Roubaix komt eraan! In de aanloop daarnaar doken vandaag zowat alle teams in volledige bezetting op op de kasseien, voor een verkenning van het parcours. Grinta! reed ook mee, aan de zijde van het Lampre-Merida team, dat als een van de eerste profploegen rijdt met schijfremmen. Gisteren kregen we een voorstelling van nieuwe Merida Scultura Disc, vandaag gingen we ermee over de kasseien.
Zoals gisteren al gemeld, is de Scultura Disc de evolutie van het reeds bestaande topmodel Scultura. De voornaamste verandering is dat de fiets met schijfremmen is uitgerust, een technologie waar Merida heilig in geloof. Maar vooraleer iedereen ‘om’ is voor de disc-brakes zal er nog wel wat water naar de zee vloeien.
Ten eerste blijkt het extra gewicht van de remcilinders in combinatie met de zwaardere shifters de wenkbrauwen van de profs te fronsen. Ze willen het niet, zomaar 700 gram extra aan die fiets. Maar met het huidige UCI-minimum van 6,8 kg voor een complete fiets kan die 700 gram toch geen punt zijn, zou je misschien zeggen, wetende dat er ook rijdbare stijve en sterke bikes van pakweg 5 kg gebouwd worden? Nou, zo simpel ligt het toch niet bij een proffiets. Die wordt aan zo een grote belasting blootgesteld dat al dat high-tech lichtgewicht spul niet altijd voldoende hufter-proof is. Een bidonhouder van 24 gram is niet echt berekend om bidons veilig over de kasseien te loodsen, dus het moet een 3 keer zo zwaar exemplaar zijn. En dan zwijgen we nog van sponsor-restricties. Lampre-Merida kan zomaar geen Lightweight wielen steken, of een Tune zadeltje van minder dan 100 gram. Met andere woorden: ook bij proffietsen is het vechten om op de grens van 6,8 kg uit te komen. De schijfremmen betekenen in de praktijk dat een fiets eerder 7,2 kg zal wegen dan 7,0 kg.
De uitdaging voor de ontwikkelaars (lees: Shimano, Sram, Campagnolo) is dus duidelijk. Het zal lichter moeten. In deze context is het trouwens vreemd dat niemand nog omkijkt naar MECHANISCHE schijfremmen. De hele industrie loopt elkaar (weer eens) lekker blind achterna in de jacht op hydraulische disc’s, maar als je al eens met bijvoorbeeld mechanische Tektro’s hebt gereden (we did) dan vraag je je af waar all the fuss is about. Het voordeel van mechanische schijfremmen (met een kabeltje!) is het lagere gewicht, de minder plompe shifters, terwijl er bij schade ook meer kans is op ‘even zelf herstellen’ of bijregelen. Als de olieleiding van een hydraulische schijf is gescheurd, is het remmen ermee einde verhaal.
Oké, we gingen vandaag over de kasseien, te beginnen in het Bos van Wallers. Waarlijk de hel. Dat was even slikken op nuchtere maag, we waren 3 km eerder gestart, achter de flinterdunne Italiaantjes van Lampre-Merida aan. Warming-up ho maar, direct dat Bos in, en daar deden de beentjes al meteen pijn van, maar de armen nog meer. Ik was al direct mijn bidon kwijt, maar de Scultura Disc gaf geen krimp. In Wallers kan nooit sprake zijn van a smooth ride, maar het was toch een betrekkelijk veilige ride, met dank aan de 28 mm brede Conti Grandprix’s en een Prologo Scratch zadel met CPC zadeldek, waardoor je minder schuift. Werkte top!
Na die eerste schrik vanwege La Drève des Boules d’Herin bleek het voor de rest van de rit goed mee te vallen met de staat der kasseienstroken. De Scultura Disc is prima geschikt voor dit soort werk, maar als we eerlijk zijn dan rijden er sommige andere teams rond die nóg meer voordeel zullen halen uit hun fiets. Die dus minder goede benen zouden hoeven te hebben om even snel van pavé naar pavé te rijden. De Merida stuurt haarscherp, ligt stabiel op de weg en stelt je in staat om goed contact te houden met de kasseien. Op asfalt lijkt het helemaal niet alsof je op 28 mm’s rijdt. Het comfort is prima, ook de voorvork is goed getuned op butsen en kuilen en de stijfheid, die is top.
Ik had een goede dag vandaag en ik ging strook na strook (we reden er 12) beter rijden. Als je helder bent en in conditie dan zijn kasseien eigenlijk vriendelijke vrienden, want ze helpen je de tegenstanders af te matten. Ik knalde uiteindelijk alle collega-journalisten eraf, ook de grootsprakige Hollander. Tja, het blijven de benen die het moeten doen, daar helpt geen bike van 9 of 10 of 13 duizend euro aan. Maar de bikes van heden ten dage helpen wel degelijk om ook zulke slechte wegen als in Noord-Frankrijk toch vrij ongehavend te overwinnen. Hoe moet dat vroeger zijn geweest, toen staal nog het enige framemateriaal was? Vergeleken bij de gasten die daarmee koersten, zijn wij maar watjes. Deemoedig buig ik mijn hoofd voor de helden van het verleden. (RVS)