Deel dit artikel:

Abdijentocht Gravel: vallen, opstaan en doorgaan

De Yuzzu Gravel Series zijn stilaan een gevestigde naam in het gravelwereldje. De routes die keer op keer de moeite waard zijn, deden al een pak grindminnende harten sneller slaan. En afgelopen weekend zocht Abdijentocht Gravel letterlijk en figuurlijk hogere sferen op: met een tocht langs drie prachtige abdijen in het uiterste noorden van ons land.

Of ik het zag zitten om een graveltocht in en rond Averbode te fietsen? Zoiets hoeven ze me geen twee keer te vragen. Ik heb in de grensstreek tussen Vlaams-Brabant, Antwerpen en Limburg net voldoende terreinkennis om te weten dat het in de bossen en heides rondom de abdij heerlijk toeven is. Zowel met als zonder gravelbike. En wanneer Yuzzu Gravel Series als teasertje Komoot-screenshots van de routes lost op Instagram, ben ik helemaal verkocht. De parcousen van 135, 95 en 60 kilometer kronkelen allen in noordelijke richting naar door de Zuiderkempen, tot zelfs vlakbij de Nederlandse grens in Postel. Een beetje grindliefhebber weet dat dat in België een absoluut ‘gravalhalla’ is. Je zou dus haast kunnen stellen dat ik met de glimlach opstond wanneer de wekker op zondagochtend om zes uur rinkelde. Al is dat toch ook wat overdreven. Maar toch: wanneer ik onderweg naar Averbode een luchtballon in de vorm van een smiley spot, vat die mijn gemoedstoestand toch mooi samen: ‘don’t worry, be happy!’ Zonneklepje in de auto naar beneden en gaan! Oostwaarts, tegen het opkomende zonlicht in.

Amerikaanse vibes

De ochtendzon priemt door de dennenbomen en gooit een haast idyllisch licht over het startterrein op Domein De Vijvers, vlakbij de imposante abdij van Averbode. Ik ben aan de late kant: starters voor de lange afstand van 135 kilometer moeten voor halfnegen weg zijn en daar zit ik al even over. Ik heb er anderhalf uur auto opzitten en dus neem ik toch eerst even tijd voor een koffietje van Il Magistrale. Een mens moet zijn prioriteiten stellen, toch? En trouwens: ’t is graveltijd vandaag. Niks moet, alles mag! Het zwarte goud pruttelt uit een Rocket espressomachine die voor de gelegenheid op de achterkant van een pick-up werd geïnstalleerd, vlakbij de Oakley-teststand – ook een enorme Amerikaanse truck. Cool! En ook de met hoge coniferen omzoomde, rechte dreef waarop we ons startnummer krijgen, heeft iets Amerikaans. Mijn gedachten dwalen even af naar de nationale parken in Californië, terwijl de dampend hete koffie mijn brilglazen doet aanslaan. Zou Oakley daar niet eens wat op kunnen vinden? Terwijl de mist in mijn bril optrekt, duiken plots een paar bekende gezichten op. Grinta!-redactrice Joyce fietst ook mee vandaag, evenals onze Grit!-parcoursbouwer Pieter. Zijn Lotto-Joker truitje uit – ik schat – medio jaren tachtig is een prachtige blikvanger. We vertrekken allen afzonderlijk, wetende dat we aan verschillende snelheden fietsen en dat onze paden onderweg ongetwijfeld nog zullen kruisen.

Amuse gueule

In Averbode grenzen een paar uitgestrekte natuurgebieden aan elkaar: Averbode Bos en Heide, de Achterheide en Gerhagen. Het parcours baant zich dus al meteen na de start een onverharde weg door enkele stukken van ’s lands beste natuurschoon, op bospaden die door de vele dennennaalden als een schokdempend tapijtje aanvoelen. Hier en daar maakt het bos dan weer plaats voor zanderige heiden met poeltjes die krioelen van het leven. Pas na zes kilometer rolt er voor het eerst asfalt onder de banden van mijn gravelbike door. Het is meteen een prachtig begin van de dag en een perfecte ‘amuse gueule’ voor wat komen gaat. De onweersbuien van de afgelopen dagen hebben de uitgedroogde grindwegen geblust en de mulle zandstroken wat verhard. Geen al te stoffige bedoening dus vandaag. Het vlakke parcours, de stralende lentezon en temperaturen die al vroeg de twintig graden aantikken, maken het een perfecte dag om lekker te knallen.

Opgelet – Stopt regelmatig

Op de bestelwagens van postbodes of pakjesdiensten zie je vaak een sticker kleven: ‘Opgelet – Stopt regelmatig’. Zo één had ik vandaag ook beter op mijn rug geplakt. Ik ga om de haverklap in de remmen om foto’s te nemen en filmpjes te maken. Da’s het mooie wanneer je in een totaal andere streek fietst dan je eigen regio: je ziet de schoonheid nog echt en kan er vol verwondering van genieten. Joyce en haar vaste fietsvriendin Sandra halen me na een paar kilometer al bij en iets verderop kom ik ook Pieter en zijn fietsmakker Dries tegen terwijl ik mijn Trek Checkpoint SLR 7 even opstel in een machtig landschap. Met hen steek ik de brug over het Albertkanaal over en fiets ik mee tot de eerste bevoorrading in Meerhout. Daar valt het me ineens te binnen dat ik na dertig kilometer nog geen slok water uit mijn bidon heb genomen. Te druk bezig met rondkijken, indrukken opdoen, foto’s maken, kortom: met genieten! Had José De Cauwer me bezig gezien, hij zou me vervloeken. ‘Eten en drinken!’ Ik ga er nu aan beginnen José!

Balen in Balen

Na de eerste eet- en drinkpauze gaat de parcoursbouwer op hetzelfde elan verder. We worden van de ene grindostrade naar de andere gestuurd in vrij open landschappen. En fietsen we een keer op de verharde weg, dan gebeurt dat veelal op rustige éénvaksbanen waar we amper door automobilisten worden gestoord. Zo’n veertig kilometer ver op het parcours inspireert een breed en snel gravelpad me tot een onnozelheidje: ik maak al rijdend een video met beide handen los van het stuur. Ondanks het feit dat zo’n Trek Checkpoint stabieler is dan een volgeladen goederentrein, kan hij niet verhinderen dat een plotse hobbel in het onverharde wegdek me danig uit evenwicht brengt en ik keihard tegen de korst knal. Ik hou van gravel, maar dat mijn date met het grind vandaag zo close zou worden, dat had niet per se gehoeven. Fiets en smartphone lijken op het eerste zicht vrij ongehavend, maar mijn rechterflank is dat allerminst. Het lijkt alsof er iemand een kaasrasp over mijn kuit, dij en rechterhand heeft gehaald en er bij wijze van kruiding wat stof en minikiezeltjes overheen heeft gestrooid. Pieter en Dries zagen de val vanuit de achtergrond gebeuren en taxeren even de schade. Dit is serieus balen. In Balen, nota bene! Want we zitten op het grondgebied van de Limburgse gemeente. Soit: alle lichaamsdelen lijken nog op hun plaats te zitten en vol adrenaline spring ik opnieuw op de fiets… om dan te ondervinden dat mijn GRX-achterderailleur er de brui aan heeft gegeven en ik op mijn 48-11 verder moet. Ook al is het parcours vlak: het moet van #DeTijdVanRoger geleden zijn dat iemand nog zo’n verzet vrijwillig meer dan twintig kilometer aan een stuk heeft rondgedraaid. Twintig kilometer, dat is de afstand tussen mij en de volgende bevoorrading in de helft van de route, aan de abdij van Postel. Ik hoop dat de EHBO-post én de fietshersteller er zowel fiets als berijder kunnen oplappen…

Heaven is a place on earth

Voordeel van zo’n monsterverzet: eens je op snelheid bent, stoom je als een locomotief door. En dus zou ik haast vergeten te genieten van al het moois dat het Kanaal van Beverlo te bieden heeft. Via een prachtig graveljaagpad gaat het langs ontelbaar veel aangemeerde binnenschepen richting het Molse merengebied. Mijn aparte cadans trekt de aandacht van een visser langs de kant. ‘Zoën verzet, menneke?!’ Je moest eens weten, beste vriend…

We pikken ook nog een stuk perfect geasfalteerd jaagpad mee langs het Kanaal Bocholt-Herentals om dan linksop te draaien en haast in een andere wereld terecht te komen. Op de grens tussen België en Nederland ligt een savanne-achtig gebied waar je nog werkelijk dat ‘wide open space’-gevoel krijgt. Kijk 360 graden in het rond en je ziet geen enkel huis staan. Heerlijk! Er is enkel de natuur en het lange rechte fietspad langsheen de grenspaaltjes, dat uit twee rijstroken bestaat: links een mengeling van zand en grind, rechts biljartvlak asfalt. Op dit soort wegen worden de mannen van de jongetjes gescheiden. Echte gravelaars halen hun neus op voor dat verharde fietspad. Maar gezien de gehavende status van lijf en fiets, speel ik op zeker en vergezel ik de zondagse e-bikers op het fietspad. De valpartij zorgt intussen voor muizenissen in mijn hoofd. ‘Had ik maar dit of had ik maar dat…’ Wanneer de abdij van Postel dan plots tussen de bomen opduikt, voelt dat psychologisch al een stukje als een finish aan. ‘Heaven is a place on earth’ en vandaag is dat voor mij de parking van een twaalfde eeuwse Norbertijnenabdij.

