Deel dit artikel:

Pajot Gravel: genieten van onverwacht zonnige groads

Met Pajot Gravel werd het seizoen van de Yuzzu Gravel Series officieel geopend. Gravelaars mochten zich verwachten aan een pittige tocht tussen glooiende akkers, langs eeuwenoude kastelen, hoeves en molens én met de lekkerste ijsjes van de streek als bevoorrading. En dat alles onder een stralend lentezonnetje. Onze man genoot met volle teugen in het land van Breugel. (Foto's: Mats Palinckx)

April laat zich dit jaar van zijn grilligste kant zien en ook aan maartse buien was er geen gebrek. Ik hunker naar een paar zonovergoten, moddervrije gravelritten, maar dat lijkt er ook vandaag niet in te zitten. Wanneer ik op de ochtend van Pajot Gravel de gordijnen van de slaapkamer opentrek, is de zin om terug onder de wol te kruipen groter dan die om op de gravelbike te springen. De aanblik is grauw en druilerig.

Sinds Frank Deboosere zijn weerkaarten heeft ingeruild voor de speelkaarten van de plaatselijke kleurenwiesclub – want wat doen gepensioneerden anders? – lijkt het alsof de weergoden een middelvingertje opsteken naar zijn opvolgers. De wisselvalligheid maakt een min of meer correcte voorspelling van het weer blijkbaar onmogelijk. Dag na dag draaien de weersomstandigheden anders uit dan wat Sabine, Bram en Jacotte van tevoren beloven. Een mens zou er zowaar de websites van touroperators door beginnen afschuimen. Zo’n weekje Mallorca of Andalusië wordt tijdens een voorjaar als dit wel heel aanlokkelijk! Maar genoeg gedagdroomd: de plicht roept en dus hijs ik me voor de tigste keer deze lente in mijn warmste fietsbroek, trek ik onder mijn gevoerde fietstrui een onderhemdje met lange mouwen aan en is een regenvestje het eerste wat ik in mijn achterzak prop. Klaar voor een miezerig dagje zet ik koers richting Dilbeek.

(Lees verder onder de foto’s)

Meteorologisch mirakeltje

Onderweg voltrekt zich echter een meteorologisch mirakeltje. Van zodra ik in de auto stap, stopt het gedruppel en hoe meer ik Brussel nader, hoe minder tinten grijs er in het wolkendek te bespeuren vallen. Wanneer ik op de startsite een babbeltje maak aan de Oakley-stand en mijn Il Magistrale-koffietje naar binnen zwelg, schijnt een waterzonnetje vol op mijn bol. Ik zie die 95 kilometer door de Groene Rand met de minuut beter zitten en trek mezelf iets voor tien uur op gang tussen wat ongeveer de laatste deelnemers moeten zijn.

Vooraleer het parcours echt het Pajottenland induikt, loopt het eventjes over grindpaden vlak naast de E40. Terwijl het verkeer aan een rotvaart langs me heen raast, slalom ik tussen de eerste plassen van de dag. Het moet vannacht toch serieus gegoten hebben en dat is er op deze offroad stroken al meteen aan te zien. Het groepje gravelbikers dat een meter of vijftig voor me uitrijdt doet minder moeite om lijf en leden nog even schoon te houden en knalt dwars door de modderpoeltjes heen. Zo kan het dus ook!

Even ploeteren

Een paar weken geleden verkende ik op vraag van de organisatie al eens het parcours. Ik vertrok die dag in Geraardsbergen, het keerpunt van de langste route. Maar door tijdsgebrek sneed ik het lusje richting Dilbeek af. De eerste twintig en laatste tien kilometer van Pajot Gravel had ik nog niet onder mijn gravelbanden gevoeld en dus waren de modderstrookjes tussen Sint-Ulriks-Kapelle en Schepdaal best een verrassing. Samen met enkele andere deelnemers rond mij moet ik op tien kilometer een drietal keer van de fiets wegens te vettig.

