Deel dit artikel:

Weg met die vervelende nul

Het jaar was al tien dagen ver en de fietst was nog niet van stal geweest.

Tien. Zoveel dagen was het nieuwe jaar al oud en de fiets was nog niet van stal geweest. Dagelijks zag ik haar nochtans lonken achter het hoekje in onze garage. Het prijsgeven van haar knappe achterwerk was een flagrante smeekbede, die niet langer kon worden genegeerd. Het was een aangename winterdag, enkele dunne zonnestralen probeerden hun warmte aan de man te brengen en de wind had er ook zin in. Zeker in de Noord-Belgische polders, aan de grens met Nederland. Daar heeft de wind er altijd zin in…

Maar tien januari dus, de dag dat de nul verdween. Daar wou ik u iets over vertellen. Een ontbijtje met het gezin kan er op deze zondag nog net af, maar daarna pikt colpadre Steve me op. Last-minute gaan we voor de befaamde Krekenroute, één der favorieten met een thuisstart. Babbelend over koetjes en kalfjes, rustig cruisend langs de Lieve, het Schipdonk- en Leopoldskanaal, bereiken we de Kreken. Vlot trouwens, de wind is ons gunstig gezind in dit deel van de rit. De kilometers op de Garmin kruipen langzaam omhoog. Waar ooit die grote nul stond spreken we voor het eerst dit jaar terug in tientallen. De nul is weg, de klok tikt, de teller loopt. De voorbije drie jaren stopte hij telkens ergens voorbij de 5000 kilometer wat mij betreft. Een gestage groei is daarbij op te merken, met een piek in 2013. Niet toevallig etaleerde ik toen ook mijn beste vorm op twee wielen. Stille getuigen daarvan zijn de gouden plak op de Vélomediane en mijn persoonlijk record op de Ventoux. 1u29’ vanuit Bédoin onder het toeziend oog van mijn supporterende familie, en nog steeds een heerlijk moment om op terug te blikken. Eentje uit een lange rij legendarische fietsmomenten. Daartoe behoren evenzeer de inzinking op de Galibier, de ijsafdaling van Superbagnères of de gelato aan de voet van de Stelvio.

Blokkreek, Boerekreek, Roeselarekreek, Molenkreek, … en zo zijn er nog een paar. Biljartvlak, geen beschutting, geen huizen, alleen de uitgestrekte natuur, lange bomenrijen en waterplassen. En twee colpadres mijmerend over de fietsreis anno 2016. Net als vorig jaar richten we onze pijlen op de Mont Blanc tour. In tegenstelling tot vorig jaar lijkt deze reis nu wel door te gaan. In zes dagen rond Europa’s hoogste berg in een prachtig decor met oa. de Bernard-passen, Joux-Plane, Madeleine en de Lacets de Montvernier(s) als logische optie met mijn achternaam. Meteen ook het grootste fietsdoel dit jaar. Alles in de eerste helft van het jaar is erop gericht die bergen over te geraken. Voorbij Sint-Jan-in-Eremo blaast de wind ongenadig. Het is hier dat de laatste Belgische Giro-winnaar Johan De Muynck (geboren in Sleidinge trouwens) bergop trainde om de Giro te winnen en die gewaarwording is inderdaad gelijkaardig. Op de vraag naar een tip om beter te klimmen gaf Johan prompt als antwoord: ‘Op een groot verzet en tegen de wind in door de polders rijden, tons vliegt ge de bergen op!’.

We bereiken onze thuisbasis Evergem met 75 kilometer op de teller. De kop is er af en het voelde heerlijk met de kop in de wind.  Ik wens mezelf een heerlijk fiets- en blogjaar toe, met de mooiste tochten en memorabele verhalen.
En voor jullie hetzelfde!