Helden van hier

Ik laat mijn Trek Checkpoint achter in de capabele handen van de fietstechnicus op de herstelstand en pikkel richting het EHBO-tentje. Daar schieten vier vrijwilligers van Rode Kruis Vlaanderen onmiddellijk in actie om mijn wonden schoon te deppen en in te pakken. Je beseft pas wat voor helden deze mensen zijn wanneer je er zelf eens een beroep op moet doen. Ze offeren hun vrije zondag op om pipo’s zoals ik – die het een goed idee vinden om zonder handen op een gravelstrook te fietsen – te verzorgen. Vanaf nu verberg ik me niet langer achter mijn stuur wanneer een Rode Kruis-vrijwilliger op een kruispunt stickers staat te verkopen. Ik heb hier plechtig beloofd dat ik er ieder jaar braafjes eentje koop. Mijn moraal keert helemaal terug wanneer ook de technieker meldt dat hij mijn derailleur weer aan de praat heeft gekregen. Het Di2-systeem was in veiligheid gegaan: verdwaasd door de valpartij had ik daar in de verste verte niet aan gedacht. Goed bezig, Bart! Alleszins: ondanks de grote zwachtel rond mijn onderbeen, zie ik de komende 75 kilometer weer helemaal zitten.

In mijn enthousiasme vergeet ik haast om een kijkje te gaan nemen binnen de muren van de abdij van Postel. Om de rust van de monniken te verzekeren, is het hoofdgebouw van de abdij niet publiek toegankelijk. Maar de tuinen en de omliggende hoevetjes zijn dat wel en die vormen voor heel wat mensen het ideale decor voor een wandelingetje op een zonnige zondag als vandaag. Een aanrader!

Kanaal Dessel-Chakamaka

Wanneer je zoals ik niet thuis bent in de regio, dan maakt de wirwar van kanaaltjes en meren het oriënteren er niet makkelijker op. Kort nadat ik de abdij van Postel achter me heb gelaten, volg ik opnieuw een waterweg via een een graveljaagpad. Deze keer blijkt dat het Kanaal Dessel-Schoten te zijn, om even later opnieuw bij het Kanaal Bocholt-Herentals uit te komen. Eén ding hebben al die kleine waterwegen richting ‘chakamaka’ gemeen: hun oevers zijn bezaaid met een pak gezellige terrasjes die uitnodigend lonken naar dorstige gravelaars. Zeker wanneer ook Pieter en Dries me even later in Dessel wenken vanonder een parasol aan de waterkant, moet ik van mijn hart een steen maken om plichtsbewust te blijven.

Door de verzorging in de EHBO-tent ben ik al wat tijd verloren en dus wil ik voortmaken. De route gaat nu via het mooie Prinsenpark in Retie richting Geel, waar we iets vaker op asfaltwegen fietsen. Al creëert dat na zo’n honderd kilometer gravelen wel even een welgekomen rustpuntje. Van zodra we opnieuw het Albertkanaal oversteken en de indrukwekkende abdij van Tongerlo aan de horizon verschijnt, worden ook de landschappen en ondergronden weer diverser.

Grind- , aarde- en zandweggetjes wisselen elkaar hier slag om slinger af, net zoals aan het begin van de rit het geval was. Rondom Westerlo liggen een paar heerlijke bossen en aan het mooie Kwarekkenven kan ik misschien wel de mooiste foto van de dag maken. Ik posteer mijn fiets netjes op de zanderige grond aan de waterplas, hou rekening met de lichtinval, wacht geduldig tot een koppeltje wandelaars uit mijn beeld is verdwenen en net wanneer ik op het rode knopje wil drukken… valt mijn gsm uit. Batterij leeg. K-u-t.

Klank zonder beeld

De laatste tien kilometer moet ik het dus zonder mobieltje stellen. Da’s vooral voor de foto’s jammer, want ik doe nog enkele regelrechte pareltjes aan: een fijn knisperend grindpad langs de Grote Nete dat slingert als een waterslang, het magnifieke Kasteel De Merode waar de gelijknamige adellijke familie al sinds de vijftiende eeuw en achttien generaties lang woont, de zanderige bossen op en rond de Hertberg en natuurlijk ook de monumentale abdij van Averbode. Ik verlekker me al een tijdlang op een ijsje aan een van de kraampjes langs de ‘lekdreef’, vlakbij de ingang van de abdij. Maar als ik de lange wachtrijen zie, zakt de moed in mijn Quoc-schoenen en slalom ik maar door de mensenmassa richting finish. Daar loopt het evenement intussen al op zijn laatste benen. De DJ stuurt zijn beats vanop een podium het bos in, maar veel luisterlustigen zijn er niet meer. Onder de grote nomadententen staan enkel nog lege tafeltjes en krukjes, de traiteur deelt de laatste burgers uit en ook de Oakley-standhouder rolt de matten stilaan op, wachtend op één tester die nog met een bril onderweg is. ’t Is mooi geweest en ik besluit snel huiswaarts te keren na een prachtige graveldag. En ook al ga je een keer stevig op je bek onderweg, denk dan aan de smiley-luchtballon: ‘don’t worry, be happy’! 🙂

Wil je de 135 kilometer lange route van Abdijentocht Gravel ook een keertje fietsen? Je vindt ze o.a. op de Komoot-account van Grit!