Parma was de stad waar ik samen met vier anderen was uitgenodigd door Andrea Manusia, verantwoordelijke voor het toerisme in de regio. We logeerden in Grand hotel di Parma, een ex-psychiatrisch ziekenhuis dat omgetoverd werd in een prachtig hotel en dat pas in maart 2024 zijn deuren opende. Andrea zal heel wat stress gehad hebben bij de organisatie van de komende Ronde van Frankrijk in zijn regio: Emilia Romagna. Zo werden alle grotere steden en gemeentes aangesproken voor wat hen staat te wachten de komende Tour. Vooral de do’s en don’ts, want ASO legt strenge regels op wat betreft publiciteit.
Parma maakt echter geen deel uit van één van de drie ritten die de regio aandoen. Vandaar de beslissing om de Tour toch een beetje naar Parma te brengen door een granfondo te organiseren onder het goedkeurend oog van ASO.
Ham en kaas
Vooraleer de granfondo op zondag te rijden konden we de dagen voordien kennis maken met de mooie regio rond Parma. En die had heel wat te bieden. Voor wie van mooie kastelen houdt is dit the place to be. Onderweg eventjes halt houden om één van de kastelen te bezoeken in Torrechiara en zelfs een oud-casino gebouw dat nog werd bewoond door één van de vrouwen van Napoleon, stond ook in onze planning. En natuurlijk niet te vergeten: de super lekkere Parmaham en de Parmezaanse kaas moesten geproefd worden. We fietsten doorheen pittoreske dorpjes en pikten zelfs enkele gravelstroken mee. Zalig fietsen, genieten van de mooie zichten en onderweg even proeven van de echte streekproducten waren de leidraad doorheen onze dag.
Ook ’s avonds werd in Parma stad genoten van heel wat lekkers in Ristorante La Filoma, waar alle pasta’s vers werden klaargemaakt en waar de kok in zijn unieke outfit ons van voorgerecht tot dessert kwam uitleggen wat we mochten verwachten. Zeker en vast een aanrader om hier eens de beentjes onder tafel te schuiven.
Piacenza
Een dag later werd een bezoek gepland aan Piacenza, de stad waar de derde etappe van de Tour zal plaatsvinden. Met de fietsen mee op de trein, wat in Italië heel gemakkelijk is en helemaal niet duur, reisden we van Parma naar Piacenza. In die regio stappen heel wat mensen met hun fiets op de trein, met veel wagons waar telkens zes fietsen kunnen geplaatst worden. Hier kunnen we in België nog wel wat van leren. De burgemeester ontving ons met open armen en vertelde uitvoerig over wat de Tour allemaal teweeg brengt in haar mooie stad, zowel financieel als commercieel. Ze liet ons weten dat alle hotels in de stad en omstreken nu al zo goed als volzet zijn voor de komst van de Tour. De renners zullen er na de start een stukje van het stadsgedeelte doorkruisen zodat de wereld kan kennismaken met de historie en de prachtige gebouwen.
Food Valley
Vanuit Piacenza vertrokken we dan al fietsend naar Colorno. Dit deden we langsheen vlakke wegen met onderweg de Food Valley Bike route. De Ciclovia della Bassa Parmense (fietspad Beneden-Parma) is een toeristische route die Parma met Busseto verbindt. Je fietst door de prachtige stad en langs de plaatsen die zo geliefd waren bij Giuseppe Verdi en door een gebied dat rijk is aan cultuur, natuur, tradities en gastronomie. De route is geschikt voor fietsers van alle leeftijden en loopt ongeveer 70 km over een vlak traject dat verschillende keren langs de majestueuze rivier de Po loopt. De Food Valley Bike App is een handige digitale gids met alle nuttige informatie over de route en de twee thema’s waaruit de route bestaat: de Pasta Route en de Salumi Route. In Colorno moet je zeker het Italiaanse Versailles bezoeken. Het paleis met een even prachtige tuin is een streling voor het oog. Deze plek werd oorspronkelijk rond het midden van de veertiende eeuw gebruikt als militair gebouw. Twee eeuwen later werd het kasteel omgetoverd tot een statig huis met een rijk Renaissance hof . Tegenwoordig is het paleis de thuisbasis van ALMA – de school voor Italiaanse culinaire kunsten van Gualtiero Marchesi – en worden er tentoonstellingen en culturele evenementen gehouden.
L’étape
Na die mooie fietstrip en al dat lekkers was het de dag nadien tijd om te starten in l’étape Parma by Tour de France. Een granfondo van 140 km met maar liefst 2800 hoogtemeters die dus onder de vlag van de organisatie van de Tour de France werd georganiseerd. Ik kreeg er soms het gevoel in een echte Touretappe beland te zijn door de vele spandoeken, bogen, aanwijzingen van bergzones en vooral van de aankomstzone. Deze laatste leek echt op de aankomstzone van de Ronde van Frankrijk. Onderweg kon je zelfs punten sprokkelen om je te bekronen tot de beste klimmer of de beste sprinter. Net echt. Zo werden op het podium ook de gele, de groene en de bollentrui uitgereikt voor de besten in het desbetreffende onderdeel. Voor mezelf was het van bij start de gashendel volledig opendraaien om toch wat plaatsen te kunnen winnen vooraleer ik aan de bergzone kwam. Ik stond namelijk in het pak op 250 m van de startlijn.
Eens ik mijn plaatsje had gevonden in een mooie groep, kon het zwaarste beginnen. Er stonden vijf beklimmingen op het menu, met daar tussenin stroken die constant op en af gingen met niet gecatalogiseerde klimmetjes. Het was tegelijkertijd afzien en toch ook proberen te genieten van de adembenemende uitzichten. De eerste twee beklimmingen vielen nog mee, niet te steil en ook niet zo lang. De derde beklimming van de dag, de Monte Caio naar Schia, was de langste en was verdeeld over drie trappen en ging tot een hoogte van 1200 meter, waar zelfs nog heel wat sneeuw lag. Gelukkig waren de wegen wel sneeuwvrij en konden we veilig klimmen en dalen.
De zwaarste klim kwam er na 90 km vanuit Cozzano en was gecatalogeerd als eerste categorie. Deze moordende klim van ongeveer acht km had pieken tot veertien en vijftien procent. Een ritme vinden op deze hellingen was zeer moeilijk doordat steile en minder steile stukken elkaar steeds opvolgden. Mijn allerkleinste versnelling heeft hier overuren moeten draaien om toch maar de cadans onder controle te houden. Na de laatste klim vanuit Langhirano ging het terug in dalende lijn richting Parma, waar nog een tussensprint was voorzien in Collechio. Die tussensprint was eigenlijk een traject van ongeveer drie km waar de allersnelste later de groene trui op het podium mocht aantrekken. Uiteindelijk kwam ikzelf als nummer 330 van ongeveer 2000 deelnemers over de aankomstlijn gebold.
Drie ritten
Vanaf nu is het voor deze regio uitkijken naar le Grand Départ op zaterdag 29 juni, vanuit Firenze naar Rimini. Deze eerste rit zou wel eens meteen voor tijdverschillen kunnen zorgen. De renners krijgen er enkele pittige beklimmingen onder de wielen geschoven. Onder meer de Barbotto wordt een klim die voor vuurwerk zou kunnen zorgen met op het einde percentages tot achttien procent.
Rit twee wordt meer een rit voor vluchters. Van Cesenatico, de hometown van wijlen Marco Pantani, wordt er naar Bologna gereden waar twee plaatselijke ronden worden afgelegd met, telkens de beklimming naar het heiligdom Madonna di San Luca. Deze kapel ligt een 300-tal meter boven de stad op een beboste heuvel, vanwaar je uitkijkt over Bologna en over de omliggende groene omgeving.
De derde rit tenslotte, zal met rood aangestipt staan bij de sprinters. Het wordt een vlakke etappe waar de echte spurtbommen zullen strijden voor de overwinning. Deze ritten worden alle drie opgedragen aan een grootheid uit de Italiaanse wielergeschiedenis. Zo wordt de eerste rit een eerbetoon aan Gino Bartali, de tweede uiteraard aan de piraat Marco Pantani en de derde rit aan Fausto Coppi.
Kortom, Emilia Romagna is duidelijk klaar voor de ontvangst van de allergrootste wielerwedstrijd. Hopelijk wordt het een mooie strijd en kunnen we genieten van heel wat wielerspektakel in de prachtige regio.
Culinair extraatje
Parmaham, in het Italiaans: Prosciutto di Parma genaamd, is het uithangbord van de regio. Dit is een op traditionele manier gedroogde rauwe ham uit de provincie Parma. Het is trouwens een beschermde naam, die aan bepaalde voorwaarden moet voldoen:
- er mogen geen conserveringsmiddelen of additieven inzitten; parmaham bestaat uit vlees en zeezout
- enkel varkens geboren en getogen in Italië mogen gebruikt worden
- de varkens moeten minstens 9 maanden oud zijn en minimaal 160 kilo wegen
- een deel van de voeding van de dieren dient te bestaan uit de wei die bij de productie van Parmezaanse kaas overblijft
- de ham moet minimaal 12 maanden in de bergwinden gedroogd zijn en mag alleen in de provincie Parma gemaakt worden.
De ham gaat achteraf nog een heel proces door: ze wordt ingewreven met Siciliaans zout en gaat voor ongeveer 2 maanden een koelcel in. Na het wassen begint het droogproces en na 6 maanden voorrijpen wordt de onderkant ingesmeerd met vet, meel en peper, waarna ze dan nog 12 a 15 maanden moeten rijpen. Dankzij deze weetjes zal je misschien bij het volgende schelletje Parmaham nog meer genieten van deze lekkernij.