Het is niet alleen zijn enorme vermogen dat me wegblaast. Niet alleen zijn imposante verschijning. Niet alleen die glimmende supervorm die hij op zijn hoogdagen uitstraalt. Het is niet alleen zijn mentale oerkracht die hem ‘hors catégorie’ maakt. Er is méér aan de hand. In 2006, twee weken voordat hij zijn eerste Parijs-Roubaix won, liet ik Cancellara een blonde Leffe drinken voor de start van de Brabantse Pijl in Zaventem. Het was weliswaar ‘voor de foto’ maar hij deed meer dan nippen. Het schuim stond ‘m aan de lippen. Het typeert hem: als hij iets doet, doet hij het ten volle, met overtuiging.
Cancellara is de ambassadeur van de ‘grinta’. Geloof maar dat hij, de polyglot, het woord kent. Hij past het in elk geval geregeld in de praktijk toe. Wat zo innig mooi is aan Cancellara, zijn niet zozeer die overwinningen op zich, zijn niet zozeer die streepjes achter zijn naam. Maar wel de manier waarop hij het klaart. Alles kaputt fahren, weet je wel?
Nooit vergeet ik de passage over de Koppenberg tijdens de Ronde van Vlaanderen 2009. Het draaide al dat hele voorjaar in de soep voor Cancellara. Ook op de puist van Melden waar hij stond geparkeerd door een afgeknakte ketting. Cance maakte rechtsomkeer, de dieperik in, keilde zich de steile Koppenberg af. Met de ketting niet achtergelaten in de berm maar… over zijn brede schouderpartij gedrapeerd. Superman is ook nog eens een propere fietser. Hallelujah! (bis)
(Frederik Backelandt, Grinta! 19, 2010)