We zouden het vergeten maar de Roubaix was bij Specialized het eerste full carbon model toen hij meer dan twintig jaar geleden uitkwam. We herinneren ons nog de verschillende generaties, onder meer die met de knik in voor- en achtervork met Zertz-inzetstukken. De jongste versies deden het met de Future Shock en dat veersysteem keert ook bij de Roubaix SL8 terug. Via accelerometers is het effect van de Future Shock getest en dat zou voor 53% minder impact zorgen dan bij de Cannondale Synapse, de eerste achtervolger op het vlak van comfort.
Verbeterde Future Shock
De Future Shock 3.0 kreeg echter een paar belangrijke updates. Zolang je bij de vorige versies ervoor zorgde dat de rubberen afdichting niet beschadigd raakte door bijvoorbeeld een bovenbuistasje, kon er weinig gebeuren, maar net om dat soort problemen te vermijden, werkte Specialized aan de robuustheid van het systeem. Daarom is de afdichting op de knop, de rubberen huls (in het Engels: boot) en de cartridge verbeterd. Bovendien kan de Future Shock nu hersteld worden, waardoor problemen op een goedkopere manier kunnen worden opgelost.
De Future Shock komt in drie niveaus: de Future Shock 3.3 die je bij de Roubaix SL8 S-Works en Pro vindt, kan je in- en uitschakelen met de draaiknop, die je op zijn beurt met minder kliks van het ene naar het andere uiterste draait. De 3.2 heeft die knop niet maar heeft verder dezelfde ingewanden als de duurdere. Bij de 3.1 is dat niet het geval, want die verliest de hydraulische demper onder de veer, die voor een meer gecontroleerde vering zorgt.
Elk van die versies komt standaard met de zwarte veer, maar je kan heel vlot de meegeleverde gele (harde) of blauwe (zachte) veer monteren. De fijnafstelling kan je dan weer doen met één of meerdere spacers, die voor extra ‘platform’ of ‘preload’ zorgen. Hoe je dat doet? Draaiknop en stuurpen eraf, dan twee moeren met een 22-mm-sleutel en dan vervang je de veer of voeg je een spacer toe.
Goed nieuws voor eigenaars van oudere Future Shock-fietsen: de nieuwe versie kan je monteren in oudere fietsmodellen, al moet je bij kleinere framematen (kleiner dan 56) waarschijnlijk wel extra spacers onder de stuurpen zetten, aangezien de nieuwe Future Shock meer ruimte nodig heeft. Heb je een nieuwe Roubaix uit de lagere regionen, dan kan je de Future Shock (later) upgraden naar de 3.3 mét draaiknop.
Comfort voor de kont
Met het comfort aan de voorkant zit het dus zeker goed maar achteraan word je evenmin kapot geslagen. Om het effect van comfort te onderzoeken, installeerden de ingenieurs een Future Shock op de zadelpen. UiTerraard is zo’n installatie te groot en lomp voor productiemodellen, dus gingen ze daarna op zoek naar een gelijkaardig effect via een laag geïnstalleerde zadelpenklem en een flexibele pen met een specifieke carbon layup. Die combinatie creëert 18 mm doorbuiging in een hoek van 45 graden, waardoor je niet het gevoel krijgt dat je te veel zit te wiebelen. Nog meer beweging zorgt namelijk voor vervelende neveneffecten. Door die lagere zadelpenklem krijg je een langere ‘vlag’, zoals ze het langwerpige stuk bovenaan de zitbuis noemen, maar de zadelbuis en pen zijn quasi onveranderd ten opzichte van de vorige Roubaix.
Wel veranderd is de maximale bandbreedte. Die is maar liefst zeven mm gegroeid naar 40 millimeter, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Trek Domane of Ridley Grifn. In combinatie met de Roval Terra-wielen kan je dus met gemak 38 mm brede Pathfinder-banden monteren, die dankzij de brede velgen uitgroeien tot 40 mm. Toch weigert Specialized de Roubaix een gravelbike te noemen, gezien de meer racegerichte geometrie. Voor de meestal goed begaanbare grindpaden in de Lage Landen zien we echter geen problemen om de Roubaix die dubbele dienst te laten doen. Bovendien is de kans groot dat we deze nieuwe fiets in actie zullen zien op het WK gravel.
