Deel dit artikel:

Alles 'multi'!

Ik heb het persoonlijk nogal voor coureurs van het genre Sven Nys of Filip Meirhaeghe. Coureurs die gewoon álles aanpakken. Meirhaeghe heet een mountainbiker te zijn, maar leeft zich net zo goed uit in pistemeetings, pikt ‘s winters een paar cyclocrossen mee, start een dikke maand later als wegrenner in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix en rijdt die nog uit ook. Met Sven Nys gaat het precies dezelfde kant op. De veldritkampioen en ex-BMX’er stortte zich de voorbije maanden op het mountainbiken. En volgens een persbericht van zijn nieuwe sponsor gaat hij vanaf 2010 weer vaker op de weg koersen. Wil Nys zijn teamgenoot Meirhaeghe helemáál achterna, dan moet hij weliswaar ook nog naar een concours als ‘Sterren op de Dansvloer’.

De weg en de baan, cyclocross en mountainbike. ‘Multidisciplinair zijn’ heet zoiets. Zo verbazingwekkend is het niet. Multicultureel, multimedia, multinational, tot multivitaminen toe. Alles gaat tegenwoordig multi. En het wielrennen kan daar niet in achterblijven. Al vraagt een mens zich af hoe je al die fietsen en parcours uit elkaar houdt. En op welke manier je dat ervaart. Met eenzelfde onwennigheid als de bestuurder van een blitse Lamborghini Gallardo Spyder die plots hoog achter het stuur van een slome tractor zit? Als een piloot van een Boeing 747 die voor de verandering plaats moet nemen achter de knuppel van een zweefvliegtuigje?

Dat voortdurend overschakelen van weg naar veld naar baan en omgekeerd, het is alleszins niet weggelegd voor een renner van het verwarde type. Voor de Oscar Freire’s van deze wereld, zeg maar. Zo’n multicoureur moet ’s ochtends al aardig wakker zijn om de deur uit te gaan met het juiste vehikel voor de gepaste training of de juiste wedstrijd. Die hoeft tussen de Muur en de Bosberg niet te vrezen voor balkjes. Die steekt voor de Druivencross beter geen acht kilo druk op zijn bandjes. En die moet vooral beseffen dat er aan zo’n pistefiets geen remmen staan.

Is het overigens wel goed, dat switchen van verschillende wielerdisciplines? Erik De Vlaeminck vindt alleszins van niet. “Wil Nys nog meespelen in het veldrijden, dan moet hij dringend met dat mountainbiken stoppen.” Dat zo’n opmerking precies van Erik De Vlaeminck komt! Die wisselde van fiets en discipline als een charmezanger van kostuum. Net als zijn broer Roger trouwens, ongetwijfeld de grootste multidisciplinair aller tijden. Getuige daarvan zijn palmares met een hele rij klassiekers en rittenwedstrijden, titels in het veldrijden én zeges in zesdaagsen.

Het laat mij bij deze het idee ontluiken voor een gewaagd, zij het logisch totaalproject. Een wereldkampioenschap ‘multirennen’. Want als je dezelfde renners een wegwedstrijd van 250 km én een klimtijdrit op l’Alpe d’Huez, een mountainbikerace, een cyclocross, desnoods een wedstrijd downhill laat rijden én hen ook nog eens de piste opstuurt voor pakweg een achtervolging en puntenkoers, snelheids- en keirintornooi, en je maakt daar een totaalklassement van, dan wordt toch duidelijk wie écht de beste is? Wel, heren van de UCI, waar wacht u nog op? Laat Tom Boonen in Houffalize mee tussen de keien, moddersporen en de rotspunten laveren, Bart Wellens hoog door de bochten van het Gentse Kuipke schuren, Iljo Keisse met de crossfiets op de rug de hoogste duinen van Koksijde opklauteren. Hoe ver zullen ze komen in zo’n multi-WK, de Bettini’s en de Valverde’s? Maken ze kans op zo’n regenboogtrui, Cancellara, Sastre en de broertjes Schleck? Komaan, heren van de UCI, het levert jullie de spannendste competitie aller tijden op. Gewoon doén!

(Patrick Cornillie, Grinta! 10, 2008)

Gerelateerde artikels

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE