De Giro-renners krijgen vandaag de kortste rit in lijn van deze ronde voorgeschoteld (133 kilometer). Gemakkelijk wordt het echter niet, want onderweg wachten drie venijnige beklimmingen. De aankomst ligt in Andalo, de plek waar Eddy Merckx in 1973 één van zijn gloriemomenten kende. Merckx won de rit vóór Felice Gimondi en Giovanni Battaglin en zou de Giro later op overtuigende wijze op zijn naam schrijven. Onze landgenoot droeg de trui vanaf de proloog en zegevierde in vijf ritten.
De startplaats van de etappe is Brixen en onderweg doemen lange beklimmingen en dito afdalingen op. De eerste veertig kilometer dalen licht, dus het pak zal in het eerste uur een hoog gemiddelde klokken. Daarna schrijven de renners snel hoogtemeters bij op hun teller. Eerst is er de Passo della Mendola, een col van de tweede categorie die bijna vijftien kilometer lang is en een stijgingspercentage van 6,5 procent heeft. Na de top volgt een afzink van vijftig kilometer tot aan de volgende ‘pukkel’.
De Fai della Paganella is eveneens ingedeeld in de tweede categorie. Hij is met ruim tien kilometer korter dan zijn voorganger, maar wel wat grilliger. Het gemiddelde stijginspercentage bedraagt 7,4 procent en de maxima lopen op tot 15 procent. Na de top ligt er een korte afdaling en gaat de weg over in de slotklim naar Andalo. In deze col van derde categorie gaan de Giro-renners gemiddeld 3,2 procent omhoog. In de laatste twee kilometer vlakt het iets af. Rozetruidrager Steven Kruijswijk komt vandaag met onderstaande fiets in actie (foto: Raymond Kerckhoffs, Twitter).