Ruim de helft van de fietspaden in Vlaanderen is oncomfortabel en heeft een laag trilcomfort. De subsidies houden enkel rekening met breedte en afscheiding van de weg. Maar de fietser van vandaag is kritischer en wil niet alleen meer maar ook betere, lees: comfortabelere, fietspaden én meer ruimte. Dat bevestigt onderzoek bij 2.500 fietsers en 173 gemeenten. De Fietsersbond vraagt een aanpassing van de subsidieregeling met aandacht voor trilcomfort, extra geld voor de bestaande fietspaden én meer transparantie in de verdeling van de middelen.
De Fietsersbond en hogeschool Odissee ondervroegen 2.500 fietsers en 173 gemeenten over de kwaliteit van de fietspaden en de manier waarop geïnvesteerd wordt en zou moeten worden. Fietsers vandaag zijn kritischer dan pakweg 10 jaar geleden. Onder meer door de opkomst van elektrische fietsen leggen ze immers vaak langere afstanden dan vroeger af. Die fietser wil meer en betere fietspaden. Beter staat dan gelijk aan meer trilcomfort en meer ruimte zoals afscheiding van de weg. Deze subjectieve ontevredenheid over comfort bevestigt de resultaten van de audits door de Meetfiets van de Fietsersbond, goed voor zowat 4.000 km fietsinfrastructuur in Vlaanderen. De score: 4,86/10, beduidend laag dus.
Hoe komt het nu dat een gemeente een goed trilcomfort niet kan garanderen? Omdat er voor een voldoende breed en afgescheiden fietspad in slechte staat geen subsidies zijn. En de financiering ervan dus voor 100 procent ten laste van de gemeenten valt, in financieel moeilijke tijden vaak geen prioriteit. Eén van de vijf ondervraagde gemeenten zit met dergelijke dossiers die ze wel wil maar niet kan aanpakken. En ook andere factoren spelen mee.
“Gemeenten zijn zich wel degelijk bewust van het probleem. En ze weten bijvoorbeeld dat asfalt meer comfort geeft, maar kiezen dan toch voor pakweg klinkers of cementbeton om esthetische of onderhoudsredenen. Studiebureaus en nutsbedrijven hebben hier heel wat invloed in.” Aldus onderzoeker Bruno Coessens.
Bovendien zijn er ook middelen nodig voor andere infrastructuur zoals fietsstraten of verbreding van fietspaden met druk fietsverkeer. De Fietsersbond vraagt dan ook een aanpassing van de subsidieregeling die eveneens rekening houdt met het comfort van een fietspad. Er is ook extra geld nodig, bovenop de door Vlaanderen voorziene 100 miljoen, voor de aanpak van bestaande fietsinfrastructuur in slechte staat. En er is nood aan meer transparantie in de verdeling van middelen, want vandaag is het vaak onduidelijk waar al het geld precies naar toe gaat en hoe het wordt besteed.
Kortom: Subsidies zijn dus duidelijk niet aangepast om de realiteit van vandaag aan te pakken, stelt de bond. Komt er geen aanpassing van de situatie en bijkomende investeringen, dan zijn we nog ver weg van het fietsland dat we willen zijn. De bestaande fietspaden zullen er immers niet op verbeteren. Hoog tijd voor een subsidiebeleid voor fietsinfrastructuur geënt op de noden van haar gebruikers.