Ik krijg het op mijn heupen wanneer merken claimen hoe authentiek ze wel zijn, hoe hoog duurzaamheid op hun agenda staat en hoe uniek ze wel zijn. Gelukkig krijg ik het niet altijd op mijn heupen. Zo nu en dan word ik ook gewoon blij van het praatje dat door een merk wordt verteld. En kijk, van Officine Mattio word ik blij. Onlangs was ik immers getuige van hoe hun carbon frames tot stand komen, een proces dat begint bij een koolstofvezel en eindigt in een vette racebak.

Er wordt wel eens gezegd dat het verschil tussen Fransen en Italianen ‘m zit in de manier waarop ze denken over zichzelf en de dingen die ze maken. Fransen zouden chauvinistisch zijn en Italianen trots. Het is wel degelijk een belangrijk nuanceverschil. Ik mocht onlangs naar de Italiaanse regio Piemonte, een gebied dat aanschurkt tegen de Franse grens. Daar, en meer bepaald in de stad Cuneo, vind je het hoofdkwartier van Officine Mattio, een fietsenmerk met een nog vrij beperkte historiek – het ontstond in 2013 – maar wel een merk dat vooruit wil. Ze willen absoluut hun plekje in de fietsmarkt claimen en daar zijn ze al een poos goed mee bezig. Onze redactie ging in het verleden al aan de slag met de Lemma en de SL – dat zijn twee modellen binnen het OM-assortiment – en kwam tot de vaststelling dat het heel uitgesproken en performante racefietsen zijn met een duidelijke, Italiaanse stempel. En dat is ook hoe Officine Mattio het wil. ‘Made in Italy’ of ‘Fatto in Italia’ is hier geen holle slogan. Het stelt iets voor.
Productiefaciliteit


Flaneren in de showroom van Officine Mattio en de nieuwigheden voor 2025 ontdekken is één ding, maar de mogelijkheid krijgen om ‘behind the scenes’ te gaan kijken en na te gaan hoe een Officine Mattio-frame tot stand komt, is toch andere koek. Dat maak je niet elke dag mee, zelfs niet als Grinta!-redacteur. Om dat productieproces te volgen, moesten we vanuit het hoofdkwartier in Cuneo toch twee uurtjes rijden naar Genua, de hoofdstad van Ligurië. We werden verwacht in Gattegasca, een gehucht van de gemeente Mele, op een steenworp van de Passo del Turchino. En die Turchinopas kennen we natuurlijk. Die moeten de renners elk voorjaar opnieuw over wanneer ze in Milaan-Sanremo de oversteek maken van de Po-vlakte naar de Ligurische kust. Hier begint de finale van de Primavera!
Op basis van de buitenzijde van het aftandse pand in Gattegasca kan je onmogelijk opmaken dat er binnenin een heel technisch procedé wordt uitgerold. Binnen worden carbon frames gemaakt, volgens het tube-to-tube-principe. De aparte carbon onderdelen worden eerst vervaardigd en daarna verlijmd tot een frame. Met als doel om finaal dus tot de pareltjes te komen die Officine Mattio in zijn showroom etaleert. Beginnen doen we bij het begin: de carbonvezels. Die worden gestockeerd op rollen. Uit die grote vellen carbon worden de diverse deeltjes waaruit elk fietsframe bestaat door een computer aangestuurde snijmachine gesneden.
Tweemaal de oven in


Stap twee is het aanbrengen van al die stukjes carbon in een mal. Daar komt veel metier en precisiewerk bij kijken en alles – al-les – gebeurt handmatig. De persoon die verantwoordelijk is voor dit klusje moet héél goed weten waarmee hij bezig is. En dat weet ie ook. Hij legt uit dat bepaalde delen van een frame, zoals het balhoofd en het bracket, meer laagjes carbonvezel verdienen om de sterkte van een frame op die cruciale plekken te garanderen. Zit alles op zijn plaats? Dan wordt de mal dichtgemaakt en de plastic ballon die aangebracht werd in de carbonbuis opgeblazen. De druk die van binnenuit wordt gegenereerd, zorgt er op die manier voor dat de carbonvezels tegen elkaar worden geperst. Eens dat proces erop zit, moeten het carbonstuk met zijn mal de oven in. Nadat het stuk is afgekoeld, kan de mal worden geopend. Daar verschijnt dan een carbonbuis! Ze oogt nog altijd ruw maar je kan je wel voorstellen dat hier ooit een fietsframe uit voortvloeit. Magic!
Het samenstellen van het frame is nu aan de orde. De buizen worden met ongelofelijke precisie aan elkaar gelijmd. “Twee tot drie frames kan ik op een dag afwerken”, antwoordt de bebaarde man, terwijl hij de schuine buis vasthecht aan de balhoofdbuis. Wat we nu te zien krijgen, is een fietsframe, ook al is het nog lang niet af. Aan de buisovergangen worden extra lagen carbon aangebracht, wat de sterkte en stijfheid van het frame bevordert. Daarna belandt het geheel in een plastic zak die luchtledig wordt gezogen. Opnieuw moet het frame de oven in.

We zijn in de laatste rechte lijn nu. Frames en vorken worden geschuurd. En ook het laminatieproces is niet onbelangrijk: die laminatie, zowel intern als extern, is cruciaal om een optimale stijfheid te bekomen. Er gebeurt ook nog een grondige kwaliteitscontrole alvorens alles naar de lakkerij kan. En wat dat lakken betreft: Officine Mattio gaat prat op de hoge personaliseringsgraad van zijn frames. In principe is alles mogelijk: van stickers is geen sprake en alles wordt manueel aangebracht. De eigen kleurcombinaties – het onderscheidend groenige ‘serpentine’ op kop, verwijzend naar het kleur van het gesteente van het lokale Monviso-gebergte– mogen er ook wel wezen.
Wat hebben we geleerd?




Eerlijk? Ik was onder de indruk toen ik de productiefaciliteit van Officine Mattio in Mele verliet. Het is ontluisterend om te zien hoeveel energie, tijd, expertise, geduld en accuratesse in elk carbon frame van Officine Mattio kruipt. Hier worden op een ambachtelijke en bijzonder arbeidsintensieve manier maar met de grootste kunde fietsen gebouwd. Hier moet passie mee gemoeid zijn. Dat kan niet anders. Het doet me bijgevolg plezier dat ‘Made in Italy’ effectief iets kan betekenen. Bij Officine Mattio mogen ze terecht trots zijn op wat ze doen. En ja, zelfs een beetje chauvinistisch zijn, ook dat mogen ze.