Bij de absolute meerderheid van ons Belgenlandje en omstreken ligt dé kassei al een week als een baksteen op de maag. Een zure kei van ‘verdomme net niet’ die maar moeilijk verteert. Al blijven we nog even met een kater zitten, onze trotse Tornado heeft er alles aan gedaan om zijn vijfde te veroveren. Zelden geziene verbetenheid, blakend van vertrouwen, oogstrelend botsend in de hel. Het mocht niet zijn, maar Vlaanderens poulain heeft lik op stuk gegeven. En hoe! Die rotstroken richting Roubaix liegen niet. Als je zo over verhakkelde wegen knalt kan er geen sprake zijn van stoppen. Afgeschreven? No way!
Terug naar die vervloekte brok graniet dat onze kampioenen maakt of kraakt. Op kasseien wordt kaf pas écht van het koren gescheiden. Zonder kasseien geen ‘Vlaanderens Mooiste’ of ‘Hel van het Noorden’. Geen ‘Monsieur Paris Roubaix’, geen ‘wraak van De Leeuw’. Helden worden geboren op deze koude kinderkoppen. Zo heb ik heb, samen met duizenden wielerfanaten een onmetelijk respect voor al wie over deze stenen vliegt zonder te verpinken. Zelf gaan dokkeren, dat is dan weer wat anders…
Meermaals, met goede moed en volle snelheid, stoof ik in mijn achtertuin de Paddestraat en Lippenhove op. Handjes los op het stuur. Check. Fiets het werk laten doen. Check. Tred en snelheid hoog en ver voor je kijken. Check en check! Ha, wat is de theorie mooi. De conditie mocht nog de hoogste toppen scheren, ik reed me steevast te pletter op die rotdingen. Eén iets liet ik liggen in de Paddestraat; de liefde voor kasseien. Het was al langer duidelijk dat onze relatie geen lang leven was beschoren, maar te midden van de Velzeekse velden, kuste ik ze definitief vaarwel.
Ik wil, in mijn verdediging, even wat misvattingen over deze blokken de wereld uit helpen.
#1 Kasseien zijn niet sexy! Ook al vertoont het graniet hier en daar ronde welvingen en krijg je snel warm bij een toevallige ontmoeting… Ze zijn keihard, ijskoud en venijnig. Ontworpen om menig fietsritje te laten eindigen in regelrechte miserie. Niet voor niets heet de hemel der kasseien; ‘De Hel van het Noorden’.
#2 Over kasseien kun je niet ‘vliegen’. Nu niet, nooit niet. Alleen #indetijdvanroger misschien, maar dan ook enkel Roger. Hotsen, botsen, dokkeren en ketsen lijken mij meer gepast… vliegen niet.
#3 In het zepke bolt het beter. Ha, welk zepke?
#4 Kasseiklassiekers zijn heroïsche koersen… om naar te kijken! Ik zal Paris-Roubaix dan toch nooit winnen. Bij deze schrap ik ze definitief van mijn bucketlist.
En mijn beste Tom, je gaat sowieso door die grote poort naar buiten. Maar als je dat volgend jaar met je vijfde steen zal doen, geef je jezelf het opperste cadeau. Je bent – samen met Fabian – hét model van de moderne klassieke coureur geworden. Een knappe kampioen met een buitengewoon hoge aaibaarheidsfactor. Een fantastische atleet met tonnen grinta, stijl op overschot en een schijnbaar onuitputtelijk relativeringsvermogen. Veeleisend voor jezelf, vergevingsgezind voor je ploeg. Een idool, een voorbeeld voor de jeugd. Altijd galant, altijd beleefd. Altijd boomen, altijd Boonen! Tommeke, gun ons nog minstens één keer het schreeuwen en springen in de zetel op een aprilse zondag, je verdient het.