Deel dit artikel:

100% Getest: Fulcrum Wind 57 versus Fulcrum Speed 57

Elke recreant kent het dilemma: gaan voor een product uit het hoogste segment of eentje net daaronder? Maakt die meerprijs voor ‘the top of the bill’ echt het verschil? Onze man goot die vraag in een praktijktest van Fulcrum-wielen, waarbij hij de Speed en de Wind allebei in de 57-mm-uitvoering testte en uitzocht of het prijsverschil van 600 euro zich daadwerkelijk liet voelen.

De Speed- en Wind-wielen zijn de meest hoogstaande producten in Fulcrums gamma voor de weg. Vorig jaar werden deze wielen allebei volledig herontworpen waarbij zowel de prestaties als de graphics opnieuw onder de loep werden genomen.

De Wind (1436-1445 euro) als het kleine broertje van de Speed (2249 à 2267 euro, naargelang body) beschouwen, zou een verkeerde opvatting zijn, zo drukten de vertegenwoordigers van Fulcum mij op het hart toen ze met het voorstel kwamen om beide wielsets met elkaar te vergelijken. De twee wielsets zijn ontworpen om aan verschillende behoeften te voldoen en prestaties te leveren voor twee verschillende soorten fietsers.

De velg van de Wind ziet er eveneens knap uit.

De Speed richt zich op competitieve prestaties, terwijl de Wind zich meer richt op het creeëren van de beste rijeigenschappen voor wat men ‘endurance’-gebruik noemt, dat wil zeggen met meer nadruk op uithouding dan op prestaties. Nog een factor in het prijsverschil is de afwerking, die bij de Speed net dat tikkeltje verfijnder is: een coating bij de Wind, gevormd vanuit een mal bij de Speed.

De velg

Op het eerste gezicht lijken beide wielen quasi gelijkaardig te zijn. Dat komt omdat het enige component dat ze gemeenschappelijk hebben ook het meest duidelijke is, namelijk het design van de velg. Beide hebben een carbon velg met een binnenbreedte van 23 mm en een buitenbreedte van 29,3 mm.

De afwerking is dan weer verschillend, ook al lijkt dat in eerste instantie niet zo. De Speed is opgebouwd uit Fulcrums FF100-vezels, een mix ontworpen voor prestaties en een laag gewicht, wat een reactief en erg precies rijgevoel oplevert. Geen spatje spierkracht mag verloren gaan, dat is het uitgangspunt van deze samenstelling. De FF80-vezels die we in de Wind terugvinden, zijn veelzijdiger en gemaakt om oneffenheden in het wegdek beter op te vangen, wat een meer vergevingsgezind wiel oplevert met een betere bestuurbaarheid over hobbelige oppervlakken.

Dat laatste kunnen we bevestigen. Tijdens de testrit op de Speed-wielen stuiterde de bidon een drietal keer uit de bidonhouder door de extreme stijfheid van zowel wiel als fiets, de Basso Diamante. Het noopte zelfs tot het aflaten van de bandendruk in de zoektocht naar minder gestuiter. Dan gaf de Wind meer dempend vermogen en minder het gevoel dat elk steentje op het wegdek het stuur deed trillen.

De Speed 57 ademt snelheid, zelfs in stilstand.

Beide wielen zijn beschikbaar in twee hoogten: 42 en 57 mm. Ik had het geluk de hoogste uitvoering te mogen testen, die meer aerodynamisch is, nog meer dat heerlijk zoevende geluid maakt bij het optrekken en minder geschikt is voor lange afstanden en voor beklimmingen. Althans, dat is wat Fulcrum er zelf over zegt. In de praktijk had ik nooit het gevoel over te ‘harde’ wielen te beschikken tijdens het klimmen, ook niet over een zes kilometer lange klim, waarbij ik regelmatig uit het zadel moest. Het gaf net een aangenaam en geruststellend gevoel dat ik hierbij merkte dat elke pedaaltrap in opwaartse kracht resulteerde. Misschien was een lagere velg iets comfortabeler geweest, wie weet, maar de hoge velgen ervaarde ik zeker niet als storend of ongemakkelijk.

