Deel dit artikel:

BMC Teammachine R01 is uitgebalanceerd kroonjuweel

Wanneer het Zwitserse BMC je uitnodigt voor een vierdaagse in de marge van de Ronde van Lombardije, dan weet je dat het menens is. De Teammachine R01 is geen passant, het is het nieuwe topmodel dat het beste van andere BMC-modellen moet combineren. Een eerste impressie…

Het wielermuseum dat zich situeert vlakbij de iconische kapel op de Madonna del Ghisallo in Magreglio, is de plek waarop BMC zijn Teammachine R01 reveleert. Nu ja, ‘reveleert’… wie goed oplette, zag tijdens de voorbije rittenkoers Dauphiné reeds de Australiër Ben O’Connor, kopman bij AG2R, rondfietsen (zie foto) op een gitzwarte bolide waarvan we de vormen nog niet hadden gespot in het BMC-assortiment. Op de schuine buis stond ook niet BMC maar #createspeed. En daar is het ‘m bij BMC vooral om te doen geweest bij de creatie van de Teammachine R01: een betere aerodynamica nastreven. “Eén van de doelstellingen was dat deze Teammachine R01 sneller moest zijn dan onze bestaande aerobike, de Timemachine”, klinkt het tijdens de presentatie. Maar dat was niet het enige target. De nieuwe Teammachine moest ook minstens even stijf zijn als én geen 50 gram zwaarder zijn dan de Teammachine SLR, de huidige lichtgewicht allrounder binnen het BMC-gamma. En nog: de Teammachine R01 – waarbij de ‘R’ in de naam trouwens staat voor ‘Racing’ – moest een betere en directere krachtoverbrenging garanderen en op het vlak van laterale stijfheid mocht het nieuwe frame niet inboeten ten opzichte van de bestaande modellen. Kortom: ambitieuze targets waarvan de BMC-ingenieurs vooraf zelf dachten dat het misschien wel te hoog gegrepen zou zijn om ze te verwezenlijken.

Knowhow uit de Formule 1

Wanneer de spots aanschieten en de twee geëtaleerde Teammachines verlichten, krijgen we een vette fiets te zien. Enfin, dat vind ik. Duidelijk nieuwe, meer uitgesproken buisvormen – dankjewel UCI voor het flexibeler maken van bepaalde regels – met een compleet hertekend balhoofd, een druk bewerkt bottom bracket, een nieuwe Halo voorvork (waar bandjes tot 30 mm in gemonteerd kunnen worden) en een bovenbuis die versmalt naargelang ze de zitbuis nadert. “Zowat alles is nieuw aan deze fiets”, klinkt het. “Behalve de geometrie. Daar houden we vast aan het vertrouwde gevoel die onze geometrie aan fietsers, zowel pro’s als amateurs, aanbiedt.” Los van de geometrie die staat als een huis, is de rest aan de Teammachine R01 ooit begonnen met een blanco blad. De BMC-ingenieurs konden daarbij rekenen op wat knowhow uit de Formule 1. Met name Red Bull Advanced Technologies dat van de wagen van Max Verstappen een raket moet maken, leende zijn expertise aan BMC om tot snellere, meer aerodynamische buisvormen voor het Teammachine R01-frame te komen. Al die hertekende, gestroomlijnde en soms oversized buisvormen zorgen ervoor dat een complete Teammachine R01, mét fietser en uitrusting erop, fietsend met een snelheid van 45 km/uur, 3,5% sneller is dan de Teammachine SLR en 1,9% sneller is dan de Timemachine. Cijfers die meteen ook de dood van de Timemachine inleiden: het frame zal uit het assortiment van BMC verdwijnen.

Een complete aerobike voor 7 kg

Aerodynamica én gewicht: daar draait het om in de hoofden van de renners. “Niet alleen Tudor-sprinter Arvid De Kleijn is in de wolken, zelfs de klimmers bij Tudor en AG2R zijn dat.” De Teammachine R01 is dus niet alleen een aerobike, het is meer dan dat. “We wilden geen compromissen sluiten. Vijftig gram zwaarder, meer mocht een 54-frame niet wegen ten opzichte van de Teammachine SLR, de lichtste fiets die we nu hebben bij BMC.” Ook die ambitie werd waargemaakt: met een frame van 910 gram, een vork van 395 gram, een zadelpen van 155 gram en een SRAM Red/DT Swiss-afmontage komt de duurste versie (LTD) van de R01 op 7 kilogram (zonder de geïntegreerde bidonhouders). En dus is BMC trots een complete aerobike te presenteren die 7 kilogram weegt. Als je weet dat 6,8 kilogram de UCI-limiet is, dan is dat heel scherp voor een aerobike, daar de meeste aerobikes net wél een compromis toelaten op het vlak van een (vervelend) supplement aan grammen. Meteen neemt Fabian Cancellara, BMC-ambassadeur en de grote man achter het Tudor-profteam, het woord. “Kijk, ik ga hier geen marketingpraatjes verkopen. Toen ik voor het eerst op deze fiets stapte, voelde ik ‘het’ meteen. Ik ben er zeker van dat jullie dat straks zelf zullen bevestigen.” Met de Teammachine R01 wilde BMC naar eigen zeggen ‘de ultieme racefiets’ creëren, eentje die sneller is dan de Timemachine en eentje die performanter is dan het huidige vlaggenschip SLR waarvan ze voor de gelegenheid een aantal historische bikes in het Ghisallo-museum hebben neergepoot. De ultieme racefiets dus… Hebben we al vaker gehoord. Tijd voor een ritje. In afwachting van de Granfondo Lombardia op zondag, kon ik twee ritjes met de Teammachine R01 afwerken. Op zich voldoende om enkele eerste bevindingen neer te schrijven.

Op Lombardische wegen

In de regio van de klassieker van de vallende herfstbladeren, weet je dat je een veeleisend terrein voor de wielen krijgt geschoven. Een veelal glooiend terrein met hier en daar een pittige helling. Ook op de verkenningsrit, deels langs de boorden van het Comomeer was dat het geval. Starten doen we op de top van de Ghisallo. Wanneer ik de fiets optil – de mijne is maatje 56 en heeft de duurste afmontage – ervaar ik het gewicht als meer dan prettig. Zeker wanneer je pure aerobikes in het achterhoofd houdt: die zijn doorgaans toch een pak zwaarder. De eerste meters geven al meteen aan: dit is thuiskomen, deze geometrie bevalt me enorm. In een ver verleden was ik eens op een BMC-presentatie in de regio van de Mont Ventoux, waar wijlen Andy Rihs, indertijd de grote patron van BMC, een hotelcomplex tussen de wijngaarden had neergeplant. Toen al, dat herinner ik me, kon de BMC-geometrie me pleasen. Dat vertrouwde gevoel zorgde er ook meteen voor dat ik met enigszins vertrouwen aan de afdaling van de Ghisallo, richting Bellagio, kon beginnen. Deze Teammachine stuurt precies, met dank aan de hoge laterale stijfheid van het frame én de geïntegreerde ICS Carbon Aero Cockpit, ook een BMC-ontwikkeling die we al op de Timemachine en de Kaius-gravelbike zagen. Op perstrips wordt ook altijd wat ‘gekoerst’ tussen de aanwezige journalisten en bij al die explosieve manoeuvres was de Teammachine R01 een trouwe gezel die elke pedaalstoot omzette in een stuwende kracht naar voren. Of ie nu werkelijk meer aero is dan de andere BMC-modellen, kan ik moeilijk bevestigen. Maar dat ie als een trein, nee TGV, aanvoelde en liep, staat buiten kijf. Dus ook op dat vlak: check. Eigenlijk voelt de Teammachine R01 als een racebeest dat volledig in balans is, op alle fronten. Je hoeft geen bokkensprongen van deze fiets te verwachten. Nee, het is een uitgebalanceerde racer die veel vraagt van zijn rijder maar ook véél teruggeeft. En da’s net waarnaar veel sportief en competitief georiënteerde fietsers op zoek zijn.

En het prijskaartje?

Dat is niet min, dan had u al in de mot. De R01 is het nieuwe kroonjuweel van BMC en daar moet je wat voor over hebben. Ergens wel verklaarbaar als je weet hoeveel tijd, energie en centen BMC stopte in de ontwikkeling van dit frame. Vijf jaar heeft het geduurd om van een wit blad tot het huidige resultaat te komen, krijgen we te horen. Tja, dan moet iemand die rekening betalen. De consument dus. Helaas ja, ook al zal die ongetwijfeld maximaal veel plezier beleven aan zijn of haar aankoop. De R01 komt in vier varianten: de LTD (mijn testfiets) met SRAM RED eTap AXS voor 14.999 euro; de TWO met Shimano Dura Ace Di2  voor 13.999 euro; de THREE met SRAM Force eTap AXS voor 9.499 euro; en de FOUR met Shimano Ultegra Di2 voor 8.999 euro. Als frameset kost de R01 5.999 euro.

Gerelateerde artikels