Volgend jaar is het zover. Dan strijkt de Ronde van Vlaanderen opnieuw neer in Brugge. Samen met Antwerpen zal het beurteling de start organiseren van Vlaanderens Mooiste. Dat evenement moet in eerste instantie de internationale uitstraling van de stad ondersteunen, maar ook de aandacht trekken van fietsminnende toeristen. Het charmeoffensief begon met de wereldkampioenschappen tijdrijden van 2021 en krijgt dus een vervolg. Door het vlakke hinterland en het ontbreken van een echte klassieker, wordt Groot-Brugge namelijk vaak over het hoofd gezien als aantrekkelijke fietsregio. Volkomen onterecht, trouwens. Veel hoogtemeters zal je er niet verzamelen, maar wie de strijd aandurft met de zuidwester kan onthaasten in de uitgestrekte polders en halt houden bij de terrasjes in schilderachtige stadjes en dorpjes.
Route 1 – Polderdorpenroute – 50 KM
Startplaats Velotel ligt weliswaar net buiten de stadskern, eens voorbij de expresweg naar Zeebrugge, fiets je werkelijk door een niemandsland. Verkeersdrukte en lintbebouwing, de kwelgeesten van iedere fietstoerist, zijn er nergens te bespeuren. Van Zuienkerke tot net voor Blankenberge, kronkel je over luwe polderwegen met de wind al dan niet als bondgenoot. We mijden de kuststrook en buigen af naar Lissewege. Alle huisjes in de oude dorpskom bij het Lisseweegs Vaartje, zijn wit geschilderd. Je zou er haast gaan geloven dat de teletijdmachine van Professor Barabas echt bestaat.
Via Dudzele bereiken we het Schipdonkkanaal. Bij mooi weer blijkt het jaagpad populair bij fietsers van allerlei pluimage. Dagjesmensen op e-bikes en wielerclubs van uiteenlopend niveau rijden er in beide richtingen tussen de bomenrijen op de oever. Wattagejagers nemen hier best wat gas terug. Ook op het fietspad langs de Damse Vaart primeert hoffelijkheid op snelheid. Brugge bulkt van de horecazaken, maar Damme ligt op slechts vijf kilometer van ons eindpunt, een lokaal terrasje is dus de ideale stopplaats voor een vroeg aperitief.
Deze route vind je hier.
Route 2 – Kampioenenroute – 80 KM
Onze middellange rit start richting Zeebrugse haven. Dat is de belangrijkste ter wereld voor de import en export van nieuwe wagens. Jaarlijks ontvangt ze meer dan 8000 zeereuzen. Vanop de fietsersbrug over Kustweg zie je ze af en aan varen.
We laten de fascinerende, maritieme bedrijvigheid letterlijk achter ons en trekken oostwaarts. Eerst nog langs de duinen tot voor Knokke-Heist en vervolgens door het groen rond Het Zwin. Bij Retranchement steken we de grens met Nederland over. Een lus door Zeeland brengt ons 20 kilometer later bij het vestingstadje Sluis. Voor Bourgondiërs is het onmogelijk om daar zonder tussenstop doorheen te fietsen, de restaurants en brasseries zijn er niet op de vingers van twee handen te tellen.
Wielerfanaten steken liever meteen door naar de finale van de Brugse Elfstedenronde, die mee de naam van deze route heeft bepaald. Want laat er geen misverstand over bestaan, deze rit verwijst niet naar de populaire TV-serie, wel naar de recente winnaars van die koers. Met onder meer Adam Blythe, Tim Merlier en Wout van Aert als recente winnaars, heeft ze er opvallend veel nationale kampioenen op de erelijst bijgekregen. De net geen twee kilometer lange kasseistrook van de Brieversweg is de laatste, weliswaar bescheiden hindernis op het parcours van de semiklassieker. De renners finishen op de Buitenkruisvest, wij doen dat na iets meer dan 80 vlakke kilometers, even verderop bij Velotel, onze uitvalsbasis.
De route vind je hier.
Route 3 – Spuikomroute – 120 KM
Blankenberge ligt op nog geen vijftien kilometer van ons vertrekpunt, maar om de drukte van de populaire badplaats te mijden, rijden we niet tot in het centrum. Parallel aan de kustlijn genieten we van de rustigere wegen en blijft de zilte zeelucht toch aanwezig.
Via De Haan en Bredene bereiken we de Oostendse Spuikom, een kunstmatige waterplas van ongeveer 80 ha tussen de haven en de polders. Langs die open vlakte is het nooit windstil. Ook landinwaarts, tussen de landerijen rond Oudenburg, Gistel, Koekelare en Ichtegem zal je weinig beschutting vinden. Kronkelend over verkeersarme weggetjes bepalen niet de benen hoe snel je er rijdt, dat doet de wind. Vaak uit het zuidwesten, soms behoorlijk krachtig, heeft hij vrij spel over het biljartvlakke landschap.
Iets voorbij Jabbeke, de gemeente bij de E40 waar niemand onderweg naar zee ooit halt houdt, draaien we het Kanaal Oostende – Brugge op. De stadstorens komen nu duidelijk in zicht, over een half uurtje klikken we de schoenen uit de pedalen. 120 kilometer is geen monsterlijke afstand, maar meestal volstaat het wel om je in het noorden van West-Vlaanderen duchtig in het zweet te werken.
Deze route vind je hier.
VERBLIJFTIP – Velotel, Brugge
Bij het plannen van fietsvakanties wordt meestal eerst de regio bepaald en is het boeken van de slaapplaats geen prioriteit. Zolang het logement een verkwikkende douche, een stevig ontbijt en een bar met streekbiertjes garandeert, is de doorsnee fietser tevreden.
Bij Velotel kan je niet alleen deze basisvereisten afvinken, de fiets en de wielersport staan er echt centraal.
Alle 115 kamers, ongeacht tot welke van de vier prijscategoriën ze behoren, zijn stijlvol ingericht met de koers als thema voor de decoratie. Iedere kamer heeft een privébadkamer, voorzien van alle mogelijke badspullen en handdoeken. Slapen kan in een kingsize bed of in aparte bedden. WIFI, parking en sauna zijn gratis en je kostbare fiets staat veilig in de afgesloten stalling met camerabewaking.
Bij zonnig weer nuttig je het rijkelijke ontbijt op het terras. Wie een specifiek dieet volgt, krijgt aangepaste spijzen. Velotel is de titel 4-sterrenhotel absoluut waard.
De Brugse binnenstad ligt op wandelafstand maar je kan de benen net zo goed sparen voor je volgende rit want in hotelbar O’ Vélo wordt Kwaremont van ‘t vat geserveerd.
Handboogstraat 1B, 8000 Brugge