Vooral op het smalle paadje langs de Varenbergbeek, vlakbij het ouderlijke huis van Remco Evenepoel, hoor ik wat gegrom bij deelnemers die hopen ‘dat het hier niet de hele dag van dat gaat zijn’. De fietsen en schoenen zijn gezegend voor de rest van de tocht, maar gelukkig hebben we de lastigste passages nu wel gehad. Na Schepdaal buigt de route in westelijke richting af naar Lennik en Gooik en daar valt voor gravelbikers heel wat lekkers te rapen.

Overdressed

De zon laat zich nu stilaan van haar beste kant zien en het kwik klimt richting vijftien graden. Combineer dat met een parcours waar je op minder dan honderd kilometer toch 1300 hoogtemeter aantikt én een dikke winteroutfit. Ik hoef er geen tekeningetje bij te maken: het is hijgen en zweten geblazen tussen de glooiende akkers. En ik ben vandaag niet de enige met een toegangsticketje voor de sauna. Menig gravelbiker is compleet ‘overdressed’ en liet zich verrassen door het onverwacht mooie weer.

Vanaf Sint-Martens-Lennik is het tot de eerste bevoorrading aan Café Den Haas een opeenvolging van klimmetjes en afdalingen, vaak over brede aardewegen en prachtige grindpaden. Het café is trouwens een baken in de streek. Het bestaat al sinds de negentiende eeuw en je kan er een pak lekkere streekbiertjes proeven. Een aanradertje voor de geuze- en kriekliefhebbers dus!

Kapitein Zeppos

Ik laat de geuze en kriek toch nog even voor wat ze zijn en besluit mijn weg te vervolgen. Meteen na de bevoorrading maakt het parcours een klein lusje om de Hertboommolen mee te pikken. Die doet vooral bij oudere deelnemers vast een belletje rinkelen als de thuishaven van de bekendste kapitein uit de Vlaamse televisiegeschiedenis: Kapitein Zeppos. De meeste gravelaars zullen hier vandaag eerder de heerlijke grindweg kunnen appreciëren waarlangs de prachtig gerestaureerde windmolen is gelegen. Het pad gaat in licht dalende lijn en dus is het knallen geblazen. Het korte knikje langs het Berchembos dat erop volgt komt extra stevig aan, maar boven word je eventjes getrakteerd op een schitterend panorama over Ninove en de Dendervallei.

De 95 kilometer lange route die ik vandaag fiets maakt een kort ommetje op Oost-Vlaams grondgebied, maar wie zich aan de 135 kilometer waagt pikt van hieruit ook nog de Muur, de Bosberg en de Congoberg mee. Een prachtig drieluikje dat ik als kind van de streek maar al te goed kan, maar dus vandaag even links laat liggen.

(Lees verder onder de foto’s)

Koning Gravelbike

Via Vollezele kom ik terug in Vlaams-Brabant terecht en is het keerpunt van de route bereikt. Een oude trambedding die onlangs werd omgetoverd in een heerlijk knisperende grindweg, vormt een groot deel van het decor tussen Oetingen en Leerbeek. De tramlijn werd in het begin van de jaren 1900 aangelegd tussen Leerbeek en Ninove zodat de boeren hun koopwaar naar de stad konden brengen. Maar in de jaren vijftig maakte Koning Auto dit soort transportmiddelen overbodig en raakte de tram in verval. Nu kunnen wij – liefhebbers van het onverharde – met volle teugen van de bedding genieten. Leve Koning Gravelbike!

Naar het dak van de route

Vanuit Leerbeek gaat het vervolgens traag maar gestaag richting het hoogste punt van de dag: de Kesterheide. Ook hier is een wijds uitzicht over de streek de perfecte beloning voor de geleverde inspanning. Al maken enkele verdwenen pijltjes het de deelnemers niet makkelijk om via de juiste weg van de heuvel af te dalen. Een probleem dat zich op nog een paar plekken voordeed. Blijkbaar is niet iedereen opgezet met de passage van een offroad fietstocht… Voor wie trouwens de vier gigantische witte bollen op de Kesterberg heeft opgemerkt en zich afvraagt wat ze zijn: dit is het zenuwcentrum van waaruit de satellietcommunicatie tussen de NAVO-lidstaten geregeld wordt. En dat gewoon tussen de Pajotse akkers: straf!

Grindostrades

Een echte fruitstreek zoals Haspengouw of het Hageland kan je het Pajottenland bezwaarlijk noemen. Maar rond Kester en Pepingen zijn er best wat boomgaarden en daar word ik nu dwars doorheen gestuurd. Voor appelbloesems is het nog net te vroeg en dus kruis ik rijen van boompjes die nog een kale aanblik hebben. Geen erg: de staat van de grindwegen maakt hier veel goed. Het is genieten geblazen van een opeenvolging grindostrades die lijken te golven als de zee. De reusachtige vierkantshoeve Bree-Eik is al sinds de zeventiende eeuw een baken tussen de akkerlanden en een punt waar enkele van de mooiste grindwegen van westelijk Vlaams-Brabant kruisen. Het dak van de hoeve wordt momenteel gerestaureerd en dus is ze vandaag wat minder fotogeniek dan anders. Lang treuzelen hoeft hier niet: snel doorknallen over het grind richting bevoorrading twee van de dag aan het kasteel van Gaasbeek.

Ijsjestijd

Een glimp van dat beroemde kasteel opvangen is niet makkelijk vanop de fiets: je moet al het kasteeldomein binnengaan en daar zijn fietsers niet welkom. Ik moet het dus doen met een paar blikken vanuit de verte, terwijl ik het pittige klimmetje langs de omheining van het domein op de macht naar boven rijd. De beentjes mogen best even branden, want ik weet dat op de top een beloning wacht.

De bevoorradingspost staat opgesteld op de parking van de ‘Krijmerie van Gaasbeek’: het beste ijssalon in de ruime omtrek. De keuze tussen bananen, peperkoek en energiereepjes of een portie smeuïg roomijs is snel gemaakt. Voor de nieuwsgierigen: het werd bij mij een bolletje Bueno en een bolletje Manon. De lentezon geeft lekker veel warmte en maakt dat ik ondanks een zweterig onderhemdje niet afkoel. Integendeel… Het is lekker toeven hier op het terras van de Krijmerie. Een mens zou haast vergeten dat hij nog zo’n twintig kilometer voor de boeg heeft.

In het land van Breugel

Na een laatste lusje langs de dorpjes Oudenaken en Sint-Laureins-Berchem gaat het vanuit Vlezenbeek vrij rechttoe rechtaan terug richting Dilbeek. Ik fiets nu echt op een boogscheut van Brussel en toch krioelt het hier nog van de offroad paden tussen de steeds talrijker wordende drukke invalswegen. De skyline van de hoofdstad tekent zich nu duidelijk af aan de horizon. Het is een prachtig zicht: vers geploegde akkers op de voorgrond met in de verte kantoorgebouwen en appartementsblokken die het felle zonlicht weerspiegelen. Hier in de streek zocht en vond Pieter Breugel de Oude trouwens inspiratie voor zijn schilderijen. De watermolen van Sint-Gertrudis-Pede, die ook langs het parcours ligt, is nog een stille getuige uit dat tijdperk en is te zien op één van de werken van de oude meester.

Smaakt naar meer…

In de laatste vijf kilometer schuilt nog weinig moois en dus dwalen mijn gedachten op de fiets alvast even af naar de frisse pint die ik na de aankomst naar binnen zal werken. Al word ik bij het overschrijden van de finish eerst een Thrive-biertje toegestoken. Alcoholvrij en dus een ideale recoverydrank. Zowel het bier als de tocht smaken naar meer. Ondanks een paar modderstrookjes was Pajot Gravel een meer dan geslaagde opener van het gravelseizoen!

De foto’s die de organisatie van Pajot Gravel genomen heeft, kan je nog bekijken op de website van Pajot Gravel zelf.

De volgende manche van de Yuzzu Gravel Series, is Dwars door het Hageland Gravel op 11 juni 2023 vanuit Diest. Inschrijven kan op de website van de Yuzzu Gravel Series!

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE