De fietspositie en wegligging zijn gericht op comfort zonder dat dit ten koste gaat van het Cervélo-racefietsgevoel. De staande achtervork is verlaagd, net als bij de Aspero, waardoor de achterdriehoek scherper en verticaal flexibeler is. Tegelijkertijd is de onderbuis iets stijver om de wegligging, waar de Caledonia om bekend staat, te behouden. Je kunt nog steeds grote banden (36 mm) monteren en de spatbordbevestigingen zijn nog een bewijs dat het bij deze fiets om gebruikscomfort te doen is.
De grootste vernieuwing is het geïntegreerde opbergvak in het frame, dat voor het eerst werd gebruikt op de nieuwe P-Series. Het is geen bagageruimte, maar biedt ruimte voor een multitool, binnenband en CO2-patroon. Uit het zicht, tot je een leegloper hebt. De klep is gemakkelijk te verwijderen, zelfs als je handschoenen draagt – gewoon de sluiting omdraaien en trekken. Het gewicht van de klep is zo laag mogelijk gehouden en sluit niet op het frame, maar op zichzelf. De deur is symmetrisch, waardoor je de bidonhouder omhoog kunt monteren, zodat er ruimte is voor twee bidons. Je kunt de deur ook omdraaien, hierdoor heb je een lager zwaartepunt, maar is er ruimte voor één bidon. Dit gaat ten koste van de ruimte die de bidonhouders hebben, maar met behoud van de aerodynamica én 40 gram gewichtsbesparing.
De Caledonia is ontwikkeld en getest met de Reserve 42|49-wielset. De 42|49 is gebruikt in races zoals Parijs-Roubaix en de Giro d’Italia. De set komt net als het frame met een levenslange garantie.
De frameset kost 4799 euro, terwijl de uitvoering met Rival AXS op 5999 euro komt. Daarna volgen de Force AXS (7999 euro), Ultegra Di2 (7999 euro), Dura-Ace Di2 (11.999 euro) en Red AXS (12.999 euro). Elke uitvoering komt met een powermeter, enkel de Rival heeft niet de carbon Reserve-wielen.