Eveneens gericht op veelzijdigheid zijn de bevestigingspunten voor spatborden, een bovenbuistasje – met zo’n vast tasje vermijd je de velcro’s die de rubberen afdichting van de Future Shock kunnen kapotmaken, weet je nog? – en een derde bidonhouder onderaan de schuine buis. De geometrie is trouwens bijna gelijk gebleven. Er is enkel 10 mm extra ‘toe clearance’ (ruimte tussen het voorwiel en je voorste voet wanneer je een scherpe bocht neemt, red.).
Lichter en sneller
Geen enkele nieuwe fiets komt eronderuit, dus is ook deze Roubaix SL8 aerodynamischer geworden. De verder doorlopende balhoofdbuis, diepere onderbuis en lagere achtervork besparen 4 watt ten opzichte van de vorige Roubaix. Toch bleef het algemene uitzicht bewaard, waardoor je niet meteen het idee krijgt dat deze fiets radicaal anders is dan zijn voorganger. De neuskegel van de Tarmac SL8 zien we hier niet terug omdat de kabels nog voor het balhoofd lopen, wat het effect teniet zou doen en het hogere gewicht van die neuskegel niet zou compenseren.
Van gewicht gesproken: de nieuwkomer is 50 gram lichter dan de voorganger, waardoor het frame in maat 56 nu op 828 gram komt en de vork op 330 gram. Dat is een lichte combinatie maar dan moet je er nog de 400 gram wegende Future Shock bijrekenen. Toch klokt de complete S-Works af op een zeer nette 7,3 kg. Het 10r-frame dat je vindt in de Pro tot het basismodel is maar 120 gram zwaarder, wat dat een zeer valabele optie maakt.
Uitvoeringen & prijzen
S-Works Roubaix SL8 met Sram Red AXS, Roval Terra CLX II (7,3 kg): 14.000 euro
Roubaix SL8 Pro met Sram Force AXS, Roval Terra CL II (8,1 kg): 9000 euro
Roubaix SL8 Expert met Sram Rival AXS, Roval Terra C (8,6 kg): 6500 euro
Roubaix SL8 Comp met Shimano 105 Di2, DT Swiss G540 (8,9 kg): 4800 euro
Roubaix SL8 Sport met Sram Apex AXS XPLR, DT Swiss G540 (8,9 kg): 4000 euro
Roubaix SL8 Sport met Shimano 105, DT Swiss G540: 3800 euro
Roubaix SL8 met Shimano Tiagra, Axis Elite Disc (9,46 kg): 2800 euro
De aparte frameset in de knappe kleurstelling Metallic white sage/ink/white sage kost 5500 euro.
Eerste indruk
Specialized stelde de nieuwe Roubaix in Cascais, Portugal, aan de pers en dealers voor. Ultrafietser Jack Thompson was daar eveneens uitgenodigd en niet zomaar. Toen de fabrikant aan hem vroeg om 180 testuren te maken met de nieuwe Future Shock, kwam hij na een week al terug met de resultaten. Kortom: deze man fietst, en veel. Vanuit zijn woonplaats in Girona had hij de 1500 kilometer naar Cascais met de nieuwe Roubaix SL8 en 35 mm brede S-Works Mondo-banden overbrugd. Hij was dus al overtuigd van het nut van deze comfortracer, nu was het aan de verzamelde fietspers om de voor- en nadelen te ondervinden.