De spaken

Het type spaken en hun patroon spelen een cruciale rol in hoe de wielen zich gedragen. Beide hebben 24 spaken maar het grootste verschil is dat die van de Speed-wielen aerodynamisch en plat zijn en die van de Wind traditioneel en rond van vorm. Bij de Speed staat alles in het teken van gewichtsbesparing en verhoging van stijfheid terwijl het constructiepatroon van de Wind meer schokdempend werkt.

Van dit aspect kunnen we wel degelijk bevestigen dat er een verschil is in rijervaring. De Speed-wielen stuwen je werkelijk vooruit. Ze maken het makkelijk om snelheid te maken en het kost weinig moeite om die snelheid ook aan te houden. Op de Wind-wielen voel je dan weer minder dat je wordt ‘teruggeduwd’ als je optrekt, ook al voelen ook deze wielen nog bijzonder stijf aan.

De naven

USB-keramische lagers moeten dat spatje extra voordeel geven aan de Speed.

Ook het verschil in de naven is zichtbaar met het blote oog. De Speed-naven zijn meer high-end en gericht op maximale aerodynamica en prestaties bij een zo laag mogelijk gewicht. Zo zijn deze naven uitgerust met keramische lagers van het USB-type in cup & cone die een ‘smooth’ rijgevoel stimuleren. Het naafsysteem is trouwens uitgerust met een aluminium as van dezelfde kwaliteit als in de luchtvaartindustrie, zo meldt Fulcrum. Die maakt het mogelijk om te werken met uiterst kleine toleranties, wat zorgt voor uitstekende prestaties en duurzaamheid.

De aluminium naven van de Wind-wielen zijn niet keramisch en hebben een ander ontwerp, met eenvoudigere vormen en scherpere randen en ook versterkte spaakbeddingen om onder alle omstandigheden aan hoge belastingen te kunnen weerstaan. De industrieel gesealde lagers bieden dan weer een eenvoudige oplossing tegen slechte weersomstandigheden.

De naven van de Wind zijn iets minder verfijnd.

Hoewel deze naven qua uiterlijk dus wel duidelijk van elkaar verschillen, merkten we tijdens de testrit weinig verschil in rijgedrag. Het verschil in aerodynamica is immers moeilijk waar te nemen bij zulke kleine componenten. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook de meerwaarde van de keramische lagers in rijgedrag verwaarloosbaar is. Bij beide wielen kan je de voorbelasting van de lagers afstellen, om speling te elimineren, slijtage te voorkomen en de soepelheid te maximaliseren.

Conclusie

Alle bovenvermelde aspecten creëren volgens de fabrikant een duidelijk verschil in karakter tussen de twee wielen, al is dit verschil in de praktijk, wat ons betreft, niet zo significant. Volgens de labotests van Fulcrum zelf scoort de Speed 57 met 6 procent beter in reactiviteit ten opzichte van de Wind 57. Die laatste wint het dan weer op weggedrag, waarin het 4 procent hoger scoort dan de Speed.

Die procentjes zijn uiteraard moeilijk te verifiëren als je zelf op de fiets zit, maar het globale idee dat het ene wiel net dat tikkeltje sneller en stijver is dan het andere, dat op zijn beurt dan weer ietsje comfortabeler is, kunnen we wel bevestigen. Maar dat je met het laatste wiel tekort zou schieten als het puur om competitie en prestaties gaat, durven we te betwisten.

De Speed is simpel gesteld meer geschikt voor zij die het onderste uit de kan willen halen en niets aan het toeval willen overlaten als het over prestaties gaat. Wie daar een slordige 600 euro meer voor wil betalen dan voor de Wind, moet dat vooral doen. Ons idee is dat de Wind ook een volbloed racer is, maar dan eentje die zich ook prima leent voor alledaags gebruik. Daarom valt onze persoonlijke keuze op de laatste, die, het moet gezegd, ook niet de goedkoopste op de markt is. Maar met die hoge prijskaartjes in het achterhoofd kunnen we één zaak wel met zekerheid zeggen: op kwaliteit werd niet bespaard in de ontwikkeling van deze wielen. Fulcrum onderstreept met beide wielsets andermaal haar uitstekende reputatie als wielenfabrikant.

Meer informatie op de website van Fulcrum >>