etappes. Doordat veel van de steden in de zuidelijke helft liggen, doen ik op de eerste dag al zes van de elf steden aan. Die steden hebben trouwens elk hun eigenheid en troeven. Sloten, de eerste die we aandoen, is een klein vestingstadje en erg knus. Weten we veel dat het later één van onze favorieten zal blijken. Van daaruit trekken we langs het Ijselmeer richting Stavoren. De wind is dominant en blaast uit het noordwesten. Een blik op de kaart leert al gauw dat het vooruitzicht niet zo veelbelovend is de eerste dag. De volgende zestig kilometer mogen we beuken tegen 6 beaufort. De geplande zeilwedstrijd gaat vandaag niet door, horen we ’s avonds. Te veel wind op zee. Bij het Ijselmeer begint het ook nog even te regenen. De regenjas zit in de frametas, en kan dus zonder veel gedoe even snel aan- of uitgetrokken worden. Ik heb ook ontdekt dat mijn bidon van 750 ml niet erg makkelijk uit de bidonhouder komt wanneer de tas daar hangt. De food pouch is dan erg handig om de bidon in te steken, en makkelijk te drinken.

Eerste halte in het beukwerk is Stavoren, dat zich bij het Ijselmeer heeft gevestigd en het meest on-Fries is van alle steden. In de haven liggen grote en kleine schepen, sommige nieuw en sommige rechtstreeks vanuit de teletijdmachine in de haven gekatapulteerd. De huisjes langs de haven zijn kleurrijk, de vuurtorentjes bij de uitgang van de haven idyllisch. Onze volgende stad is Hindeloopen, klein gezellig centrum met terrasjes aan de haven. De fiets staat net uit het zicht wanneer we binnen een warm soepje willen verorberen. Binnen, want Hemelvaartweekend is dit jaar geen uitschieter van temperaturen en in Friesland mag je er een vijftal graden aftrekken in vergelijking met Vlaanderen, leert de thermometer ons. De Brooks zadeltas is zo gemaakt dat je met één klik de inhoud kunt meenemen, terwijl het bevestigingsdeel netjes aan de fiets blijft hangen. Erg praktisch, en veilig. In Hindeloopen kom ik tot de vaststelling dat ik hier in Friesland een fetisj ontwikkel voor vlaggen en bruggen. “Wat een leuk bruggetje, doen we hier nog een foto?”.

Roze oranjekoek

Als een steeds ervarener bikepacker trekken we naar Workum, dat vlakbij ligt en Bolsward. Om Bolsward te zien moeten we even op onze stappen terugkomen. De route loopt namelijk langs de stad, waardoor we er voorbij reden en terug moeten om ook het centrum te ontdekken. Die laatste is de startplek van de Friese Fietselfstedentocht. Omdat die niet zo heel erg ver van de eindhalte van deze eerste dag ligt, gaan we daar wel even op een (verwarmd) terras zitten. Koffie met oranjekoek. Oranje wat? Het is een regionaal gebakje dat ik graag even probeer. De Friese ‘Oranjekoeke’ is een kruidig koekje dat zijn naam dankt aan de appelsiensnippers in de kruidige vulling. Iets waar je niet meteen aan denkt als ze een roze gebakje voor je neus schotelen. Nog twintig kilometer vol tegen de wind om Harlingen, eindhalte van dag één te bereiken. Ik heb er een kamer gereserveerd in Hotel Zeezicht, en dat mag je letterlijk nemen. Vanop mijn bed zie ik de overzet naar Terschellingen vertrekken. En dat is geen sloepje maar een heuse overzetboot van serieus formaat.

Over de volledige route beschouwd vind ik het stuk tussen Bolsward, en zeker na Harlingen tot voorbij Franeker, het minste stukje van de tocht. Een klein industriegebiedje, minder langs de zo typische waterwegen. Het Friesland gevoel waar ik zo van ging houden is hier het verste weg. Om het goed te maken stappen we in een klein gehuchtje, net als alle andere dorpen geplaveid met klinkers in de straten, de lokale bakkerij bij Berlikum. Koffie en oranjekoek, deel twee, tussen de Fryske dúmkes, een andere lokale specialiteit. We graaien ook nog wat krentenbollen mee voor onderweg. Ondertussen geraken we aan de praat met enkele andere mensen die er een koffie drinken. “Hé, je licht brandt nog.” Het is niet de laatste keer dat we dat horen. Nederlanders blijken gevoelig voor een brandend licht op een e-bike.

