Op pinkstermaandag vond in de Kortemarkse deelgemeente Zarren de tweede editie van de MTB Streetrace plaats. Streetrace, dat is het gas volledig open op een kunstmatig aangelegd mountainbikeparcours vol hindernissen. Spectaculair om te zien, maar vooral pijnlijk aan de beenspieren, de longen en nog een aantal andere gebruikte spieren, zo ondervond onze blogger Gilles die in de funcategorie van start ging.
Toen twee jaar geleden de vraag kwam of ik op pinkstermaandag wilde deelnemen aan het Belgisch Kampioenschap Streetrace MTB in Zarren, zei ik volmondig ja. Niet omdat ik een fervent mountainbiker en/of technisch behendige fietser ben, integendeel. Wel omdat het een unieke kans zou zijn om eens iets nieuw te ontdekken, en dat in combinatie met een familiebezoekje aan mijn grootmoeder die in Ieper, op minder dan een half uurtje van Zarren, woont.
Stratencircuit
Bij aankomst zie ik dat de Koordhoekwijk is omgevormd tot een stratencircuit. Zowel bestaande als nieuw gecreëerde hindernissen werden door de organisatie gecreëerd. Ik werk een deel van het rondje af als verkenning vooraleer ik me naar de inschrijvingstafel begeef. Dankzij de vele afspanningen heb ik haast geen andere optie. Aan de inschrijvingstafel krijg ik nog enkele leuke goodies, die ik nog snel naar de wagen breng vooraleer ik mezelf opstel in het wachtvak. Daar word ik bij de eersten afgeroepen. Daardoor sta ik op de eerste startrij. Dankzij de breedte van de akker waarop er gestart wordt, zijn er maar twee rijen, maar het is de gedachte die telt. Onverhoopt snel schiet ik bij de eersten uit de startblokken, tot mijn benen mij eraan doen herinneren dat ik twee dagen eerder nog Les Trois Ballons afwerkte. Ik zet me aan kant en laat de toppers uit de funreeks passeren.
Onaangename verrassingen
De blokkerende beenspieren zijn een eerste onaangename verrassing die al snel opgevolgd wordt door een tweede. De grote uit stellingen opgebouwde brug op het parcours. Laat ik net dat stukje niet verkend hebben. Een tweede melkzuurexplosie in de benen maakt dat ik op nauwelijks één metertje van de top voet aan grond moet zetten. Met terecht gesakker van mijn achterliggers tot gevolg. De kunstmatig gecreëerde obstakels zorgen voor een attractief schouwspel voor de opgedaagde supporters. Met mijn gebrek aan techniek blijven het echter vooral obstakels. Met naast grote en kleinere bruggen ook een aanhangwagen met schans en trapjes, een houten wasbord, een resem houten latjes, vanalles om door te slalommen, een zandbak die voor de gelegenheid een houtschorsbak is en de speelplaats van de plaatselijke lagere school waar al meer dan genoeg obstakels te vinden zijn het ganse jaar door. Spelende kinderen niet inbegrepen op deze pinkstermaandag.
De kleine brug
Met het ingaan van de tweede ronde temporiseer ik om op de grote stelling zeker boven te komen. Dat lukt nipt. Voor de tweede ronde op rij val ik hier in verbazing. Deze keer omdat ik opmerk dat er ook een andere, kleinere brug naast de grote stelling is. Een stuk makkelijker, maar uiteraard gecompenseerd door een extra lusje zodat er zeker geen voordeel uit gehaald kan worden. Vanaf de komende ronde kies ik zonder twijfel voor de kleinere brug. En stilaan begin ik ook terug te wennen aan mijn mountainbike. Een technisch hoogstaande biker zal ik nooit worden, maar na elke bocht vind ik beter mijn draai (letterlijk te nemen). Logisch ook, want mijn dikkebandenfiets kwam sinds eind december niet meer van de haak. Had ik beter wel tijdig gedaan, dan had ik het euvel van een slecht functionerende achterrem ook tijdig kunnen opvangen. Voor iemand met mijn (gebrek aan) techniek is dat extra problematisch.
Enige fully
Vanaf half koers, ik schat dat ik rond de 25ste positie hang, kom ik aan een keerpunt. Ik vind mijn tempo en deel mooi in. Op de technische gedeeltes blijf ik terrein verliezen ten opzichte van de concurrentie, maar in de paar tussenstukjes die het parcours in de Koordhoekwijk kent, maak ik snel meters goed door een stevig maar stabiel tempo te rijden. Ronde na ronde schuif ik op met mijn logge full suspension mtb. Van alle deelnemers in de funreeks, ben ik blijkbaar de enige die op pad is met een fully. Maar dat deert me niet, want deze reeks gaat om de beleving. En die is pittig maar uniek. Ik vind iedere ronde iets beter mijn draai op de verschillende technische passages die het parcours rijk is. Beetje bij beetje krijg ik wat vertrouwen, al blijven de tussenstukken vooral mijn beste passage.
Pak friet als beloning
Dankzij de speaker aan de aankomstzone vang ik – terwijl ik nog steeds trager U-bochten neem dan dat de Aarde draait om de zon – iedere ronde mijn positie op. Stelselmatig schuif ik op naar halfweg het pak. Maar dankzij diezelfde speaker weet ik ook dat de koploper me op de hielen zit. Ik stel mijn doel dus bij naar niet gedubbeld worden. Met het ingaan van de laatste ronde ben ik nog steeds net niet bijgehaald, en de posities liggen zo goed als vast. De laatste ronde is dus een ererondje om de talrijke supporters te groeten en het eerste melkzuur af te voeren. Intussen ben ik na 8 passages langs de frietkraam verlekkerd op een goed pak friet. Aangezien ik niet in aanmerking kom voor een trofee, zorg ik zelf maar voor mijn eigen beloning. Genietend van een frietje met andalouse, zie ik de jeugdreeksen als raketten voorbijschieten. Misschien moest ik hier maar twintig jaar eerder aan begonnen zijn, dan had ik vandaag sowieso meer techniek en mogelijks ook een betere fysieke reactie op de vele intervals die bij zo’n streetrace komen kijken. Ondanks dat de discipline niet mijn sterkste punt is, was het sowieso toch een unieke ervaring.
Interesse om volgend jaar deel te nemen? Kijk dan zeker eens op www.mollecross.com