Deel dit artikel:

Fietsen in Senegal: een wereld van verschil

We trokken eind 2023 naar Afrika voor een Cycling Camp, en zagen er een andere wereld voor ons opengaan. Fietsen in Senegal was als een exotisch recept met een flinke dosis chaos, op smaak gebracht met een rode gravelhemel en een snuifje natuurpracht. We kwamen ogen tekort. Dit is het relaas van een cultuurschok op gravelbanden.

Fietsen in Senegal? Kan dat dan?”. Vlak nadat me de vraag gesteld wordt, moet Dokter Google me even wat duiding geven. Dakar, klinkt bekend, blijkt de hoofdstad te zijn. Daar landt ook het vliegtuig. De munteenheid is de West-Afrikaanse CFA Frank. Duizend van die dingen zijn anderhalve euro waard. Het tijdsverschil is miniem want je vliegt als het ware recht naar beneden, richting evenaar. Dat betekent meteen ook dat het in december lekker warm is. En ze spreken er Frans, vanuit hun koloniaal verleden. Verder duiken ook enkele bekende voetballers op, de ‘Leeuwen van Teranga’ wonnen zelfs de Africa Cup. Fietsen? Niks over te vinden.

Mima

Fast forward. Ik zeg ja, zit zes uren op een vliegtuig, doorsta de administratieve lompslomp en wandel de luchthaven van Dakar uit. Ik ben nog nooit buiten Europa geweest en de wereld ligt plots aan mij voeten. Half december, dertig graden. Als blanke man tussen allemaal zwarte mensen is best intimiderend, merk ik snel. Meteen krijg ik bezoek van taxichauffeurs, geldwisselaars en SIM-kaartverkopers. Veerle, een Vlaamse die verliefd werd op Senegal en er Mima heet, pikt me op. Mima is ook de naam van haar luxueuze villa waar ze me heen brengt, in Niakh Niakhal nabij Saly. Het is de enige link die ik kon vinden tussen Senegal en de fietswereld. Een trieste link. Frank Vandenbroucke liet uitgerekend in Saly het leven in het lugubere hotel Maison Blue. Hij was er vast niet om de Plugstreets met de gravelfiets te verkennen.

Kijkkast

Wow! Niet dat het een wondermooi landschap is, maar wow! De route richting Dakar is indrukwekkend. Letterlijk, ze wekt indrukken. De weg is chaotisch met vrachtwagens, paard en kar, auto’s uit de jaren stillekes en brommers gewikkeld in bubbelfolie. Alles door elkaar. Er lopen koeien met grote horens langs de weg, er hangen mensen achteraan de bus en geiten zitten bovenop de lokale lijnbus. Mensen steken sloffend de weg over, de berm is een zandbak en elk kraampje of plekje heeft zijn eigen verhaallijn. Iemand staat een bed in elkaar te timmeren, daarnaast ligt een berg meloenen in het zand, nog wat verder wordt een hek aan elkaar gelast en liggen autowrakken en stapels banden naast elkaar. Van fietsers is absoluut geen sprake. De rit is één grote kijkkast, een chaos van jewelste vol surreële tafereeltjes. Meer impressies dan een fietser hebben kan. De combinatie van voortdurend opletten in het verkeer (de regel: verwacht je aan alles) en wat zich allemaal afspeelt langs de kant van de weg, is intens. De kilometers vliegen voorbij. Elk tafereeltje afzonderlijk is fotogeniek, maar de veelheid ervan is naast indrukwekkend ook schrijnend. Wat een wereld!

FOMO

Ik heb last van FOMO, fear of missing out. Ik kom ogen te kort. Er valt zoveel te zien. Laat me dit stuk opnieuw afleggen en mijn ogen vallen ongetwijfeld op totaal andere dingen. Het gaat echter meteen fout. Naast FOMO overvalt me ook al snel FOMA, fear of missing (an) arm. De droge aarde en gravel gaan over in een zandbak. Het tempo zakt en vanuit stilstand val ik om. Bam. Op een steen. Geschaafd ook nog. Midden in Afrika. Hier wil ik echt geen dokter nodig hebben. Ik zie het ziekenhuis al voor me: enkele kromme golfplaten tegen elkaar gezet, en ergens een man die ze een witte jas hebben omgegooid. Nooit eerder stond ik zo snel weer recht. Een van mijn vaccinaties, de hernieuwing van Tetanus, bewijst alvast haar nut. Bij de lunchstop even verderop word ik ontsmet door Jeroen, Africa expert, en kan ik met een gerust gemoed verder. Terwijl de rode isobetadine in het zand druppelt, hebben een horde kinderen zich rond onze stopplaats verzameld. Ze kijken met grote ogen naar tien dezelfde Ridley fietsen. De meesten zijn gekleed in voetbalshirt, short en slippers. Sommigen lopen op blote voeten. Ze zien er gelukkig uit. Dragen voetbaltruitjes. Engelse clubs zijn populair. Ze zien er niet uitgehongerd uit.

De gemeenschap in Senegal is erg solidair, iedereen mag aanschuiven daar waar eten genoeg  is. Kinderen worden er ook opgevoed door iedereen in het dorp. Dit dorp heeft geen verharding. Hoofdstraat en zijstraten zijn zandwegen. Achter het muurtje waarop Senegal geschilderd staat liggen fotogenieke visbootjes, op een vervuild strand. Een groot probleem in dit land, zal blijken. Overal tref je een overvloed aan afval en plastic langs de kant van de weg. Naar Westerse normen fiets je soms door een stort. De temperatuur gaat boven de dertig graden. Bevreemdend, in de week voor Kerstmis. De kerstsfeer smelt hier als sneeuw voor de zon.

Is het dit dan, Senegal? Drukte, chaos en smog? Neen. Is er ook schitterende natuur? Zeker, al is dat niet in overvloed. Senegal is vlak en droog. De groene heuvels en wouden tref je in dit deel van Senegal niet aan. De drukte en de vele tafereeltjes zijn een hoogtepunt op zich, een heerlijke kennismaking met Afrika vanop  de fiets. Het contrast met een bike safari op zoek naar giraffen of eilandhoppen op zoek naar rust, is deugdelijk. Ik speelde djembe, ging pottenbakken, oesters eten in een strandtentje, een weeshuis bezoeken, enz. Het wordt nog beter. Ze hebben er zonder het zelf te beseffen een torenhoge troef voor de gravelfietser: de werkelijk formidabele rode pistes.

Rode gravelhemel

Asfaltwegen met putten. Onverharde paden die door de droogte zandbakken worden. In Senegal moet je sowieso met de gravelfiets op pad. Dat ze er ook de perfecte gravelwegen aanleggen heeft vast weinig te maken met de trens in fietsland. De rode pistes die ze er aanleggen zijn vaak minder drukke connecties. De lange gravelweg Roland Garros style die we op de terugweg aandoen voert ons langs oude binnenlandse dorpjes. De gravel is werkelijk perfect en de baobabs en palmen maken het plaatje compleet. Gidon van onderen! De dorpen zien er anders uit dan dichter bij de kust. De huisjes hebben strooien dakjes. Het water komt niet uit leidingen maar uit een regenput. Na vriendelijk vragen krijgen we er een rondleiding. We zien een kleine kookhut, de was aan de lijn en de opa die zich ontfermt over de kleinkinderen zodat de mama’s het werk kunnen doen. Slapen doen ze wel in een stenen huisje, waar één bed in staat. Ik word hier in de geschiedenislessen gedropt, honderden jaren terug. De kleine commune wuift ons uit terwijl we verder gaan. Een beetje verderop een volgend drop waar de school net uit is. Kinderen hollen achter ons aan. Proberen de fietsen vast te nemen. Lachen en zwaaien. Rijen dik, een erehaag. Ik geef de Grinta! bidons weg, en leg even uit hoe dat rare ding dan wel werkt. De rode piste is het sportieve hoogtepunt van de reis. Deze reis gaat echter verder dan het sportieve. En zonder bidons is het lastig fietsen bij dertig graden…

Fietsen in Senegal? Kan dat dan? Het is er niet voor gemaakt, laat dat duidelijk zijn. Het is tegelijk wel de mooiste manier om Afrika te ontdekken. Het is een cultuurschok, je komt ogen tekort. Het zijn simpelweg te veel impressies om te verwerken. Het besef komt eens terug thuis. Dit was een ervaring voor het leven.  En zonder het te beseffen, keer je na de vele kilometers toch maar mooi met een betere conditie huiswaarts.


Senegal praktisch

Bereikbaarheid
Vanuit Brussel is er elke dag een rechtstreekse vlucht richting Dakar, en ook in de omgekeerde richting is dat het geval. De vluchttijd bedraagt 5.5 uren en het tijdsverschil is één uur.

Periode
De beste periode om Senegal te bezoeken is in de winterperiode bij ons: december-april. Dat is meteen ook het droge seizoen, en temperaturen richting dertig graden zijn geen uitzondering. Die warmte is droger en dus ook draaglijker dan wat we hier kennen.

Praktisch
Voor een trip naar Senegal dien je in het bezit te zijn van een geldige internationale reispas. Vaccinaties zijn niet verplicht. Een bezoek aan de Reiskliniek van UZ Gent leerde echter dat het ook geen overbodige luxe is. Een vaccinatie tegen gele koorts is sterk aanbevolen, en ook een hernieuwing van Tetanus / Hep A valt te overwegen. Senegal is tevens een malariagebied. Malaria bestrijd je met pillen, die je begint te nemen voor je vertrekt, en doorneemt tot een week na je trip. Ter plaatse gebruik je Deet om de kleine diertjes op afstand te houden.

Verkeer
Senegal kent geen fietsers, en het verkeer verloopt er niet zoals we dat hier kennen. Fietsen in groep (met derzelfde uitrusting) creert een eenheid en is een stuk veiliger. Tijdens het cycling camp hadden we ook een volgwagen, en twee locals die het plaatselijke dialect spreken. Handig, bleek meermaals.

Hygiëne
Enige voorzichtigheid met voedsel, en zeker met leidingwater, is aan te bevelen om buikloop te vermijden. Drinken doe je uit flessen. Gebruik geen leidingwater, en vermijd dingen te eten die wellicht met leidingwater gespoeld zijn (rauwe groenten). Kies bij voorkeur gekookte, gebakken of gestoomde ingredienten. Mima beach is voorzien van een eigen waterzuivering, waardoor het leidingwater wel te vertrouwen is. Getest en goedgekeurd.

Website
www.cycling-camp.com

Volgende edities Cycling Camp
03-13/04/’24 – 10d
07-14/12/’24 – 8d (Inschrijven voor 4/3/2024)
07-14/01/’25 – 8d (Inschrijven voor 4/4/2024)
16-23/01/’25 – 8d (LADIES ONLY – Inschrijven voor 30/4/2024)

Je kan ook zelf een groepje samenstellen en zelf de data vastleggen.