Schapen

Van Franeker tot Leeuwarden is hemelsbreed slechts twintigtal kilometer. De Elfstedenroute gaat echter helemaal noordwaarts richting meest noordelijke punt van de tocht: Dokum. Een lang stuk waarin het landschap steeds meer ‘Zeelands’ wordt, en de wind steeds vaker gunstig gaat zitten. Op weg naar Dokum fiets ik straks oostelijk waardoor we voor het eerst rugwind voelen. Eerst komt er echter nog een bijzondere en onverwachte passage. Bij het bereiken van de zee, fiets ik langs een hekje en over een veerooster, om een pad dat vol schapen staat. Slalommend tussen de schapen banen we onze weg verder. In vliegende vaart richting Dokum, waar een plaatselijk micro-klimaat ons op een uiterst zonnig terras leidt terwijl de boten voorbij varen. Het Elfstedengevoel laait weer op. Het besef dat oranjekoek, appeltaart en krentenbollen misschien niet de meest ideale sportvoeding zijn, daalt ook in. Gelukkig doen we aan slow travelling. Dokum is mooi! Meer nog, vanuit Dokum fiets je kilometers langs op een jaagpad langs het water. Niet breed, niet veel meer dan een standaard fietspad op vele plaatsen. En recht naar Leeuwarden.

Elfstedenbrugje van Bartlehiem

Onderweg passeer ik het monumentje ter ere van Van der Weyden, de Nederlandse zwemmer die de Elfstedentocht al zwemmend wou volbrengen. Hij haakte af na 163 kilometer in Burdaard, omdat de dokter het niet meer verantwoord vond. Op die plaats staat een beeld, Maarten haalde met zijn poging maar liefst vijf miljoen euro op voor onderzoek naar kanker, en slaagde een jaar later toch in zijn opzet. Even verderop moet ik langs enkele wandelaars, en vertraag ik voor een aankomend bruggetje. “Hey, je gaat zo over het bekendste bruggetje van Nederland. Wist je dat?” Daar moet ik het fijne van weten, ik stap af. Door de televisiebeelden werd het bruggetje wereldberoemd, omdat de schaatsers hier als enige plek twee keer passeren. Bartlehiem blijkt een naam om te onthouden. “Het is hier de ganse dag feest, met fanfares en rijen dik toeschouwers.” De bruggetjes hebben hier latjes aan de zijkanten, en in het midden een vlak loopvlak voor fietsers. Er volgen er nog een hele reeks op weg naar Leeuwarden, het epicentrum van de Elfstedentocht en drukste stad van de elf. We passeren de scheve toren in het centrum, die de toren van Pisa laat verbleken, en slapen net voorbij de stad vlakbij langs de rivier. De gracht stroomt net niet aan ons raam binnen. Net als een nacht eerder varen de boten (kleinere formaten weliswaar) langs terwijl we in ons bed naar buiten turen.

Fryske Dumke

De derde en laatste etappe is de kortste, omdat we in de late namiddag nog naar huis willen met de wagen. Het gaat ook goed vooruit want de wind zit grotendeels mee vandaag. Langs dezelfde waterweg rijden we naar Sneek en Ijlst, de laatste twee steden van onze rondtrip. Vooral die laatste is nog erg feeëriek met een gracht temidden het dorp, met tuintjes langs beide kanten, boten in de achtertuin.  Friesland valt trouwens ook op door zijn enorme properheid, nergens valt enig zwerfvuil te bespeuren. Wat ons nog wacht is de eerste echte regenvlaag, een veerpont tegen betaling, en een reeks openstaande bruggen. Zondag vaardag, zo lijkt het. Een reeks zeilboten staat klaar om de haven uit te varen richting Ijselmeer. Bij onze terugkomst in Woudsend eten we nog een croque bij Omke Jan, maken de tassen los van de fiets en zetten onze terugweg in.

Conclusie

Bikepacken valt reuze mee. Bikepacken in Friesland was een schot in de roos en doet ons al dromen van andere regio’s. Het mocht iets warmer zijn, en iets minder wind mocht ook. Het waren elf frisse Friese steden. Maar een Fryske dumke voor Friesland. Dikke duim!

Brooks

Voor deze bikepacking maakten we gebruik van tassen uit het Brooks England Scape assortiment. De 10-delige Brooks collectie voor bikepacking bestaat uit grote en kleine voor- en achtertassen, een rolvormige stuurtas, een kleine en compacte stuurtas, verschillende zadeltassen, frame- en bovenbuis tassen. Voor drie dagen Friesland trokken we op pad met de volgende setup:
– Brooks Scape Seat bag (140 €)
– Brooks Frame Bag (95 €)
– Brooks Top Tube bag (55 €)
– Brooks Feed Pouch (50 €)
Wil je meer spullen meenemen kan je ook nog de Brooks Handlebar Roll (135 €) monteren aan het stuur. Alles tassen zijn volledig waterdicht en bestand tegen scheuren en Uv-licht.
www.brooksengland.com

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE