Deel dit artikel:

100% Getest: Look 795 Blade RS. BORN TO SHINE

05/11/2018
Redactie
Look

Sinds elke zichzelf respecterende fietsfabrikant een koersfiets kan bouwen die onder het door de UCI opgelegde minimumgewicht duikt, is aero het nieuwe codewoord. Van prof tot zondagochtendtoerist is aerodynamica het gespreksonderwerp nummer één, al is niet elke aeroracer even comfortabel en missen sommige aerodynamisch verfijnde racefietsen de noodzakelijke stijfheid in de ranke kop. Met de nieuwe 795 Blade RS wil Look een aeroracer voor de massa bouwen. Of toch voor de massa die minstens 4.399 euro te veel op de bankrekening heeft staan.

Look is altijd al een buitenbeentje in de fietsenbranche geweest. In de eerste plaats omdat ze hun fietsen met cijfers aanduiden en daar loopt de Look-leek al snel in verloren. Daarnaast is Look ‘anders’ omdat de Fransen er een erezaak van maken om technisch verfijnde fietsen te bouwen. Die hebben daardoor hun prijs, al vallen de Look-fietsen er wel mee in de smaak bij de heren en dames fietsers die woest worden van eenheidsworst. Last but not least is Look een buitenbeentje omdat de ingenieurs van ontwerp tot productie alle tools in eigen handen hebben. Het ontwerp van de fietsen wordt niet uitbesteed aan één of ander bureau en ook de productie gebeurt ‘in house’ in het Franse Nevers en in een eigen fabriek in Tunesië. “Dat zorgt er voor dat we onze technologische voorsprong op de concurrentie kunnen behouden. Niemand van de concurrentie kan bij ons zomaar naar binnen lopen om een frameconcept te kopiëren”, zegt Chef Produit Vélo Frédéric Caron. Waarmee de CPV (mooie afkorting, niet?) verwijst naar de vele andere fietsfabrikanten die hun frames in Azië laten produceren waar je bedrijfsgeheimen een stuk minder veilig zijn.

Vanuit welke hoek je de Look 795 Blade RS ook bekijkt: het is een echte Look en … hij heeft de looks.

Allo-Allo

Met de 785 Huez en 785 Huez RS breidde Look vorig jaar zijn gamma uit met een fiets die ze zelf promoten als een pure klimfiets, al is de 785 (zeker in schijfremversie) een zeer allround inzetbare racer die ook op de slechte Vlaamse wegen prima tot zijn recht komt. De 795 Light RS blijft tot nader order de extravagante, lichte aeroracer, al zal die binnen het eigen gamma de komende maanden zware concurrentie krijgen van de nieuwe 795 Blade RS. Die nieuwe aeroracer heeft een minder ingewikkelde cockpit dan de 795 Light RS en wordt zowel in velgrem- als schijfremversie verkocht. Het frame van de 795 Blade RS wordt gemaakt met 406 stukjes prepreg, in de vork met opmerkelijk gebogen poten (in vooraanzicht lijkt het alsof de voorvork O-benen heeft) zitten 163 lapjes prepreg. “We kiezen voor ultradunne carbonlaagjes, we spreken over 0,0010 millimeter per laag. Dat geeft ons de mogelijkheid om met meer lagen carbon te werken zodat we de vezels beter kunnen oriënteren in functie van de rol die ze moeten vervullen: stijfheid of comfort bieden. Per zone gebruiken we minstens tien laagjes carbon, zonder dat het gewicht van de fiets daaronder lijdt. De grotere framematen bouwen we sowieso stijver dan de kleinere om finaal alle verschillende maten van fietsen toch even stijf te krijgen”, doceert Caron in Engels dat zo uit de reeks Allo-Allo lijkt geknipt.

O-benen

Net als de poten van de voorvork zijn die van de achtervork een beetje gebold in functie van meer comfort. Opmerkelijk is dat geen van de twee versies (velgrem of schijfrem) een brug op de staande achtervork heeft. In plaats daarvan wordt de achterrem (in het geval van de velgremfiets, uiteraard) opgehangen aan een soort van piemeltje die aan de zitbuis vast hangt. Niet nieuw (het ter ziele gegane Moozes bedacht het tien jaar geleden al en je vindt de oplossing ook in bijvoorbeeld de De Planck van het Nederlandse Swett Cycles), maar wel efficiënt. “Door de twee poten van de staande achtervork onafhankelijk van mekaar hun werk te laten doen, konden we het comfort van de achtertrein met 23% optrekken”, aldus Frédéric Caron. In de schijfremversie van de 795 Blade RS passen banden tot 32 mm breedte, de maximum 28 mm brede banden die je in de velgremversie kunt monteren wordt bepaald door de beperkte ruimte die de hoefremmen bieden.

Voor de renner en de triatleet

De 795 Blade RS kreeg een sportieve geometrie aangemeten met een opmerkelijk steile zitbuishoek van 76°, twee graden meer dan wat je in de andere Looks aantreft. “Omwille van de ‘sliding’ zadelpenkop die ook omkeerbaar is. Het zadel staat standaard verder achteraan op de zadelpenkop, keer je de kop om dan kunnen triatleten tot een zitbuishoek van 78,4° gaan”, toont de Chef Produit Vélo. Van de 795 Blade RS Disc komt er af-fabriek een triathlonversie die met een aerostuur wordt afgemonteerd en standaard de zadelpen in de 78,4° positie heeft. Voor de gewone racefietsen uit de Look 795 Blade RS reeks zijn er stuurpennen van 80 tot 130 mm beschikbaar, elk met een hoek van -10°.

Goed te zien in frontaal aanzicht: de vorkpoten zijn gebogen in functie van meer comfort.

Onderhoudsgemak dient de mens

Omdat de Franse ingenieurs het liefst van al ‘all the way’ gaan als ze de technische trukendoos opentrekken, zijn de Look-fietsen niet altijd de gemakkelijkste om aan te werken. Daar zijn ze in Nevers ondertussen ook achter gekomen en de boel wat vereenvoudigen was een belangrijk aandachtspunt in het ontwikkelingsproces van de 795 Blade RS. De ‘sliding’ zadelpen is daar een mooi voorbeeld van, niet alleen omwille van de omkeerbaarheid maar ook omdat de zadelpen op drie plaatsen kan worden afgezaagd. In de voorkant van de zitbuis zit een minuscuul ‘peilgaatje’: als je de zadelpen daar nog ziet zitten of met een naald kunt voelen, dan zit de zadelpen nog diep genoeg in het frame. De kabels worden langs de 1,5” balhoofdlagers het frame in geleid, maar door de kabels lang genoeg te leggen komt de stuuruitslag niet in het gedrang. Onder de aluminium stuurpen zitten spacers die open klikken zodat je niet alle kabels los moet maken als je de hoogte van de cockpit wil aanpassen. Zonder de vorkpijp af te zagen kan je de stuurpen sowieso 50 millimeter of lager monteren. De Di2 junction unit vindt een plaats in een luikje aan de bovenkant van de onderbuis, voor wie met mechanische derailleurs rijdt wordt daar een houder geplaatst die alle kabels in het frame op hun plaats houdt om te voorkomen dat ze tijdens de rit aan het rammelen gaan. Bij de mechanische derailleurs worden de derailleurkabels van shifter tot bracketschaal in een volledige buitenkabel gelegd in functie van het onderhoudsgemak. Standaard wordt de fiets geleverd met een carbon Look ADH2 aero stuur. Een ander stuur monteren kan, de Look stuurpen moet je wel bij het frame gebruiken omwille van de kabeldoorvoer. Opmerkelijke afwezige op alle 795 Blade RS fietsen is het carbon Look Z-crankstel. Officieel omdat klanten volledige groepsets verkiezen, officieus omdat niet alle Look-dealers bereid waren/zijn om te investeren in het specifieke gereedschap dat je nodig hebt om aan het Z-crankstel te werken. Wegens te onbetrouwbaar perst Look geen press-fit lagers in de bracketschaal, maar wordt er een bracket in gemonteerd dat in het midden van het bracket in mekaar schroeft. Wie dat wil, kan in het 386 bracket wel press-fit lagers zetten. Net als bij de 785 fietsen met schijfremmen worden de wielen van de 795 Blade Disc met het Speed Release systeem in het frame geklemd. Dat door Mavic ontwikkelde systeem koppelt de voordelen van een steekas (precies + stijf) aan die van een snelsluiting (snelle wielwissel). Alle disc modellen worden geleverd met tubeless Hutchinson banden.

Van links naar rechts: het ADH2 stuur, het ‘piemeltje’ waar de achterrem aan vasthangt en het Di2 luik in de onderbuis.

Meer aero, meer gewicht

Bijna vergeten: het aero gedeelte. Na een volledig CFD-ontwikkelingsproces trok Look met de 785, de 795 Light RS en de 795 Blade RS naar de Bike Valley windtunnel in Paal-Beringen. Daar bleek dat de 795 Blade RS 7% meer aero is dan de 785 Huez. De schijfremversie van de 795 Blade RS is 2% minder aero dan de velgremvariant, vooral bij zijwind zijn de remschijven nadelig. Extra aerodynamica komt -net als bij alle andere fietsfabrikanten- wel met een prijsje. Het velgremframe weegt in maat small 1.100 gram, voor de zeven complete fietsen geeft Look gewichten aan die variëren van 6,9 kilo voor de lichtste 795 Blade RS met velgremmen tot 8,3 kilo voor de zwaarste 795 Blade RS met schijfremmen. De prijzen variëren van 4.499 tot 8.899 euro voor de complete fietsen, framesets kosten ongeacht de remmen 2.999 euro. De 795 Blade RS Disc TT (de tijdritversie dus) krijgt een prijskaartje van 6.999 euro om het oor.

Een testrit die begint vanuit Cannes, dat betekent veelvuldig wachten aan verkeerslichten in de eerste kilometers.

Comfortabel snel

Voor de testrit door het heuvelende hinterland van Cannes krijg ik de 795 Blade RS met schijfremmen, een Shimano Ultegra Di2 aandrijving met 52/36 mid compact crankstel en een stel Vittoria Elusion wielen met Hutchinson Fusion 5 banden in 28 mm breedte onder de bips geschoven. In glanzend zwart met de typische Mondriaan-achtige gekleurde balkjes die het hele Look gamma typeren. Al bij het buitenrijden van Cannes valt op een paar stroken met klinkers op dat de nieuwe fiets een stuk comfortabeler aanvoelt dan de aerofietsen van de eerste generatie die eerder spartaans reden. Het comfort komt van het frame, al doen ook de 28 mm brede banden hun duit in het zakje. Jammer wel dat Look op een aerofiets die van comfort een verkoopsargument maakt een plankhard Selle Italia SLS zadel monteert. De zithouding is lekker sportief en op de eerste licht hellende stroken blijkt dat de 795 Blade RS gelukkig lekker stijf in de kop is zodat je stroken vals plat lekker op de grote plaat naar boven kunt rammen. De Vittoria Elusion wielen zijn absolute pareltjes: niet te gevoelig voor zijwind, stijf genoeg en toch comfortabel. Met mijn 1,82 meter heb ik op een testfiets in maat Medium plaats genomen en dat pakket voelt lekker direct en strak aan. Enig minpuntje van de racy geometrie met korte wielbasis is dat de voorkant van de fiets nogal kort is waardoor ik in krappe bochten moet uitkijken voor de toe overlap (het fenomeen waarbij je met de neus van je schoen tegen de band aan stoot als je het stuur draait). Ondanks het directe rijgedrag, daalt de Blade RS stabiel en geeft hij ook boven de zestig per uur nog het vertrouwen dat je nodig hebt om in de afdaling nog een tikkeltje verder te gaan. Het strakke frame verdraagt bij het insturen lekker veel druk op het ADH2 stuur dat bovenaan voor mijn kabouterhandjes net iets te vlak en te scherp gevormd is. Ik kan er maar net met mijn handen omheen zodat ik op de steilere klimmetjes mijn polsen op het stuur moet laten rusten en dat vind ik niet zo prettig. De combinatie van een 52/36 crankstel met een 11-28 cassette past perfect bij deze fiets en ook de 160 mm remschijf voor en de 140 mm rotor achter zijn doordacht gekozen. Ik ben trouwens bij de gelukkigen die met stille remmen op weg kunnen, de meerderheid van het testpeloton zit met schijf- of velgremmen opgescheept die bij de minste beroering van het remhendel beginnen te krijsen als een varken dat naar het slachthuis wordt geleid. Toch wel jammer bij dergelijke exclusieve fietsen, al lijden de remprestaties er gelukkig niet onder.

Meneer koos voor de schijfjes, mevrouw ging voor de velgremmetjes.

Conclusie

6.799 euro is uiteraard nog altijd een smak geld voor een fiets, ga je op Tweedehands.be op zoek naar een tweedehands auto dan krijg je in de categorie tot zevenduizend euro zomaar eventjes 688 pagina’s met personenwagens te zien. Een stomme vergelijking, uiteraard, al geeft het wel aan in welke mate de prijzen in de fietsenbranche de voorbije jaren geëvolueerd zijn. De Look 795 Blade RS Disc heeft echter een dermate performant en verfijnd frame dat het onnozel is om daar onderdelen van ondermaatse kwaliteit tegenaan te schroeven. Ultegra Di2 en Vittoria Elusion zijn prima aanvullingen op het frame. En dan kan je voor jaren op weg op alle mogelijke terreinen.

Bekijk hier alle details van de fiets.