De eerste rit ondervonden we vooral dat Portugal wel mooi maar niet altijd zonnig is. Grijs, mistig en bakken regen konden ons er niet van weerhouden om de heuvels ten westen van Lissabon, in de regio Sintra, te bedwingen. We draaiden de knop van de Future Shock helemaal naar links tijdens de lange, eerste klim en genoten van de efficiëntie van de S-Works Roubaix SL8. We hadden allerminst het gevoel dat er energie verloren ging, zelfs niet toen we recht op de pedalen gingen staan. Nog tijdens de klim draaiden we de knop helemaal naar rechts en stonden we nog eens recht. Resultaat: we voelden wel wat deining op en neer maar niets dat we als vervelend konden omschrijven. Hetzelfde idee hadden we tijdens acceleraties op het vlakke. Zelfs als we stevig aan het stuur trokken en de fiets heen en weer slingerden tijdens een sprintje, vonden we de deining meer dan acceptabel. Vaak hoor je als opmerking bij een Specialized met Future Shock dat de vering te voelbaar is bij het sprinten, maar dat is vooral bij mensen die het stuur eerder optrekken tijdens de sprintbeweging dan dat ze het heen en weer gooien, zo merkten we.
Waar de Roubaix uitblinkt, is vanzelfsprekend op slecht wegdek. We zochten de rechterkant van de baan op en leidden de fiets over de vele bulten van boomwortels en putten van losgekomen asfalt. Het blijft fenomenaal om te merken hoe de Future Shock de angel uit elke impact haalt. Je ziet de rubberen afdichting samendrukken telkens wanneer het systeem een klap opvangt en dat betekent dat je armen in alle rust het stuur kunnen vasthouden. De belasting op je schouders en nek wordt geminimaliseerd, terwijl je de controle gemakkelijker kan behouden. Dat laatste merk je in moeilijke afdalingen, die bezaaid liggen met putten en bulten.
We daalden op de natte, verraderlijke wegen met veel vertrouwen. Het is te zeggen: we hadden meer vertrouwen in de fiets dan in enkele van onze collega’s die voor ons reden. Dat kwam uiteraard ook deels door de 32 mm brede S-Works Mondo-banden die veel grip boden maar zeker ook door de soepelheid waarmee de Roubaix van de ene naar de andere bocht laveerde.
Voor de tweede rit lieten we een spacer toevoegen bovenop de zwarte veer. Het verschil was subtiel maar voelbaar en toonde aan dat het wel loont om wat te spelen met de afstelling van de Future Shock. Belangrijk voor de fietsers die lager willen zitten door middel van een negatieve stuurpen: je kan die monteren met behulp van een shim. Daarna vervingen we nog de zwarte (medium) veer door de hardere gele veer en dat verschil was nog veel duidelijker. Voor ons lichaamsgewicht van 75 kilo voegde die harde veer te weinig comfort toe, terwijl de standaard, medium veer wel duidelijk zijn werk deed. Trouwens, bij Specialized lieten ze weten dat Yves Lampaert en Kasper Asgreen een paar dagen eerder de nieuwe Roubaix SL8 hadden getest op de kasseien en dat ze geen aanpassingen wilden aan de standaard veerinstellingen of aan de geometrie – bij de vorige versie was er nog een speciale Race-geometrie. Wat ze effectief zullen kiezen voor Parijs-Roubaix volgend jaar zal pas later worden beslist.
De Roubaix SL8 lijkt heel hard op zijn voorganger – dat kan je niet ontkennen – en bevat weinig grote innovaties maar bouwt verder op wat al een uitstekende comfortracer was. De mogelijkheid tot bredere banden is mooi meegenomen en zelfs de montagepunten voor spatborden, derde bidonhouder en bovenbuistasje voegden geen gewicht toe, integendeel. Het is een enorm comfortabele fiets gebleven die efficiëntie hoog in het vaandel draagt. De verbeterde Future Shock is nu nog betrouwbaarder geworden en kan in principe een fietsleven lang meegaan. Bovendien hebben we zelf kunnen zien hoe eenvoudig het is om een aanpassing aan de veerinstellingen te doen én zijn alle benodigdheden meegeleverd. Eveneens aangenaam is dat het gewicht de pan niet uitswingt. Een soepele en toch efficiënte comfortracer met een voldoende lage gewicht en vinnig rijgedrag: dat levert bij ons opnieuw de titel ‘aanrader’ op.