Deel dit artikel:

Wintertraining

Wat doet een fietser in de winter? Languit op de zetel liggen zappend tussen realityseries en kookprogramma’s, de keuze wordt steeds moeilijker met digitale tv. De verveling slaat toe, de keukenkast en de frigo lonken en voor je het weet ben je alweer aan de chips en de pintjes. Slecht weer en regen doet vettig eten. Ik heb er zelf ook af en toe last van, chocolade en speculoospasta zijn moeilijk  te weerstaan. Maar dode-zetel-momenten heb ik nauwelijks, op mijn enige rustdag doe ik boodschappen. Mijn lichaam staat erop om elke dag beloond te worden met een fysieke inspanning.

Maandag en vrijdag ga ik mezelf meten met de plaatselijke krachtpatsers. Zij heffen 100 kilogram terwijl ik als iel frêle meisje amper 20 kilo til. Eerst stond ik wat afzijdig tegenover krachttraining. Maar eigenlijk is het best aangenaam. Niet-fietsen zorgt voor afwisseling en de BBB zones worden steeds strakker. Ideaal voor dames zoals ik die geen aanleg hebben voor ritmische gymnastiek. In de fitness lijkt de krachthonk nog steeds ‘men only’ maar de ervaring leert dat dames er meer dan welkom zijn.

Op dinsdag mag ik mezelf eens laten gaan op de Tacx. Eén maal per week maximaal tweeëneenhalf uur tempo-intervaltraining. Niet overdreven in vergelijking met voorgaande jaren. Ik had ooit eens een Tacxverslaving. Toen ik amper 5 km van het werk woonde, reed ik elke morgen om halfzeven een uurtje op de Tacx. Nu ben ik afgekickt door de extra kilometers woonwerk.

Woensdag en zondag ligt de nadruk op lange duur. En zaterdag dan is het feestdag. Op zaterdag maken we met de buddy’s de plaatselijke  toertochten onveilig. In de winter wordt het spel even hard gespeeld als in de zomer. Nadien wordt er nagepraat, tussen Leffe en voor mij een cola, over technische fouten en demarrages. Heroïsche weersomstandigheden, koude en onmogelijke modderstroken blijven eeuwig in het geheugen gegrift. Die herinneringen draag je mee naar de zomer. Zonder winter heb je ook geen zomer.

(Edith Vanden Brande, Grinta! 17, 2010)