Neem nu mijn ‘tijd’ in de (alweer snikhete) Maratona dles Dolomites 2010. Officieel 5 uur 47’28” over de 138 km. Niet echt om over naar huis te schrijven als je gewoon de getallen bekijkt. Zeven minuten trager dan vorig jaar, als ik me goed herinner. Gebuisd dus. Loser! Wereldkampioen bij de journalisten onwaardig. Toon eens wat meer grinta, hé man. Ik begrijp u, beste lezer. Ik zou ook zo (ver)oordelen als ik een dergelijke tijd voor ogen zou krijgen. Een tragere tijd dan in 2009 dus. En toch ben ik méér tevreden dan één jaar terug. Hoe verklaar je dàt? Nee, niet omdat ik een jaartje ouder ben en ik zou kunnen leven met mijn beperkingen. Er is een andere reden. Héél simpel: in 2009 was er rond deze tijd sprake van enige ‘vorm’. Nu is die in de beginfase. Knieproblemen hebben dit jaar alles vertraagd. Ik heb achterstand. En dan is ‘uit vorm’ zeven minuten trager zijn dan ‘in vorm’ een resultaat waarmee ik kan leven.
Voor het eerst heb ik eens genoten van de Dolomieten. Was me tijdens mijn vorige edities van de Maratona nog niet overkomen. Het decor van de Passo Pordoi vind ik eigenlijk ongeëvenaard. En ik heb al in vele berglandschappen gefietst. Eén ding is net hetzelfde gebleven als vorig jaar: de steilte van de Passo Giau. Of, in mijn geval, de Passo Auw. Nee, die kl***berg ligt me niet. En zal me nooit liggen. Ik zocht en vond geen ritme (klimmers weten wat ik bedoel), ik worstelde met de hitte en snakte naar water (al die suikerdranken, wat een plakkerig gedoe). Kortom, ik heb een blauwtje gelopen op de Giau: aan de vooravond van de Maratona had ik nog mijn liefde verklaard aan dat Gedrocht maar die blijft, achteraf beschouwd, dus onbeantwoord. Nog fait divers van tijdens de rit… Gestopt in de afdaling van de Passo Sella om de schade op te meten toen er een voorligger hard tegen de vangrails smakte (hij werd afgevoerd met de ambulance). En tijdens de tweede passage op de Passo Campolongo ben ik er dan wonderwel in geslaagd om een lens uit mijn linkeroog te vegen. Niet prettig. Ik fietste de tweede helft van de Maratona dan maar als een cycloop rond.
Ondanks de Passo Auw blijf ik de Maratona dles Dolomites toch een knalorganisatie vinden. Live op Rai 3, een zegen van de pastoor voor de start, een heuse koerssfeer (op z’n Italiaans), een verkeersvrije omloop (= knallen in de afdalingen!), op en top waar voor je geld en… de Dolomieten om je heen. Wat wil een fietser nog meer? Of ik volgend jaar terugkom, weet ik nog niet. Misschien. Maar dan is er één voorwaarde aan verbonden: als ik terugkom, wil ik eens in een supervorm verkeren. Dan wordt ‘vierkant draaien’ eindelijk eens ‘klimmen’ in de ware zin van het woord. Begin juli in vorm zijn is me eigenlijk nog nooit gelukt. Supervorm komt in mijn geval doorgaans begin augustus. Ik ben een man van het najaar. Om daar ook dit jaar in te slagen, heb ik nog werk. De volgende acht dagen verblijf ik niet toevallig in Bormio, aan de voet van de Stelvio en op een steenworp van Livigno, een gekend stageoord voor de niet-Tourrenners in deze tijd van het jaar. Ook Philippe Gilbert is er vanaf volgende week. Doelstelling: hard trainen in Italië om top te zijn in het najaar. Awel, ik ben van plan om ook eens een ‘Gilbertke’ doen.